Antwoorden op kamervragen van Van Dijken over het VN-Verdrag voor de rechten van mensen met een handicap
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DMO-K-U-2801470
12 oktober 2007
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op kamervragen van het Kamerlid Van Dijken over het VN-Verdrag voor de rechten van mensen met een handicap.
(2070800010)
Vraag 1
Herinnert u zich dat op 30 maart jl. de ondertekening van het VN –Verdrag inzake de rechten van mensen met een handicap heeft plaatsgevonden? Zo ja, klopt het dat u naar aanleiding van de ondertekening heeft aangegeven dat u de Nederlandse wet- en regelgeving zal toetsen aan dit verdrag? Deelt u de mening dat het sindsdien oorverdovend stil is gebleven?
Vraag 2
Op welke wijze bent u van plan fysieke en sociale belemmeringen voor mensen met een handicap weg te nemen en de afspraken, zoals omschreven in dit Verdrag, na te komen?
Vraag 3
Wanneer kan een tijdsplan worden verwacht waarin de implementatie en ratificatie van dit Verdrag op alle beleidsterreinen zijn vastgelegd?
Antwoord 1, 2 en 3
Nederland heeft op 30 maart 2007 met 80 andere landen het VN-verdrag ondertekend. Met de ondertekening heeft de regering de intentie getoond het Verdrag ook te willen goedkeuren. Alvorens daartoe over te gaan, moet de Nederlandse wet- en regelgeving worden getoetst aan de tekst en bedoeling van het Verdrag. Vervolgens moet in beeld worden gebracht tot welke aanpassingen het Verdrag eventueel leidt.
Voor het uitvoeren van deze toets dient een Nederlandse vertaling van de Verdragtekst en de zogenoemde ‘travaux préparatoires’ (de officiële toelichting van de VN op de gekozen formulering van de artikelen) beschikbaar zijn. Ik beschik thans over een concept-vertaling van de verdragstekst en wacht nog op de definitieve vertaling. De travaux préparatoires zijn evenmin beschikbaar. Pas als aan deze voorwaarden is voldaan, kan de toets en de inventarisatie van betrokken regelgeving van start gaan.
Alhoewel het lijkt alsof het na de ondertekening ‘stil’ is gebleven en de noodzakelijke stukken nog niet beschikbaar zijn, heb ik niettemin wel gewerkt aan voorbereidende werkzaamheden zoals het samenstellen van een projectteam en het opstellen van een plan van aanpak voor ratificatie van het Verdrag.
Eind van dit jaar zal ik u een brief sturen met daarin een overzicht van mijn activiteiten om de maatschappelijke participatie van mensen met beperkingen te verbeteren en hoe gelijke behandeling en non-discriminatie kan worden verwezenlijkt. In deze brief zal ik u ook informeren over de planning en de stappen die nodig zijn om over te kunnen gaan tot ratificatie van het Verdrag.