Misdaadbestrijding St. Maarten schiet tekort
Het eiland St. Maarten vormt door zijn ligging en economische kenmerken een aantrekkelijke plek voor verschillende vormen van georganiseerde criminaliteit, zoals drugshandel, witwassen en mensensmokkel. Het ontbreekt de lokale opsporings- en handhavingsdiensten aan voldoende personeel, organisatie en automatisering om stromen van goederen, diensten en personen effectief te controleren.
Dat blijkt uit een onderzoek dat het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) - het onderzoekscentrum van het ministerie van Justitie - in samenwerking met Forensic Services Caribbean NV - heeft uitgevoerd naar georganiseerde criminaliteit op St. Maarten. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Justitie van de Nederlandse Antillen. De directeur van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, dhr. F. Leeuw, heeft het rapport maandag 8 oktober aangeboden aan de minister van Justitie van de Nederlandse Antillen, dhr. D. Dick
Volgens de onderzoekers is het eiland St. Maarten door zijn geografische ligging en economische kenmerken een aantrekkelijke locatie voor verschillende vormen van georganiseerde criminaliteit. Het eiland bevindt zich in een transitgebied: illegale migratiestromen in het Caribisch gebied en de nabijheid van drugsproducerende landen in Latijns-Amerika, in combinatie met goede verbindingen met de Verenigde Staten en Europa maken het eiland kwetsbaar voor drugssmokkel, mensensmokkel en daarmee verbonden financieel-economische criminaliteit.
De onderzoekers concluderen op basis van binnen- en buitenlandse opsporingsonderzoeken en inbeslagnemingen van drugs dat St. Maarten een belangrijke rol speelt bij de smokkel van drugs. Bij het witwassen van drugsgelden, als vorm van financieel- economische criminaliteit, is er ook een link met georganiseerde criminaliteit. De opsporing richt zich in veel mindere mate op andere vormen van criminaliteit. Ondanks reeds lang bestaande signalen en verdenkingen over de aanwezigheid van mensensmokkel en -handel en bepaalde vormen van financieel-economisch criminaliteit op het eiland is daar nog maar weinig opsporingsonderzoek naar gedaan. Er is hier sprake van een vicieuze cirkel. Het ontbreken van aandacht van de opsporing heeft tot gevolg dat de ‘informatiepositie’ van rechtshandhavers onvoldoende is en blijft, waardoor ook de input om opsporingsonderzoeken te beginnen opdroogt. Zowel bij mensensmokkel en -handel, als bij financieel-economische criminaliteit doet deze situatie zich voor.
Controlemogelijkheden schieten tekort
De rechtshandhaving op het eiland is complex door het overwegend internationale karakter van de criminaliteit, zo stellen de onderzoekers. Dit vindt men terug in het internationale karakter van de opsporing en rechtshandhaving en een soms lastige samenwerking tussen een scala van betrokken opsporingsinstanties op lokaal en internationaal niveau. De onderzochte instanties melden een tekort aan personele capaciteit en personele kwaliteit. De onderzoekers stellen vast dat de verantwoordelijke diensten niet berekend waren, zowel qua personeel, organisatie als automatisering, op de controle van de stromen van goederen, diensten en personen die via St. Maarten verlopen. Hierdoor staat de (controle)capaciteit van deze diensten doorgaans nauwelijks in verhouding tot de aard en omvang van gelegenheidsverschaffende omstandigheden op en rondom St. Maarten, zo meldt het rapport.
Reactie ministers
De Antilliaanse minister van Justitie, de heer David Dick geeft aan dat het rapport zijn zorgen over de rechtshandhaving op St. Maarten onderstreept. Het heeft ook betrekking op de problemen die met Nederlandse ondersteuning worden aangepakt binnen het Plan Veiligheid Nederlandse Antillen (PVNA). Minister Dick benadrukt het belang van een duurzame versterking van de rechtshandhaving op St. Maarten ten aanzien van de politie, het openbaar ministerie en de immigratiedienst Nederland ondersteunt de duurzame verbetering van de rechtshandhaving op de Nederlandse Antillen door middel van het PVNA. De afgelopen jaren heeft Nederland deskundigheid en geld (euro 24 miljoen) ter beschikking gesteld. Onlangs is besloten het PVNA te verlengen met twee jaar. Hiervoor heeft Nederland in totaal euro 21 miljoen ter beschikking gesteld. Het plan van aanpak voor 2008 en verder wordt momenteel geschreven. Het WODC rapport levert daarvoor belangrijke input.
Samenwerking op het gebied van de rechtshandhaving vindt echter niet alleen plaats in het kader van het PVNA. Op specifieke terreinen wordt al langere tijd samengewerkt binnen het Koninkrijk. Het Recherche Samenwerkingsteam, belast met de bestrijding van zware, georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit en de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba zijn hiervan de voorbeelden.