Maatregelen tegen problematische schulden

Kredietreclames op tv en internet moeten worden voorzien van een waarschuwing. Het kabinet verandert daartoe de wet om consumenten zo bewust te maken van de gevaren: veel mensen gaan te gemakkelijk leningen aan. Dat is een van de maatregelen die het kabinet neemt om het aantal mensen met problematische schulden terug te dringen. Zo wordt het moeilijker gemaakt om langdurig rood te staan bij de bank. Ook wordt de toets om in aanmerking te komen voor een lening verscherpt. De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van een brief over dit onderwerp. Tegelijkertijd is de evaluatie van de kredietregels, die minister Bos van Financiën heeft laten opstellen, aan de Tweede Kamer aangeboden.

Het kabinet wil problematische schulden op drie manieren voorkomen: meer bewustwording bij het publiek dat lenen risico's met zich meebrengt, strengere regels voor kredietverstrekkers en betere hulp aan mensen die eenmaal in de problemen zitten. Steeds meer mensen hebben moeite hun leningen af te lossen. Meer dan 100.000 huishoudens hebben betalingsachterstanden. Zij doen daarom steeds vaker een beroep op de schuldhulpverlening. Schulden worden vaak een probleem doordat mensen gemakkelijk leningen aangaan, of doordat ze door bijvoorbeeld scheiding, werkloosheid of het overlijden van een partner niet meer in staat zijn hun leningen af te lossen. Problematische schulden verhinderen mensen vaak om actief mee te doen aan de maatschappij. Ook kan het leiden tot armoede en huisuitzettingen. Het kabinet verbiedt kredietreclames als zodanig niet. Wel worden reclames verboden waarin wordt geadverteerd met de mogelijkheid om een krediet te krijgen zonder de kredietregels goed toe te passen.

De norm om te bepalen wanneer iemand kredietwaardig genoeg is om een lening aan te verstrekken, wordt aangescherpt. Kredietverstrekkers moeten voortaan vooraf vaststellen of iemand voldoende inkomen overhoudt om in zijn levensonderhoud te voorzien, na aftrek van de rente en aflossing van de lening. De maximale boetes voor het overtreden van de nieuwe regels voor kredietwaardigheid en leenreclames gaan omhoog: van 30 duizend naar 1 miljoen euro. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) controleert de naleving van de regels. Kredietverstrekkers krijgen hulp bij het hanteren van de kredietwaardigheidtoets. Zo komt er een apart register voor betalingsachterstanden bij verhuurders, energiebedrijven en sociale diensten: het Landelijk Informatiesysteem Schulden (LIS). Hiermee kan een kredietverstrekker sneller nagaan of iemand die een lening aanvraagt, die ook kan aflossen. Het LIS wordt later uitgebreid met andere schulden. Om de kwaliteit van het LIS te kunnen garanderen, krijgt het onder voorwaarden toegang tot gegevens uit de Gemeentelijke Basisadministratie. Hetzelfde geldt voor het Bureau Kredietregistratie (BKR). Het kabinet heeft met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) afgesproken dat gemeenten minder vaak zogeheten leenbijstand verlenen.

Het kabinet gaat rood staan bij de bank ontmoedigen. Wanneer iemand langer dan één maand rood staat, valt dat voortaan ook onder de kredietregels van de Wet op het financieel toezicht. De kredietverstrekker moet dan de kredietwaardigheidtoets uitvoeren. Dat kan ertoe leiden dat iemand niet meer rood kan staan. Het kabinet wil zo voorkomen dat consumenten die moeilijk leningen kunnen afsluiten als uitwijkmogelijkheid rood gaan staan. Dezelfde strenge regels gaan gelden voor creditcards en klantenkaarten. Daarnaast onderzoekt de AFM of de kwaliteit van het advies voor het afsluiten van hypotheken adequaat is.

Tot slot neemt het kabinet maatregelen om de schuldhulpverlening te verbeteren. Zo moet het voor schuldeisers aantrekkelijker worden om mensen die in financiële problemen terecht zijn gekomen zonder tussenkomst van de rechter te helpen bij het aflossen van hun schulden. Daarnaast wordt onderzoek verricht naar de effectiviteit en kwaliteit van de schuldhulpverlening. Op basis van de uitkomsten van dat onderzoek wordt bekeken welke verdere maatregelen nodig zijn.