Jeugdbeleid en verslavingszorg: gezin centraal
'Als jongeren in de problemen komen, is dat vaak terug te voeren op het gezin. Meestal zijn er in het gezin dan ook problemen. Dat geldt ook voor jongeren met een verslaving. Niemand denkt: nou ga ik eens verslaafd worden.' Dat zei minister Rouvoet tijdens de internationale bijeenkomst over christelijke verslavingszorg bij De Hoop in Dordrecht. Rouvoet sprak het internationale gezelschap in het Engels toe. Hieronder staat de Nederlandse vertaling van zijn toespraak.
Dames en heren,
Het is me een waar genoegen om voor zo’n internationaal gezelschap te mogen staan. Tweehonderd mensen uit 40 landen.
Van Pakistan en Nepal tot Oezbekistan en Ivoorkust.
Hoe verschillend onze achtergrond ook is, het is duidelijk dat we ons allemaal vanuit één gedachte, één geloof en één overtuiging, inzetten voor onze medemens.
Om het in de woorden van de mensen van De Hoop te zeggen: wij geloven dat een mens waardevol is in Gods ogen. Mensen zijn niet bedoeld om verslaafd te zijn. Voor ieder mens is genezing en herstel van verslaving mogelijk.
De mensen van De Hoop geloven niet in hopeloze gevallen. En ik denk dat u allen dat geloof deelt.
Voor mij is het inspirerend om te zien en te horen met hoeveel compassie u zich inzet voor mensen die aan de rand staan. Ik hoop dat u elkaar hier de komende dagen ook inspireert om door te gaan met het moeilijke, maar erg belangrijke werk dat u doet.
Ongetwijfeld zult u tijdens dit congres ook even in ‘de keuken’ van Dorp De Hoop gaan kijken. Deze organisatie, waar we nu allemaal te gast zijn, zet zich al meer dan 30 jaar in om mensen met een verslaving te helpen. Wellicht dat u het een en ander kunt leren van de werkwijze die hier wordt gehanteerd en al tot zoveel succes heeft geleid.
Tegelijkertijd besef ik dat wij in Nederland in een bevoorrechte positie verkeren. Hier is voldoende welvaart om een terrein als dat van De Hoop zo mooi en weldadig in te richten. Prachtige gebouwen van alle gemakken voorzien, een werkplaats waar werkervaring opgedaan kan worden, een sportveld en nog veel meer.
Velen van u kunnen niet beschikken over dergelijke faciliteiten.
U hebt misschien hooguit de beschikking over een klein gebouwtje, nauwelijks ingericht en zonder water en stroom.
Maar een dergelijke werkomgeving betekent niet dat de kern van de zorg die u verleent aan mensen die verslaafd zijn, minder is dan de hulp die hier wordt gegeven.
Voor de meeste mensen met een verslavingsprobleem is het heel belangrijk als ze weten dat er iemand is die naast hen staat. Iemand die af en toe een hand op hun schouder legt en duidelijk maakt dat hij of zij hulp wil bieden. Iemand die ondanks alles blijft geloven dat ieder mens een parel is in Gods hand. Zo iemand bent u. U maakt verslaafden duidelijk dat ze er niet alleen voor staan. Ieder mens kan de kracht krijgen om zijn verslaving te overwinnen.
Ik weet uit de verhalen van hulpverleners én gasten van De Hoop dat die overtuiging soms tot wonderen leidt. Heel wat mensen met een zware verslaving zijn hier definitief een nieuw leven begonnen.
In Dorp De Hoop begint al het werk met omzien naar elkaar.
In mijn beleid wil ik ook zoveel mogelijk aandacht besteden aan het belang van aandacht voor de medemens. Wellicht weet u dat ik verslavingszorg niet in mijn ministers portefeuille heb. Mijn terrein is Jeugd en Gezin, maar ook daarin zitten raakvlakken en overeenkomsten met het werk dat u doet, meer dan dat je op het eerste gezicht misschien zou zeggen.
Ik wil er als minister voor zorgen dat zo min mogelijk jongeren in de problemen komen en buiten de samenleving vallen. Daarvoor is het erg belangrijk dat professionele werkers en hulpverleners hun werk goed en efficiënt kunnen doen. Maar dat alleen is niet voldoende. In het jeugdbeleid dat ik voorsta, spelen ook gewone burgers een belangrijke rol. Zij moeten naar elkaar omzien en elkaar aanspreken als er iets verkeerd gaat. Zij kunnen een ouder die aan de drank is en zijn kinderen verwaarloost aanspreken op zijn gedrag en als het nodig is professionele hulpverleners inschakelen.
Dat klinkt misschien bemoeizuchtig, maar ik zie het als een verantwoordelijkheid die iedere burger heeft. De gedachte ‘it takes a village to raise a child’ is nog steeds actueel.
En ik zou die gedachte niet alleen willen beperken tot het opvoeden van kinderen, maar willen uitbreiden naar de gehele samenleving.
Zo bent u waarschijnlijk ook in dit werk terecht gekomen. Omdat u zich het lot van een medemens aantrok. Nogmaals: ik vind dat u prachtig werk verricht.
Graag wil ik nog een ander onderwerp noemen dat zowel binnen uw werk als mijn werk van groot belang is. Dat is het gezin. Niet voor niets staat in de naam van mijn ministerie voor Jeugd én Gezin.
Het gezin is in onze samenleving - en ongetwijfeld ook in de samenleving waarin u leeft - erg belangrijk.
Als jongeren in de problemen komen, is dat vaak terug te voeren op het gezin. Meestal zijn er in het gezin dan ook problemen. Dat geldt ook voor jongeren met een verslaving. Niemand denkt: nou ga ik eens verslaafd worden. Meestal komt het door de omstandigheden waarin hij of zij verkeert en vaak hangt dat samen met het gezin.
In mijn beleid besteed ik daarom niet alleen aandacht aan de jongeren, maar ook aan het gezin.
En dat doet u in de verslavingszorg ook. U besteedt niet alleen aandacht aan de verslaafde, maar ook aan het gezin. Als het gezin een veilige plek is voor kinderen, is de kans dat ze later verslaafd raken aan drank of drugs, veel kleiner dan als er in het gezin allerlei problemen spelen.
Hier, bij de Hoop, is dit allang bekend.
Daarom worden hier ook de kinderen van verslaafden opgenomen en daarom worden er vader- en moedercursussen gegeven.
Je zou kunnen zeggen dat De Hoop een centrum is voor jeugd en gezin.
De Hoop staat niet alleen in deze werkwijze. Ook veel andere hulpverleners kijken naar het gezin als ze mensen met een verslaving helpen. Het Nederlandse kabinet steunt dit door te investeren in een programma dat Strenghtening Families heet. Het is overgenomen uit Amerika.
In Amerika is bewezen dat het een effectief programma is. Het is bedoeld voor gezinnen waarin de ouders problemen hebben met alcohol en drugs. Kinderen lopen daardoor een groter risico ook verslaafd te worden. Bovendien worden ze door de ouders vaak verwaarloosd.
Strenghtening Families is eigenlijk een soort cursus voor ouders en kinderen, die begint met een gezamenlijke maaltijd -men moet zelfs weer samen leren eten - en daarna voor ouders en kinderen aparte bijeenkomsten. Naast behandeling van het middelengebruik worden de ouders ook opvoedingsvaardigheden bijgebracht.
Het klink u ongetwijfeld bekend in de oren!
En ook in het voorkomen van alcoholverslaving is de Nederlandse regering zich steeds meer gaan richten op de ouders. In Nederland zijn steeds meer kinderen op steeds jongere leeftijd stevige drinkers. 20 of 30 drankjes op een avond is voor sommige 14-jarigen geen uitzondering!
Vorig jaar is daarom de voorlichtingscampagne Voorkom alcoholschade bij uw opgroeiende kind van start gegaan.
In deze campagne worden ouders bewust gemaakt dat ze een belangrijke rol hebben in het uitstellen van het alcoholgebruik bij hun kinderen. Dat kan vooral door duidelijk te zijn. Door aan kinderen duidelijk te maken dat ze niet mogen drinken voordat ze 16 jaar zijn, omdat drank voor die leeftijd erg slecht voor de gezondheid is.
Uit onderzoek blijkt dat deze campagne - ouders aanspreken op het gedrag van hun kinderen - effect heeft.
Sinds kort is er een tweede campagne gestart: Zeg NEE tegen alcoholschade bij uw opgroeiende kind. Hiervoor worden in het hele land ouderavonden georganiseerd. Mijn ministerie is er nauw bij betrokken.
En ook deze campagne zal sommige van u vertrouwd in de oren klinken. Ik weet dat bijvoorbeeld De Hoop per jaar 600 keer een middelbare school bezoekt om leerlingen duidelijk te maken dat alcohol op jonge leeftijd slecht is en dat ze ook nee moeten durven zeggen tegen hun leeftijdgenoten.
Dames en heren, ik ga afsluiten.
U bent uit alle uithoeken van de wereld naar Nederland gekomen om elkaar te bemoedigen en van elkaar te leren. Ik weet zeker dat u naar huis gaat met een koffer die voller is dan toen u hier aan kwam.
Maar wat zeker zo belangrijk is, is dat u elkaar stimuleert door te gaan met het goede werk dat u doet. Ik hoop dat u uw beste ervaringen met elkaar deelt. En dat u samen ontdekt hoe lokale gemeenschappen en kerken om verslaafde medemensen heen kunnen staan en hen steunen om van hun verslaving af te komen.
U laat zich niet afschrikken door verslavingen, of door de ellende die dat met zich meebrengt. U veroordeelt niet, maar helpt. U kijkt naar de mens áchter zijn problemen, zoals Jezus dat deed. En daarmee richt u tekenen van hoop op. In Nederland, in Ivoorkust, Nepal, Oezbekistan en Pakistan en waar u ook vandaan komt.
Ik wens u succes met deze conferentie en veel zegen op uw werk in uw vaderland.