Bijeenkomst werkgelegenheid haven Amsterdam
Speech van de staatssecretaris van Economische Zaken, drs. Frank Heemskerk, t.g.v. bijeenkomst werkgelegenheid Haven Amsterdam, 24 oktober 2007.
Dames en heren,
Nederland en het water horen bij elkaar. We hebben strijd gevoerd tegen het water. En we moeten er nog steeds voor zorgen dat onze dijken hoger blijven dan het water stijgen kan. Maar tegelijkertijd heeft het water ons veel goeds gebracht. Ook in economisch opzicht. Onze strategische ligging aan de zee maakt ons tot ‘gateway’ to Europe. De havens van Rotterdam en Amsterdam dragen fors bij aan versterking van onze internationale concurrentiepositie.
Met deze twee ijzers in het vuur zijn we aantrekkelijk voor internationale klanten. Onze havens hebben samen een breed aanbod aan specialiteiten en zorgen daardoor voor een sterke economische structuur, die niet afhankelijk is van de ontwikkelingen in één haven. U bent dus erg belangrijk voor mij, net als uw collega’s in Rotterdam. U neemt het me daarom vast niet kwalijk dat de beelden van het zojuist vertoonde filmpje voor een deel uit Rotterdam komen… De beelden van Nederland en het water vertonen wij graag aan internationale contacten. Omdat we trots zijn op de mogelijkheden die onze ligging biedt én op de manier waarop we die mogelijkheden benutten.
In en rond het Amsterdamse havengebied zijn ongeveer 2000 nationale en internationale ondernemingen gevestigd. Het doet mij goed om hier vandaag te staan als gast bij Hitachi, een bedrijf dat zich hier een paar jaar geleden heeft gevestigd heeft en dat zich hier goed thuis voelt. Ik dank u voor uw gastvrijheid, maar ook voor het vertrouwen dat u toont in Nederland en het Amsterdamse havengebied.
Ik ben vandaag graag hier naar toe gekomen om te kijken hoe we samen de economische mogelijkheden van de Amsterdamse haven nog beter kunnen benutten. Ik wil daar vanuit drie invalshoeken over spreken: het imago, het economisch belang én de toekomst van de haven.
Imago van de haven
De mainports zijn heel belangrijk in ons acquisitiebeleid. Ik ben blij dat ook de Amsterdamse haven daarin een constructieve rol speelt. Amsterdam heeft een aantal internationale kantoren, bijvoorbeeld in Sjanghai en New York. Daar wordt nauw samengewerkt met NFIA om bedrijven naar Nederland te halen. Daarnaast zal er in 2009, als New York 400 jaar bestaat, Amsterdam- en Holland Promotie plaatsvinden. EZ heeft ook een lange relatie met Amsterdam als het om missies gaat. Eind november leid ik een EZ-missie van een week naar India. Haven Amsterdam gaat daarin mee. In 2005 ging de Haven Amsterdam mee met een missie van Minister Peijs naar China. Uitvloeisel daarvan was onder andere het Executive Exchange Programme, waaraan de havens Rotterdam, Amsterdam en bedrijven in Nederland meedoen. Dat betekent dat vanuit onze Nederlandse havens mensen naar China gaan om netwerken te ontwikkelen en persoonlijke contacten te leggen. Dat is ook heel belangrijk voor de Holland Promotie. Ik wil hier ook een lans breken voor de samenwerking met Schiphol op dit punt. De aanwezigheid van Schiphol met een top netwerk van verbindingen naar het achterland is een fantastische verworvenheid bij het aantrekken van internationaal opererende bedrijven. Ik ben dan ook blij dat gisteren een convenant is afgesloten om samen een expat-loket op te zetten dat buitenlanders die Nederland binnenkomen om hier een bedrijf te vestigen, efficiënt door de ‘red tape’ heen helpt.
De Nederlandse havens zijn voor EZ heel belangrijk als we aan onze internationale contacten willen laten zien hoe aantrekkelijk ons land is als vestigingsplaats en om in te investeren. Onze havens bieden plaats voor ondernemingen in industrie, logistiek en distributie, chemie, voeding en tal van andere bedrijfstakken.
In de havens wordt hard gewerkt, is altijd bedrijvigheid. Daarom spreken onze havens bij internationale klanten tot de verbeelding.
Waarbij we duidelijk maken dat de moderne haven een ontmoetingsplek is voor hightech-bedrijven en goed opgeleide technici. Het is heel belangrijk dat dat beeld niet alleen in internationale contacten goed naar voren komt. Ook in eigen land kan niet genoeg worden benadrukt dat werken in de haven betekent dat je dagelijks bezig bent in een inspirerende, hoogtechnologische en internationaal georiënteerde omgeving. Teveel jongeren denken nog dat werken in de haven betekent dat je alleen loodzware lichamelijke arbeid verricht, waar je vies van wordt en dat nog gevaarlijk is ook. Terwijl werken in de haven juist heel afwisselend, boeiend en hightech kan zijn. Het beeld klopt dus niet met de werkelijkheid. Ik ben het daarom van harte eens met uw acties om het imago van de haven te verbeteren. En ik draag daar graag aan bij. Door niet alleen in het buitenland, maar ook binnen onze landsgrenzen met trots te spreken over het economische belang van onze grote zeehavens.
Economisch belang van de haven
Daarmee kom ik bij mijn tweede punt. Hoe staat het met het belang van de Amsterdamse haven voor de Nederlandse economie? Dat belang is – net als dat van de Rotterdamse haven - groot. Mainports zijn niet ‘nice to have’, maar ‘need to have’. Het zijn aandrijfmotoren van de economie. Amsterdam is een stad met veel gezichten. Ik noem de Zuidas, die inmiddels is uitgegroeid tot internationaal zakencentrum. Amsterdam kent ook een belangrijke creatieve sector. De stad en de omgeving vormen nog altijd een toeristische trekpleister van formaat. En we hebben het logistieke en industriële Amsterdam, met de haven als belangrijkste schakel en de verbinding naar Schiphol.
De haven van Amsterdam is van oudsher een bestemmingshaven met een grote toegevoegde waarde. En Amsterdam maakt nog een enorme groeispurt door ook: de toegevoegde waarde in de Noordvleugel van de Randstad is het snelst gegroeid vergeleken met Londen, Rijnmond en Frankfurt.
Zelfs in de economische dip rond 2002-2003 bleef de Amsterdamse economie boven het landelijk gemiddelde. Ook als we de toegevoegde waarde van de Amsterdamse haven vergelijken met die van de haven van Rotterdam, scoort u hier goed: terwijl het overslagvolume van Rotterdam vier maal zo groot is, is de toegevoegde waarde in Rotterdam nog niet twee keer zo groot als die in Amsterdam. Kortom: Amsterdam is een haven met grote kracht en vitaliteit.
Toekomst van de haven
Maar dat betekent niet dat de haven van Amsterdam geen zorgen of problemen heeft. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de haven zijn belangrijke positie in de Nederlandse economie ook in de toekomst kan behouden en versterken? We lopen daarbij tegen de nodige belemmeringen op. Ten eerste ligt de haven in een drukbevolkte regio in ons land. Hoe kunnen we de ruimte daar optimaal benutten? Ten tweede is er werk genoeg in de haven, maar is het lastig om de juiste mensen op de juiste plek te krijgen. Ik wil over beide onderwerpen iets zeggen. Ten eerste de verdere ontwikkeling van de haven. Amsterdam ontwikkelt op dit moment een nieuwe havenvisie. Ik zie daar gezonde uitgangspunten. U wilt aansluiten bij marktontwikkelingen. Dat is goed koopmanschap. Tegelijkertijd zoekt u naar maatschappelijk evenwicht en keuzes die daarbij aansluiten: een goede mix van vrachtstromen in combinatie met intensief ruimtegebruik en projecten die zorgen voor werkgelegenheid. Vooral de discussie over gebruik van de ruimte is zeer actueel. Ik ga die discussie vandaag niet met u voeren. Maar vanuit het al eerder aangegeven belang van de haven betekent het dat we een gezamenlijke zorg hebben de haven verder te laten groeien.
We moeten niet alleen de ruimte optimaal benutten, dat geldt ook voor mensen die zich aanbieden op de arbeidsmarkt. Ook daar is nog een weg te gaan. Vacatures en werkzoekenden weten elkaar helaas niet blindelings te vinden. Integendeel. Er blijkt een behoorlijke scheefgroei tussen vraag naar en aanbod van arbeid. Dat is hier in Amsterdam het geval, maar het is tegelijkertijd een landelijke trend.
Ook vanuit EZ werken we aan het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, bijvoorbeeld via het programma Beroepsonderwijs in Bedrijf, dat we samen met het ministerie van OCW ontwikkeld hebben. Daarmee maken we het bedrijven en instellingen in het mbo en vmbo mogelijk sámen het praktijkleren te verbeteren. Want één ding is duidelijk: als we willen zorgen dat meer mbo’ers en vmbo’ers op de juiste vacatures in bedrijven terechtkomen móeten we samenwerken. Dat vind ik ook het sterke in de aanpak waarvoor u hier in Amsterdam kiest. Bedrijfsleven, onderwijsinstellingen en de haven bundelen hun krachten en gaan samen optrekken om ervoor te zorgen dat het onderwijsaanbod beter past bij de vacatures die er zijn. Ik verwacht dat een geslaagde samenwerking op mbo-niveau een stimulerend effect zal hebben op het hbo en op een intensivering van de opleidingen in de logistieke sector.
Slot
Ik wil u graag feliciteren met het convenant dat u straks gaat ondertekenen. Ik verwacht veel van de uitkomsten ervan. Ik hoop ook dat het als een olievlek zal werken en zich zal uitbreiden naar hbo-instellingen en universiteiten, voor zowel de haven als de luchthaven. Om projectideeën op dit gebied uit te werken nodig ik u uit om contact op te nemen met het team van Pieken in de Delta voor de Noordvleugel. Zij besteden daar apart aandacht aan in hun programma.
De praktische resultaten van het convenant zijn van belang voor de toekomst van de haven en voor de betekenis van de haven voor de Nederlandse economie. Bloeiende werkgelegenheid in de haven draagt bij aan een aantrekkelijk vestigings- en ondernemingsklimaat in Nederland. En daarmee aan de welvaart van uw regio en ons land. Ik wens u veel succes toe bij het verder uitwerken en in de praktijk brengen van het convenant. Ik hoop van harte dat uw goede voorbeeld navolging zal vinden!