Antwoorden op kamervragen van Vendrik over jodiumpillen na een kernramp
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
PG-K-U-2804765
19 oktober 2007
Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het Kamerlid Vendrik over jodiumpillen na een kernramp (2070801270).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht ‘Na kernramp: jodiumpil halen en dan binnen blijven’?
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Deelt u de mening dat het niet logisch is om van mensen te vragen binnen te blijven na een kernramp, maar pas nadat ze eerst bij de apotheek in een naburig dorp zijn langs geweest?
Antwoord 2
Ja
Vraag 3
Klopt het dat u af wilt van de centrale opslag van jodiumpillen en de distributie wilt regelen via plaatselijke apotheken? Zo ja, heeft u dit standpunt verwerkt in een richtlijn? Zo neen, hoe is dan het misverstand ontstaan bij de burgemeester van Borselle?
Antwoord 3
Neen. Er is door de Raad van Regionaal geneeskundig functionarissen, in samenspraak met GGD Nederland een model voor de opslag en distributie van Kalium jodaattabletten opgesteld. Dit rapport wordt binnenkort aan gemeenten en andere overheden die het aangaat toegezonden. Hierin is ondermeer opgenomen dat opslag en distributie via de apotheker wordt aanbevolen. Dit modelplan is een handreiking voor het bevoegd gezag en is geen richtlijn. De gemeenten zijn dan ook vrij om opslag en distributie op een andere wijze te regelen. Wel is, omdat het geneesmiddelen betreft, toezicht van een apotheker bij de opslag vereist. Hoe dit misverstand is kunnen ontstaan is mij niet duidelijk.
Vraag 4
Is het toegestaan jodiumpillen van te voren te verstrekken aan de bevolking?
Antwoord 4
Ja. Met brief van 8 februari 2005 is het rapport van het RIVM inzake jodiumprofylaxe bij kernongevallen, met het gezamenlijk standpunt van de ministeries van VROM, BZK en VWS, o.a. aan alle burgemeesters in Nederland toegezonden (bijgevoegd). Dit rapport is in 2004 aan het ministerie van VWS uitgebracht. In punt 4 op pagina 2 van de brief is aangegeven dat de betrokken ministeries geen voorstander zijn van prédistributie( één van de aanbevelingen van het RIVM), maar dat gemeenten vrij zijn om dit toch te doen.
Klopt het dat in de beleidswijziging is bepaald dat de tabletten niet gelden voor mensen ouder dan veertig jaar, met uitzondering van zwangere vrouwen? 2) Zo ja, wat is daar de reden van? Zo ja, wat gebeurt er voor deze groep?
Antwoord 5
Dat is juist. Redenen daarvoor zijn dat er geen verhoogd risico op schildklierkanker tgv radioactief jodium bestaat voor deze leeftijdsgroep. Het toedienen van extra jodium is daarom voor deze bevolkingsgroep niet noodzakelijk. Bovendien is de kans op schildklierfunctiestoornissen vanwege de hoeveelheid extra toegediende jodium op oudere leeftijd hoger. Zie hiervoor pag. 15 van het in het antwoord bij vraag 4 genoemde RIVM rapport. De uitzondering voor zwangere vrouwen wordt gemaakt ter bescherming van de ongeboren vrucht.
De andere eventueel te nemen maatregelen gelden voor de gehele bevolking in het besmette gebied.