Schadevergoeding na justitieel optreden bij één loket

Er komt één algemene regeling voor de afwikkeling van schade die is ontstaan door justitieel ingrijpen. Burgers kunnen voortaan bij één centrale instantie aankloppen voor de beoordeling van hun verzoek tot schadevergoeding. Minister Hirsch Ballin heeft daarvoor het parket-generaal van het openbaar ministerie aangewezen. Dit blijkt uit een wetsvoorstel dat hij vandaag voor advies naar verschillende instanties heeft gestuurd.

Het parket-generaal geeft aan of het schadeverzoek gegrond is en beslist welke vergoeding moet worden betaald. Een arrestatieteam kan een verkeerde woning binnenvallen, daarbij de voordeur ontwrichten of het interieur beschadigingen. De meeste zaken zijn eenvoudig en kunnen meteen schriftelijk worden afgedaan. Ingewikkelde zaken stuurt de dienst door naar de strafsector van de rechtbank. Een gedupeerde kan tegen de beslissing van het parket-generaal in beroep gaan bij het gerechtshof.

Op dit moment is het voor burgers niet altijd duidelijk tot welke instantie zij zich moeten wenden wanneer zij schade hebben geleden door optreden van politie en justitie. Voor sommige claims moeten zij bij de strafrechter zijn, voor andere is de civiele rechter aangewezen. Verder worden schadevergoedingen uitgekeerd door politiekorpsen en het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB).

Een snelle en eenvoudige afdoening van schadeclaims maakt een einde aan de huidige, ondoorzichtige situatie en verbetert de rechtsbescherming van burgers. Bovendien sluit de procedure aan bij de wens van een meerderheid in de Tweede Kamer voor een ‘algehele en brede schadevergoedingsregeling’ na de uitbreiding van bevoegdheden van politie en justitie in verband met de bestrijding van georganiseerde misdaad en terrorisme.

De voorgestelde regeling staat niet alleen open voor gewezen verdachten, maar ook voor derden. Bijvoorbeeld de toevallige voorbijganger die gewond raakt door een verdwaalde politiekogel. Voor gewezen verdachten geldt als hoofdregel dat zij alleen een beroep mogen doen op schadevergoeding als zij niet zijn veroordeeld.

De schade hoeft niet alleen het gevolg te zijn van de toepassing van dwangmiddelen zoals arrestatie of huiszoeking. Ook andere vormen van schade vallen onder de regeling, bijvoorbeeld reputatieschade. Zo kan een gewezen verdachte schade oplopen door (achteraf onjuiste) persberichten van het openbaar ministerie in verband met de opsporing van een strafbaar feit. In beginsel gaat het om alle schade (materieel en immaterieel) die is ontstaan naar aanleiding van de opsporing, de vervolging of de tenuitvoerlegging. Een fout in de berekening van de datum voor vervroegde invrijheidsstelling kan betekenen dat een veroordeelde onterecht langer vastzit.

De schadevergoeding zal in de meeste gevallen bestaan uit een financiële tegemoetkoming. Nieuw is de mogelijkheid van een schadevergoeding in de vorm van de publicatie van (een gedeelte van) de rechterlijke uitspraak over de schadevergoeding om bijvoorbeeld reputatieschade zoveel mogelijk ongedaan te maken. Bij het bepalen van de hoogte van de vergoedingen gaat het parket-generaal zoveel mogelijk uit van normbedragen; in de strafrechtpraktijk wordt daar nu ook al mee gewerkt.