Speech tijdens de prijsuitreiking Entente Florale
Toespraak van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg, prijsuitreiking Entente Florale, 17 oktober 2007.
Dames en heren,
Dit jaar mag ik de prijs uitreiken voor de Entente Florale. U weet natuurlijk allemaal al lang waar de naam vandaan komt, maar ik ben nog even gaan googlen en ik weet het nu ook: Entente Florale is afgeleid van Entente Cordiale wat 'hartelijke verstandhouding' betekent. Bij Entente Florale gaat om de relatie van de mens met de natuur.
Maar helaas is de relatie van mens tot natuur helemaal niet meer zo hartelijk en vanzelfsprekend. Mensen die in de stad wonen zien dagelijks meer gevels dan grassprieten.
Want in Nederland komen er steeds meer nieuwbouwwijken waar helaas niet altijd een speelveldje of parkje te vinden is.
Dat is niet alleen jammer, dat is zorgelijk. Want leven in een groene omgeving is gezond:
- Natuur in de buurt prikkelt om naar buiten te gaan en te bewegen;
- Het leidt tot minder ziekteverzuim;
- Je maakt eerder een praatje met mensen uit de wijk als je ze toevallig tegenkomt in het park.
Kortom, groen moet! Groen geeft kleur aan je leven. Daarom hebben vorig jaar 31 grote steden, het rijk, de provincies en maatschappelijke partijen afgesproken zich in te gaan spannen voor meer groen in de stad en de kansen die groen biedt beter te benutten.
Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft in dat verband vier miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor het programma 'Groen en de Stad'. En ik zeg extra, want via het Investeringsbudget Landelijk Gebied is de komende jaren via de provincies nog 80 miljoen euro beschikbaar.
Daarbij is het belangrijk te beseffen dat investeren in groen ook positieve resultaten oplevert voor andere maatschappelijke opgaven, zoals:
- de natuur zelf;
- het milieu;
- onze gezondheid;
- onze woonomgeving;
- de mogelijkheden voor recreatie;
- en het feit dat we minder ver hoeven te reizen voor (groene) recreatie.
Maar tegelijkertijd moeten we vaststellen dat groen niet de waardering en erkenning krijgt die het verdient. Uit de cijfers van de prestatieafspraken tussen het rijk en de gemeente komt naar voren dat 68 procent van de beschikbare bouwgrond is gereserveerd voor binnenstedelijke woningbouw en nog geen 2 procent voor groen in de stad.
Ik denk dat we met elkaar meer in groen moeten investeren, om de positieve bijdragen die groen kan leveren beter te benutten. Concreet is het mijn wens en streven dat iedere burger binnen 10 minuten fietsafstand in het groen moet kunnen verkeren. Dat kan een buurtparkje zijn, of mooie groene gebieden om de stad heen. Groen om de hoek, dat is het ideaal! Natuurlijk is het rijk daar niet alleen verantwoordelijk voor. Ik vind het belangrijk dat de partijen waarmee ik in het programma Groen en de Stad nauw samenwerk, hierin ieder hun eigen verantwoordelijkheid nemen.
Zo kunnen bijvoorbeeld woningcorporaties ervoor zorgen dat groen een integraal onderdeel uitmaakt van de buitenruimte om de woningen heen, die zij inrichten. Gemeenten kunnen meer aandacht aan het kwalitatieve beheer van het aanwezige groen geven. Zorgverzekeraars zouden groen als onderdeel van een zorgcontract kunnen opnemen. En projectontwikkelaars kunnen bijvoorbeeld voorinvesteringen doen in groen, waardoor de waarde van de nog te bouwen woningen aanzienlijk zal stijgen, en de daarmee samenhangende opbrengsten eveneens. Daarnaast vind ik participatie belangrijk. Dus als een stad een wijk opnieuw inricht, vind ik het belangrijk dat niet alleen de bewoners, maar met name ook de jonge bewoners betrokken worden. Door de wijk samen te ontwikkelen, met jongeren en via scholen, wordt het hún groene prachtwijk en voelen ze zich medeverantwoordelijk ook in de toekomst.
Dit zijn zo maar een paar voorbeelden waar ik aan denk, die volgens mij al snel in de praktijk een verschil kunnen betekenen. Kortom, ik denk dat we met zijn allen actiever aan de slag moeten. We willen allemaal toch zeker groene steden, geen grauwe steden en zeker geen grauwe mensen!
Dat bereiken we door de natuur naar de stad te halen, en door de mensen weer in contact met 'buiten' te brengen. Kortom: de afstand tussen mens en natuur, zowel tussen de oren als tussen A en B, moet weer overbrugd worden. Mens en natuur moeten weer naar elkaar toegroeien. De relatie mens en natuur moet weer een goede en vanzelfsprekende verstandhouding worden.
Voor mijn beleid van de komende jaren heb ik een motto en ik heb begrepen dat het al een paar keer gevallen is vandaag:
ik ga investeren in scharrelkinderen om hangjongeren te voorkomen. Veel van onze kinderen zijn te dik en maar een te klein percentage haalt de bewegingsnorm van een half uur per dag.
Ik wil dat onze jeugd naar buiten gaat en geniet van het moois dat de natuur ons te bieden heeft. Ravotten in het gras, er op uit, het bos in, op zoek gaan naar de verschillende paddestoelen. En dat de kinderen ook weten welke verschillende paddestoelen er zijn. We moeten de jeugd laten ervaren hoe prachtig de natuur is.
Contact tussen jeugd en natuur is ook cruciaal voor waardering en erkenning, en daarmee behoud van groen in de toekomst.
Vandaar dat wordt gewerkt aan het LNV-programma Jeugd, Natuur, Voedsel en Gezondheid, dat tot doel heeft de jeugd bewust te maken van de waarde van voedsel en groen. Want leven zonder natuur is leven met een soort bloedarmoede.
In het LNV-programma wordt gewerkt aan smaaklessen, speelbossen en maatschappelijke stages.
Recent heeft het boek van de onderzoeksjournalist Richard Louv 'Het laatste kind in het bos' veel aandacht gekregen voor dit onderwerp. Zijn boeiende filosofie is dat hij verwacht dat kinderen in de toekomst vaker last zullen hebben van groenarmoede in plaats van ADHD.
Ik denk dat op den duur groen en activiteiten in het groen ADHD zou kunnen oplossen of voorkomen.
Entente Florale stimuleert om te investeren in onze relatie met de natuur en vraagt aandacht voor groen op een actieve manier. Dat vind ik mooi en erg doeltreffend.
Het zet ons aan tot nadenken over onze relatie met de natuur, waar, wanneer en waarom groen voor onszelf belangrijk is. De beleidsmedewerker, maar ook de burger wordt er direct bij gehaald en het daagt iedereen uit tot het aandragen van creatieve en innovatieve oplossingen.
Daarmee weet Entente Florale mensen heel goed te betrekken. In de prijsvraag krijgen vernieuwende projecten voor bloembakken in de voortuintjes op het woonerf een even grote kans als ideeën voor de grote lappen natuur in het buitengebied.
Entente Florale is niet alleen erg zinvol, maar ook heel inspirerend. Er komen heel goede ideeën en projecten uit naar voren! En eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik best trots ben op het feit dat de Nederlandse prijswinnaars ook goed scoren in de Europese competitie. Daar ben ik trots op, als Nederlander en als minister.
Mijn voorganger, oud-minister Veerman, heeft door ondertekening van het convenant beloofd Entente Florale tot 2010 financieel te ondersteunen. Ik doe zijn toezegging gestalte, want ook ik draag Entente Florale mijn groene hart toe. Ik zal me inspannen om de betrokken partijen bij elkaar te brengen voor intensievere samenwerking en meer groen in de stad. In het belang van ons en in het belang van mensen die na ons komen! Ik dank u voor uw aandacht.