Antwoorden op kamervragen van Agema over het bericht dat in 40% van de ziekenhuizen de babyvoeding te veel bacteriën bevat
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
VGP-K-U-2797506
12 oktober 2007
Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het lid Agema (PVV) over het bericht dat in 40% van de ziekenhuizen de babyvoeding te veel bacteriën bevat (2060724380).
Vraag 1
Bent u bekend met het onderzoek van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA), dat in vier op de tien ziekenhuizen de babyvoeding te veel bacteriën bevat, omdat werkbladen, flesjes en spenen onvoldoende worden gereinigd, de persoonlijke hygiëne tekort schiet en bereide voeding te lang en te warm wordt bewaard?
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het genoemde onderzoek van de Voedsel en Waren Autoriteit. De constatering was echter dat in vier van de tien ziekenhuizen de zuigelingenvoeding niet werd klaargemaakt volgens de richtlijnen van de Werkgroep Infectieziektenpreventie (WIP) . In een aantal gevallen blijken teveel bacteriën in de zuigelingenvoeding te zitten (drie van veertien genomen monsters).
Vraag 2
Hoe vaak leiden deze misstanden tot ziektes bij pasgeboren baby’s, die voorkomen hadden kunnen worden indien de richtlijnen wel waren nageleefd?
Antwoord 2
Tot nu toe zijn er in Nederland geen ernstige infecties bekend bij pasgeboren baby’s die direct gerelateerd kunnen worden aan het onzorgvuldig bereiden van zuigelingenvoeding.
Er zijn in het verleden echter wel zeer incidenteel ziektegevallen voorgekomen die veroorzaakt werden door de uitgroei van Enterobacter sakazakii in zuigelingenvoeding.
Het beperkt zich tot enkele honderden gevallen in de hele wereld.
Uit de literatuur is bekend dat de ziektegevallen die bekend zijn nagenoeg altijd veroorzaakt werden door onvoldoende toepassen van hygiënische maatregelen in de ziekenhuizen. In Nederland is daarvan slechts één geval bekend. Het hygiënisch bereiden van zuigelingenvoeding is één van die maatregelen en daarom van belang om risico’s van uitgroei van ziekmakende bacteriën uit te sluiten.
Vraag 3
Hoe gaat u bewerkstelligen dat het geschade vertrouwen van ouders van pasgeboren baby’s in de zuigelingenvoeding van ziekenhuizen hersteld wordt?
Vraag 4
Hoe gaat u bewerkstelligen dat in het najaar, wanneer de VWA opnieuw de keukens waar zuigelingenvoeding wordt bereid, gaat inspecteren, deze misstanden verholpen zijn?
Antwoord 3 en 4
Naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek van de Voedsel en Warenautoriteit heeft de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) contact opgenomen met de Raden van Bestuur van de ziekenhuizen. In het najaar zal opnieuw de naleving van de WIP richtlijnen getoetst worden via een gecombineerde toezichtsronde van de IGZ en de VWA.
Ik ga er vanuit dat het eerste onderzoek van 2006 en de aanvullende waarschuwing door de IGZ de ziekenhuizen ertoe heeft bewogen haar werkwijzen bij de bereiding van zuigelingenvoeding kritisch te bezien en indien noodzakelijk aan te passen. De ziekenhuizen kunnen daarmee laten zien dat ze verantwoordelijkheid nemen door de WIP-richtlijnen nauwkeurig te volgen. De toezichtsronde in het najaar gaat de resultaten hiervan laten zien. Herhaald afwijken van de richtlijnen en het daardoor veroorzaken van microbiologische risico’s kan voor de ziekenhuizen consequenties hebben in de vorm van het opleggen van zware boetes en ontstaan van imagoschade.