Regionale cliëntenstops niet verklaarbaar door gebrek aan geld

Regionale cliëntenstops zijn niet te verklaren door een gebrek aan geld, want er is nog een bedrag van 42,5 miljoen euro van de contracteerruimte niet in productieafspraken omgezet.

Dat concludeert de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in de ‘Rapportage contracteerruimte 2007 (juliruimte) en knelpunten’, die staatssecretaris Bussemaker van VWS vandaag naar de Tweede Kamer heeft verzonden.

Zorgkantoren kunnen dus nog voor 42,5 miloen euro aanvullende afspraken maken. Daarmee is ook duidelijk dat de signalen van individuele aanbieders eerder dit jaar niet automatisch betekenen dat er ook daadwerkelijk van een knelpunt sprake is. In de begeleidende brief aan de Tweede Kamer schrijft de staatssecretaris dat de NZa aangeeft dat de onderbouwing door de zorgkantoren van de knelpunten veelal onvolledig is en er verschillende definities worden gehanteerd. Dat maakt het voor de NZa moeilijk om zich een oordeel te vormen over de aangeleverde gegevens. De NZa stelt in de rapportage voor om 28,6 miljoen euro incidenteel toe te voegen aan het geoormerkte budget terugdringing wachtlijsten Jeugd-GGZ. De staatssecretaris neemt dit advies over. Ook gaat er 6,7 miljoen euro naar aanvullende verpleeghuiszorg in verzorgingshuizen.

Om mogelijke onrust bij cliënten in 2007 te voorkomen heeft de NZa in september op verzoek van de staatssecretaris een spoedprocedure ingesteld, om in het geval van (voornemens tot) regionale cliëntenstops de melding meteen te kunnen onderzoeken. De NZa kan daardoor vaak binnen een week adviseren over de ernst van het probleem en de eventuele aanpak. De staatssecretaris heeft de NZa verzocht deze procedure in de resterende maanden van 2007 zonodig in te zetten.