Toespraak van staatssecretaris A. Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij het afstudeerfeest van het UAF op 30 september 2007 in Amsterdam
Dames en heren,
Als ik om mij heen kijk zie ik blije, trotse mensen. Jullie hebben een geweldige prestatie geleverd door in een nieuw land, met een vreemde taal, een studie op te pakken en af te ronden. Chapeau! Ik heb daar bijzonder veel waardering en bewondering voor. Dit verdient een feest.
Maar jullie zijn er nog niet! Na het behalen van deze mijlpaal volgt de nieuwe uitdaging: het vinden van een baan. Sommigen van jullie zijn daar al in geslaagd, anderen zijn nog op zoek.
Ik heb er vertrouwen in dat dit gaat lukken. De arbeidsmarktpositie van vluchtelingen is nog niet rooskleurig, maar het gaat de goede kant op. Iedere dag lezen we in de krant dat de tekorten aan hoogopgeleid personeel toenemen. Wij hebben jullie dus nódig.
Jullie zijn een lange weg gegaan. Jullie hebben veel moeilijkheden moeten overwinnen. Jullie hebben bewezen de kracht te hebben een succes te maken van je leven. Ik stel dus jullie kracht voorop. Daarom wil ik hier korte metten maken met de ‘zieligheidsstatus’ van asielzoekers en vluchtelingen. Deze groep wordt te vaak als zielig gezien. Dat is bijzonder spijtig, want dat levert een negatief imago op. Als je als vrouw uit Somalië, met een baby op je arm, weet te vluchten naar Nederland heb je een enorme prestatie geleverd. Zo’n vrouw is niet zielig. Ze is buitengewoon sterk. Ik moet er niet aan denken dat ik zo’n vlucht zou moeten maken, het zou mij niet lukken.
De kracht van deze mensen weten we in Nederland nog onvoldoende te benutten. Dat zien we in het onderwijs: vluchtelingen hebben een relatief hoog opleidingsniveau en veel competenties. De opleidingen in het land van herkomst sluiten vaak aan bij de behoeftes van de Nederlandse arbeidsmarkt. Ik denk aan technici en medici. Maar deze diploma’s worden door werkgevers en overheid vaak niet herkend en erkend.
Dat moet anders. Dus daar zoeken we oplossingen voor. Het CWI bemiddelt bij de waardering van buitenlandse diploma’s en zogeheten EVC, het Erkennen van Verworven Competenties. En stages en werkervaringsplaatsen kunnen helpen.
Wat ook een zeker helpt is de afspraak met de gemeenten om vluchtelingen met behoud van uitkering een opleiding te laten volgen. Zo kunnen vluchtelingen een HBO- of universitaire studie afronden. Een aantal grote gemeenten doet hier aan mee, en met succes.
Ik zeg u toe dat ik gemeenten die dit nog niet toestaan ga overtuigen van de pluspunten, ik ga daarvoor mijn best doen. Want: ik steek liever 20.000 € in een opleiding dan in een uitkering. Ook op de arbeidsmarkt maken we nog te weinig gebruik van de kracht van asielzoekers en vluchtelingen. Wordt mensen nog te vaak een zieligheidsstatus aangepraat.
Ik weiger daar aan mee te doen.
Dit kabinet zet arbeidsparticipatie voorop. De komende jaren investeren we fors, om meer mensen aan een baan te helpen. Volgend jaar 165 miljoen, de jaren daarna lopen de bedragen verder op. Dit zijn extra investeringen in onder andere trainingen, stageplaatsen en loonkostensubsidies. Met als doel 200.000 mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt extra aan de slag. Onder het motto ‘Iedereen doet mee’. Dit geldt uiteraard ook voor vluchtelingen.
We doen meer. Asielzoekers die nog in de asielprocedure zitten mogen voortaan 24 weken werken. En ze mogen stages lopen, daar is geen tewerkstellingsvergunning meer voor nodig. Ook dat is participatie.
Jullie als afgestudeerden staan er niet alleen voor. Ik noem het Banenoffensief Vluchtelingen waar ook het UAF aan meedoet. De doelstelling –eind 2008 2600 mensen aan de slag- móeten we gaan halen. Ik heb daar alle vertrouwen in. En ik noem de afdeling Jobsupport van uw eigen UAF. Enthousiaste en capabele medewerkers zetten zich in bij de bemiddeling naar werk.
De Rijksoverheid als werkgever moet hierbij het goede voorbeeld geven. Mijn departement, het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bood het afgelopen jaar zes vluchtelingen een werkervaringsplaats. Met succes; deze mensen hebben inmiddels elders een vaste baan. En natuurlijk gaan we hiermee door. Het ministerie van Justitie volgt dit voorbeeld.
Dames en heren,
Tot zover de inspanningen van de overheid en de organisaties. Van jullie als afgestudeerden verwacht ik ook het nodige.
Vergroot je kansen door netwerken. Dat kan tijdens je studie, maar ook daarna. Een vluchteling in Nederland zonder enig netwerk krijgt het heel moeilijk. Vind dan maar eens je plek in de samenleving, zoek dan maar eens een baan. Vrijwilligerswerk kan enorm helpen. Als je een paar uur per week in een verzorginghuis werkt, ken je in zo’n bedrijf al snel 200 mensen. Dat kan behulpzaam zijn bij het zoeken naar een stageplek of baan. De meeste banen worden vergeven via informele netwerken. Het gaat om kennen en gekend worden.
Ik rond af.
De afgestudeerden, waar het hier vanmiddag om draait, zou ik nog graag het volgende willen zeggen.
Ik zie hier in de zaal trotse mensen zitten, met hun diploma’s. Terecht. Draag je succes uit, wees mentor en rolmodel voor diegenen die nog niet zo ver zijn. Bijvoorbeeld voor de eerstejaarsstudenten hier op de balkons. Zij moeten nog flink buffelen, voordat zij hier beneden in de zaal mogen zitten. Zoek elkaar op en leer van elkaar.
Tegen jullie allemaal zeg ik: kies zo snel mogelijk voor Nederland. Hier heb je een opleiding gevolgd, hier ligt je toekomst. Kies met hoofd en hart voor Nederland. In een spagaat overleven lukt niemand.
Ik wens jullie veel succes met jullie plannen voor de toekomst. Maak er iets moois van!