Reactie op rapport over investeringen luchthaven Bonaire, eindrapport over financiële situatie Aruba, adviesrapport ‘’Autonoom en Verantwoordelijk’’
In de brief van 26 april jl. van uw commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken wordt mij gevraagd een reactie te geven op een drietal rapporten, te weten:
- het rapport van de Algemene Rekenkamer Nederlandse Antillen over de investeringen in de luchthaven Bonaire,
- het adviesrapport ‘’Autonoom en Verantwoordelijk’’ van de Commissie Financiële perspectieven Land Curaçao,
- het eindrapport van de Nationale Commissie Openbare Financiën over de financiële situatie van het land Aruba.
Daarnaast vraagt u mij om een afschrift van mijn reactie op de brief van onder andere de Kamer van Koophandel en Nijverheid van Aruba, d.d. 8 december 2006, aan mij met daarin een klacht over de deugdelijkheid van bestuur van de Arubaanse regering op het terrein van de openbare financiën.
Met betrekking tot het eerstgenoemde rapport over de investeringen in de luchthaven Bonaire deel ik u mee dat de conclusies van het onderzoek zeker mijn aandacht hebben. In uw brief geeft u aan dat de drie rapporten, waaronder deze, gevolgen kunnen hebben voor (het beheer van) de overheidsfinanciën van het gehele koninkrijk, waaronder Nederland. Mijns inziens zal dat niet het geval zijn. Ik ben van mening dat met de komst van een (interim) financieel toezichthouder, waarover ik wat betreft de uitwerking op 20 juni 2007 overeenstemming heb bereikt met Bonaire, Saba en Sint Eustacius, en de vorming van een openbaar lichaam binnen het Nederlandse staatsbestel, de kwaliteit van het financieel beheer op Bonaire zal verbeteren. Dit zal (de bevolking van) Bonaire ten goede komen en tevens positief uitwerken voor het Koninkrijk.
Het adviesrapport ‘’Autonoom en Verantwoordelijk’’ is een intern document van het eiland Curaçao en gaat hoofdzakelijk over de schuldenproblematiek van Curaçao. Ik heb daar kennis van genomen, evenals van de reacties op Curaçao van onder meer de Bank Nederlandse Antillen en de Kamer van Koophandel van Curaçao. Een groot deel van de aanbevelingen heeft aan relevantie verloren nu Curaçao alsnog de Slotverklaring van november 2006 heeft goedgekeurd en op 28 augustus 2007 met Nederland en het Land Nederlandse Antillen een bestuursakkoord heeft gesloten over de toetreding tot het Overgangsakkoord van 12 februari 2007. In dat bestuursakkoord is nader uitwerking gegeven aan de rechten en plichten van alle partijen met betrekking de schuldsanering voor Curaçao en het Land Nederlandse Antillen.
Over het rapport over de financiële situatie van het land Aruba kan ik u het volgende melden. Dit rapport is in opdracht van de Arubaanse minister van Financiën en Economische Zaken opgesteld door de daartoe opgerichte onafhankelijke Nationale Commissie voor de Openbare Financiën (NCOF). Deze commissie had onder andere tot taak te rapporteren over: normen voor het financieringstekort en de overheidsschuld, de wettelijke verankering en handhaving van deze normen en de wijze waarop het toezicht op het financieel beheer kan worden versterkt. In februari 2007 presenteerde de commissie haar bevindingen en aanbevelingen in een rapport aan de minister van Financiën en Economische Zaken van Aruba. De belangrijkste conclusies uit het rapport zijn:
- Cijfermatig gezien valt de situatie bij de overheidsfinanciën mee. Het financieringstekort was de afgelopen jaren (afgezien van een enkele negatieve uitschieter) niet buitensporig hoog en ook de staatschuld, die rond de 45% BBP ligt, is lager dan die van veel EU Lidstaten. De grootste kostenpost van de Arubaanse overheid zijn de consumptieve uitgaven en daarbinnen vooral de personeelskosten. Aanbevolen wordt dan ook de jaarlijkse gemiddelde stijging van de personeelskosten en de overige consumptieve uitgaven te maximeren op 3% (thans 6% per jaar) respectievelijk 2%. Hierbij kan, zelfs met een aanbevolen lichte stijging van de overheidsinvesteringen tot 2% BBP, vanaf 2009 een begrotingsoverschot worden bereikt en kan de schuldquote dalen tot onder de 40% BBP, hetgeen als houdbaar wordt aangemerkt door de NCOF.
- Daarnaast is er een duidelijke verbetering nodig in het comptabele kader (begrotingsrichtlijnen voor o.a. begrotingsproces en financieel beheer) en stelt de commissie voor de comptabiliteitswet- en regelgeving aan te passen.
Nadat het rapport was verschenen heeft op Aruba een brede consultatieronde plaatsgevonden met de belangrijkste belanghebbenden om een breed draagvlak te creëren en is het rapport aanvaard in de Ministerraad van Aruba. Het rapport is ook ter kennisneming voorgelegd aan de Rijksministerraad en oogstte daar lof, ook van mij. Nu komt het aan op de implementatie van de aanbevelingen, waar Aruba al mee is gestart. Hierbij is het van belang dat de NOCF zal blijven voortbestaan en dat regelmatig met hen zal worden gesproken over de voortgang bij de implementatie.
Wat betreft het afschrift van mijn reactie op bovengenoemde brief van 8 december 2006 van o.a. de Arubaanse Kamer van Koophandel deel ik u mee dat deze brief was gericht aan meerdere personen, waaronder de Gouverneur van Aruba. Met de Gouverneur is afgesproken dat hij de brief zou beantwoorden. Dat is inmiddels gebeurd.
DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten