het jaarlijkse Schipholdiner
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
De eerste gang zit erop, en volgens mij is de avond goed begonnen. Het is voor mij in ieder geval een plezier om hier in dit unieke gezelschap van een heerlijk diner te genieten. Ik ben bijzonder verheugd met de aanwezigheid van een aantal buitenlandse gasten vanavond. Éen persoon wil ik speciaal verwelkomen, de Amerikaanse ambassadeur, de heer Arnal.
Mr. Arnal, I am very pleased to have met you last week. I think your presence here tonight also underlines the importance of good international relations for the development of aviation. The United States have been a very important aviation partner for the Netherlands. A great example is our landmark open skies agreement of 1992.
En vanavond gáát het over luchtvaart.
Ik weet dat u allemaal benieuwd bent naar mijn ideeën voor de toekomst van de Nederlandse luchtvaart, en na tweehonderd dagen wil ik graag inzicht geven in mijn mainportbeleid.
Op regelgevend gebied heb ik een aantal concrete stappen kunnen zetten, maar nu het kabinet en ik goed op stoom zijn, is het hoog tijd om op een wat strategischer niveau aan te geven waar wij staan. Om u dat duidelijk te maken, ga ik vanavond in op de vijf belangrijkste uitgangspunten van het kabinet bij de ontwikkeling van het luchtvaartbeleid:
1. het belang van de mainportontwikkeling voor Nederland
2. Schiphol mag groeien binnen de wettelijke grenzen. Het kabinet kiest voor een duurzame ontwikkeling van de Mainport
3. Het gaat het kabinet bij de mainportontwikkeling om de ontwikkeling van het netwerk van verbindingen
4. Het kabinet wil de schaarse luchthavencapaciteit in héél Nederland benutten
5. Last but not least: we staan voor een gezamenlijke opgave
Het gaat mij erom dat wij de juiste verwachtingen ten opzichte van elkaar hebben. Want wij staan met z’n allen, als betrokken partijen bij de mainport, voor een enorme opgave!
1. Allereerst het belang van de Mainport Nederland.
Van oudsher heeft Nederland een ijzersterke positie op het gebied van transport, die we te danken hebben aan enerzijds onze wereldhaven Rotterdam en anderzijds aan de combinatie van onze verhoudingsgewijs grote luchthaven Schiphol én onze wereldwijde speler AirFrance/KLM. Deze twee mainports maken van de Randstad het kloppende economische hart van Nederland. Wij staan met z’n allen voor de uitdaging om de conditie van dit hart op peil te houden. Als gevolg van nieuwe, opkomende economische centra in de wereld ontstaan steeds grotere en steeds complexere mondiale transportstromen. Dit geeft Nederland de kans om zich verder te positioneren in die tak van sport waar wij goed in zijn: de hoogwaardige dienstverlenende activiteiten rondom transport. Daarbij is het van belang dat het netwerk van onze mainports Nederland verbindt met de met de belangrijkste economische centra in de wereld. Daarmee zijn wij in potentie een aantrekkelijke locatie waar internationale bedrijven zich willen vestigen.
Die ambitie plaatst ons voor een grote opgave: om een duurzame groei van de luchtvaart mogelijk te maken, moeten de prestaties op alle vlakken verbeteren. En in een dichtbevolkt land als Nederland zijn dat geen gemakkelijke keuzes.
Maar we moeten die keuzes wel maken met z’n allen. En daarbij ben ik bereid om met uw input en steun belangrijke besluiten te nemen: over de toekomst van Schiphol in samenhang met de regionale luchthavens, een betere benutting van de milieuruimte en over de organisatie van het luchtruim. Mijn ministerie werkt intensief samen met de betrokken partijen om alle feiten op een rij te krijgen en de strategische kansen en keuzes helder te maken, zodat we in 2008 en 2009 knopen kunnen doorhakken.
2. Het tweede uitgangspunt is dat Schiphol mag groeien binnen de wettelijke grenzen. Het kabinet kiest voor een duurzame ontwikkeling van de Mainport. Velen van u hebben deze zin uit het Coalitieakkoord al vele malen gehoord en gelezen. Maar ik denk dat het belangrijk is dat wij ons realiseren wat dit betekent.
Op alle terreinen van Verkeer en Waterstaat sta ik voor de opgave om een groeiende vraag naar mobiliteit te verenigen met onze duurzaamheidsdoelstellingen. Dit betekent voor luchtvaart dat we binnen de grenzen een modus moeten vinden waarin de groei kan plaatsvinden van Schiphol die gepaard gaat met een duurzame inbedding in de omgeving en een betere milieuprestatie.
We hebben te maken met schaarste.
Dat drukt de zin uit het Coalitieakkoord ook uit. De positieve kant van schaarste is dat dit prikkelt tot innovatie en hogere kwaliteit. Vorige week heb ik een heel inspirerend gesprek gehad met een aantal van u over de innovatieve Mainport. De ambitie om van Schiphol de meest duurzame en innovatieve mainport van de wereld te maken, het Deltaplan, spreekt mij zeer aan!
In het gesprek heb ik de totale luchtvaart- en onderzoekssector maar bovenal de Luchtverkeersleiding Nederland uitgedaagd om met innovatieve plannen te komen voor deze duurzame ontwikkeling. Vooral met baanbrekende technologische ideeën kunnen de ontwikkelingen in de luchtverkeersleiding versneld worden, zodat in de toekomst de capaciteit verder omhoog kan, maar ook de hinder beperkt kan worden en de emissies gereduceerd kunnen worden. Het kabinet kijkt met verwachting uit naar de noodzakelijke nieuwe totaalconcepten voor afhandeling van het luchtverkeer. Ik wil dan ook namens het kabinet de betrokken luchtvaartpartijen aanmoedigen om echt innovatief te denken én te handelen. Als een wenkend perspectief zie ik hoger vliegen, preciezer vliegen, glijvluchtlandingen, en de mogelijkheid voor gemeentes en provincie om robuust ruimtelijk ordenings-beleid te voeren, dat is afgestemd op de ordening in de lucht.
KLM en Schiphol hebben zéker al goede, duurzame initiatieven genomen, maar het kan meer en beter.
Ik wil hier vanavond niet onvermeld laten dat ik de actieve inzet van de provincie en Schiphol voor de leefbaarheid in de regio zeer waardeer. Op initiatief van de heer Hooijmaaijers schenken Schiphol en de overheden aandacht aan de zogenoemde schrijnende gevallen.
De uitdaging op het terrein van het milieu beperkt zich niet tot het geluidsvraagstuk. Er ligt een grote opgave voor wat betreft de reductie van CO2. Nederland heeft ambitieuze doelstellingen en het is van belang dat ook de luchtvaart daar een bijdrage aan levert. Dat kan door de vorming van een Functional Airspace Block in het kader van de Single European Sky. In mijn opinie moeten we als Nederland hier mee voorop lopen. Samen met België, Luxemburg, Duitsland, Zwitserland en Frankrijk zijn we daar nu ook mee bezig. Als we internationaal slagvaardig samenwerken, vergroten we de bereikbaarheid vanuit de lucht en de betrouwbaarheid voor het vliegverkeer van en naar Schiphol. Eerste onderzoeken hebben uitgewezen dat de vorming van zo’n Functional Airspace Block kan leiden tot een kostenbesparing van enkele honderden miljoenen euro’s per jaar. Maar minstens zo belangrijk: het is op dit moment de beste manier om CO2 emissies terug te dringen.
Maar niet alleen in internationaal verband moeten we naar de indeling van het luchtruim kijken. In Nederland zijn ook verbeteringen mogelijk. Inmiddels zijn we met Defensie begonnen om deze verbeteringen te realiseren. Daar zullen we gezamenlijk tot de beste oplossingen moeten komen.
Onder duurzaamheid valt uiteraard ook veiligheid. Ik zal ook op dit gebied stappen nemen, zodat dat wij als overheid zo scherp mogelijk blijven. Het nieuwe adviescollege DEGAS, de Dutch ExpertGroup on Aviation Safety, zal mij, maar ook u, hierbij helpen.
Het mag duidelijk zijn intussen: onze uitdaging is een kwalitatief hoogwaardige en duurzame groei van de mainport Schiphol.
3. Ten derde: het gaat het kabinet om het netwerk van verbindingen te ontwikkelen. Dit netwerk - dat voor een belangrijk deel wordt gevormd door Air France/KLM - zorgt ervoor dat Schiphol zo’n belangrijke luchthaven is. De ontwikkeling van dit netwerk staat dan ook voor dit kabinet centraal. Want het moge duidelijk zijn dat het behouden en versterken van dit netwerk om een strategie vraagt.
Die strategie zal duidelijk maken welke verbindingen in grote mate en welke verbindingen in mindere mate bijdragen aan de ontwikkeling van de mainport.
Dames en heren, ik heb het over selectiviteit. Ik denk dat het nu de tijd is om op dit punt door te pakken.
De overheid is hier niet als eerste aan zet. Wel Schiphol en de luchtvaartmaatschappijen, omdat zij op dat gebied het meeste kunnen betekenen. Daar heeft Schiphol ook al een eerste staaltje van laten zien in het convenant voor de korte termijn ontwikkeling van Schiphol. De aangepaste luchthaventarieven stimuleren luchtvaartmaatschappijen om niet alleen met de beste vliegtuigen uit hun vloot naar Schiphol te komen,
maar ze stimuleren ook het verkeer dat echt van belang is voor de hub-functie van Schiphol. Op die voet moeten we nu doorgaan, en meer initiatieven zal ik vanuit mijn rol van harte ondersteunen.
Naast selectieve netwerkontwikkeling, geldt selectiviteit wat mij betreft trouwens ook voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling in de regio, want ik vat mainportontwikkeling breed op. De Zuidas speelt daarin een belangrijke rol. De ontwikkeling van de Zuidas als internationale kantorenlocatie is bedoeld om de hele regio een economische impuls te geven en tegelijkertijd prioriteit te geven aan luchthavengebonden bedrijvigheid op Schiphol zelf. Ook voor een mogelijke ontwikkeling als Werkstad A4 gaat dit op. Het zou daar moeten gaan om bedrijvigheid die echt gebonden is aan de locatie Schiphol en die past bij de beoogde ontwikkeling van de mainport.
4. Het vierde speerpunt betreft het benutten van de schaarse luchthavencapaciteit in HEEL Nederland.
Als we de Nederlandse luchtvaart selectief willen gaan ontwikkelen, moeten we de Nederlandse luchthavens als een systeem gaan beschouwen. Elke luchthaven krijgt in dat geval een eigen profiel. Schiphol is de locatie waar het netwerk van verbindingen tot verdere ontwikkeling moet komen, zodat de netwerkkwaliteit van Schiphol tot de absolute top van Europa blijft horen. In jargon: de hub-gebonden transportstromen moeten via Schiphol verlopen. Een deel van de niet-hub-gebonden stromen, zouden op een effectievere manier ergens anders afgehandeld moeten worden. De regionale luchthavens kunnen op die manier niet alleen belangrijk zijn voor de regionale economie, maar spelen ook indirect een belangrijke rol spelen bij de mainportontwikkeling.
Het zal wat dit ‘uitplaatsen’ betreft vooral van de luchtvaartpartijen moeten komen. Airlines moeten ervoor willen kiezen om in de toekomst niet meer op Schiphol te vliegen, maar hun operatie te verplaatsen naar de regionale luchthavens.
Daarvoor zijn duurzame ontwikkelingsmogelijkheden nodig op regionale luchthavens. Daar zie ik wel een rol voor de overheid; vooral ook voor de regionale overheden. Zij zullen tezamen met exploitanten en de omgeving tot goede afspraken moeten komen. Concreet zie ik een belangrijke rol weggelegd voor Eindhoven en Lelystad. En inderdaad moeten we wat Eindhoven betreft daarbij ook spreken over een goede verdeling tussen civiel en militair verkeer.
De rol van het rijk hierin is niet vrijblijvend. De Kamer heeft twee weken geleden in het debat over de regionale luchthavens aangedrongen op een sterk luchthavenbeleid. Dat is wat mij betreft niet tegen dovemansoren gezegd. U zult dat ook terugzien in de luchthavennota die het kabinet in het 1e deel van 2008 zal uitbrengen. Daarin zullen we ook de procedurele stappen aangeven, die we moeten zetten om een luchhavensysteem in te stellen.
5. Dames en heren, tot slot het vijfde speerpunt van het kabinet. Eigenlijk is dit al in alle vorige punten naar voren gekomen: we staan voor een gezamenlijke opgave! Het zal duidelijk zijn dat ik een ambitieuze agenda heb. Maar die heeft u ook. Dat moet ook, want de lat moet hoog blijven liggen. Dat kan maar op één manier: intensieve samenwerking! Vroeger is dat nog wel eens een probleem geweest, maar tegenwoordig is dit gelukkig geen obstakel meer. Het succes van de Alderstafel bewijst dat. Mijn complimenten aan alle betrokken, en in het bijzonder natuurlijk de man die zijn naam aan de tafel heeft verbonden, de heer Alders. Ook de betrokkenheid van de bestuurders en de bewonersvertegenwoordigers is bijzonder te noemen.
Ik zie heel goed dat zij niet altijd in een gemakkelijke positie aan tafel zitten. Maar hun constructieve houding maakt dat we samen tot resultaten kunnen komen!
En gelukkig heb ik ook op andere terreinen van het luchtvaartdossier goede samenwerking mogen ervaren.
Voor Rotterdam Airport hebben de bestuurders in de regio, onder leiding van gedeputeerde van Heijningen, gezamenlijk met het rijk onderzocht voor welke oplossing draagvlak kan worden gevonden in de situatie van Rotterdam Airport. Ik ben zeer content met het advies dat ik zeer recent heb ontvangen.
Op het dossier van RBML - de wetgeving voor de regionale, militaire en kleine luchthavens – ben ik eveneens blij met de samenwerking. Het is goed om te zien hoe serieus de provincies en het Interprovinciaal Overleg werk maken van hun toekomstige taken op luchtvaartgebied. Ik wil ze hier nogmaals danken en toezeggen dat wij - in de periode wanneer de RBML van kracht is - hun graag zullen bijstaan.
Ook kijk ik zeer uit naar de samenwerking met Lodewijk Asscher in het UPR-verband. Wij zullen als bestuurlijk duo voor de uitdaging staan om de lange termijn ontwikkeling van Schiphol en Lelystad tot een succes te maken. Het UPR-verband stimuleert ons om de luchthavenontwikkelingen in verband te brengen met de andere infrastructuur, vooral het spoor, het OV en de wegen. En dat dat belangrijk is, zal een deel van u ongetwijfeld dagelijks merken…
Dames en heren,
De komende jaren mag u een en ander van mij verwachten: een actieve en zichtbare overheid, een overheid die meer dan voorheen stuurt op het totale luchtvaart- en mainportbelang. Kortom, ik steek de handen graag uit de mouwen.
Van u verwacht ik dat ook ù zich blijft inspannen voor een luchtvaartsector die economische groei genereert, mét oog voor mensen, milieu en veiligheid. Een luchtvaartsector die begaan is met een duurzaam Nederland en die beseft dat schaarste niet remmend hoeft te zijn, maar een uitdaging is om innovatieve concepten te ontwikkelen. En daarmee vraag ik niets van u wat ik niet ook van mezelf vraag.
Laten we ons allemaal voor de volle honderd procent inzetten en elkaar scherp houden, dan is een Schiphol straks inderdaad de meest duurzame en innovatieve mainport van de wereld.
Dank u wel.