Openluchtbeëdiging Gele Rijders

Tweeëntwintig militairen van de 11e Afdeling Rijdende Artillerie, ook bekend onder de naam Gele Rijders, hebben gisteren de eed of belofte afgelegd op het Kerkplein in Arnhem. Met de openluchtbeëdiging wil de krijgsmacht zich meer laten zien aan de bevolking.

Twee Gele Rijders legden de eed te paard af. De overige militairen deden dat op de standaard (vaandel) die door de bereden standaardwacht werd gedragen.

De hoofdtaak van de rijdende artillerie is het geven van vuursteun aan manoeuvre-eenheden. Militairen van de afdeling maken geregeld deel uit van de Nederlandse troepen die in het kader van crisisbeheersings- of vredesmissies worden uitgezonden. Ook verrichten de Gele Rijders veel traditionele en ceremoniële taken. Zo vuurt de eenheid saluutschoten af bij plechtigheden rond het Koninklijk Huis, zoals huwelijken en begrafenissen en prinsjesdag.

De rijdende artillerie dateert uit 1793. Ze speelde een belangrijke rol bij de Slag om Waterloo tegen Napoleon. Uit die tijd stamt ook het tenue met de gele tressen, waaraan het onderdeel zijn naam heeft te danken.

De stad Arnhem heeft nauwe banden met het korps. Een deel van het Willemsplein, waar ooit de militaire manege van de Willemskazerne stond, werd in de jaren vijftig omgedoopt tot Gele Rijdersplein. In 1963 werd daar een standbeeld van de Gele Rijder geplaatst. Tot 2000 was de 11e Afdeling Rijdende Artillerie in de Gelderse hoofdstad gelegerd. Vanwege reorganisatie verhuisden ze naar ’t Harde.