Justitie erkent CMO als zendende instantie
Het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) is door het ministerie van Justitie erkend als zendende instantie voor de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Minister Hirsch Ballin (Justitie) en CMO-voorziter El Boujoufi hebben vanmiddag de erkenningsovereenkomst ondertekend. Het CMO is daarmee de zevende erkende zendende instantie bij Justitie.
De zendende instanties zijn verantwoordelijk voor de zending van geestelijke verzorgers in justitiële inrichtingen. De instanties bewaken de kwaliteit en religieus-inhoudelijke toerusting van de geestelijk verzorgers. Minister Hirsch Ballin onderstreepte tijdens de bijeenkomst het belang van het werk van de geestelijk verzorgers bij Justitie: ‘Juist gedurende detentie kan de geestelijke verzorging de nodige steun bieden en de weg wijzen naar een ander en beter leven. Vanuit het principe van scheiding tussen kerk en staat kan de overheid zich niet bezig houden met de invulling van de geestelijke verzorging. Hiervoor zijn de zendende instanties ingesteld’.
Het CMO is in 2004 door de overheid erkend als overlegpartner voor moslims in Nederland. In juni 2005 heeft het CMO een aanvraag tot erkenning als zendende instantie ingediend bij het ministerie van Justitie. Voor de erkenning tot zendende instantie gelden verschillende voorwaarden. Zo moet de organisatie representatief zijn voor de betreffende godsdienstige of levensbeschouwelijke richting en openstaan voor de verschillende stromingen binnen deze richting. In het proces naar de erkenning is vastgesteld dat het CMO aan deze voorwaarden voldoet. Het CMO vertegenwoordigt een groot aantal islamitische organisaties en moskeeën in Nederland en vrijwel alle stromingen in de islam zijn binnen het CMO vertegenwoordigd. Verder staat het CMO garant voor het aanbod van islamtische geestelijke verzorging aan alle justitiabelen met een islamitisch achtergrond, ook aan hen die behoren tot islamitische stromingen die niet binnen het CMO zijn vertegenwoordigd. Het functioneren van het CMO als zendende instantie wordt na drie jaar geëvalueerd.
Binnen de Dienst Justitiële Inrichtingen zijn op dit moment circa zestig islamitisch geestelijk verzorgers werkzaam. Door het ontbreken van een zendende instantie zijn zij voor een groot deel op freelance basis aan de inrichtingen verbonden. Met de erkenning van het CMO betekent dit dat zij in beginsel allemaal door het CMO ‘gezonden’ kunnen worden. Ook is met het oog op de erkenning van het CMO per 1 juni 2007 een Hoofd Islamitisch Geestelijk Verzorging bij DJI aangesteld.