Motie van de leden Heerts en Omzigt over stopzetten zorgtoeslag
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Z/F-2790304
2 oktober 2007
Tijdens de plenaire behandeling op 20 juni 2007 van het wetsvoorstel tot Wijziging van de Zorgverzekeringswet en andere wetten met het oog op het verzwaren van het premie-incassoregime en andere maatregelen om de werking van het met die wet en de Wet op de zorgtoeslag in het leven geroepen stelsel te optimaliseren (verzwaren incassoregime premie en nadere maatregelen zorgverzekering; Kamerstukken II, 2006/2007, 30918) heb ik aangegeven te streven naar implementatie van de maatregel ‘stopzetten zorgtoeslag’ met ingang van 1 januari 2008 (als overgangsmaatregel tot 1 januari 2009 inwerkingtreding structurele maatregel). Ik heb aangegeven een en ander verder te onderzoeken en uw Kamer zo snel mogelijk in te lichten over de mogelijkheden om te komen tot stopzetting van de zorgtoeslag voor wanbetalers. De kamerleden Heerts en Omtzigt hebben hiertoe een motie ingediend (30 918, nummer 21). Deze motie is door uw Kamer aangenomen. Naar aanleiding van mijn toezegging aan de Kamer en deze motie ben ik in overleg getreden met de Staatssecretaris van Financiën. Onderstaand geef ik de resultaten van dat overleg weer.
De Staatssecretaris van Financiën heeft aangegeven dat het stopzetten van de zorgtoeslag voor het jaar 2008 weliswaar mogelijk is, maar dat de condities waaronder van dien aard zijn dat er sprake is van zeer ongewenste gevolgen. Deze zijn:
De zorgtoeslag wordt per 1 januari 2008 gestopt voor het hele toeslagjaar 2008. De zorgtoeslag herleeft niet indien een wanbetaler zijn premieschuld heeft afgelost. De zorgtoeslag wordt ook niet bij de definitieve afrekening in 2009 over het toeslagjaar 2008 alsnog toegekend. De wanbetaler verliest dus voor het hele jaar 2008 – ongeacht of hij zijn premieschuld wel of niet aflost – het recht op zorgtoeslag. De prikkel om alsnog de premieschuld af te lossen gaat hierbij verloren.
Stopzetting van de zorgtoeslag kan slechts op één bepaald moment plaatsvinden, namelijk in het jaarlijkse proces van automatisch continueren van de zorgtoeslag (eind 2007). Stopzetting op andere tijdstippen is niet mogelijk (het huidige automatiseringssysteem van de Belastingdienst kan dit niet aan). Dit brengt met zich mee dat de lijst van wanbetalers vóór half november 2007 bekend moet zijn, dat wil zeggen dat de Belastingdienst uiterlijk half november een geautoriseerde lijst met wanbetalers van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) moet ontvangen. Het CVZ moet deze lijst samenstellen aan de hand van meldingen van zesdemaand wanbetalers van verzekeraars.
Vervolgens is dan een zorgvuldige procedure vereist die regelt dat:
- de verzekeraar de zesdemaand wanbetalers tijdig meedeelt dat de betaling van de zorgtoeslag stopgezet gaat worden als de premieschuld niet alsnog betaald wordt;
- de verzekeraar de verzekerde een redelijke termijn gunt om hierop te kunnen reageren (het al dan niet betwisten van het zijn van een wanbetaler).
Hiervoor is nu geen wettelijke basis aanwezig. Het hieraan voorbijgaan betekent dat verzekeraars begin september 2007 moeten beginnen met tijdig meedelen.De lijst van het CVZ is voor de Belastingdienst leidend, maar kan fouten bevatten met als gevolg onterechte stopzettingen van de zorgtoeslag. Deze fouten kunnen niet meer gecorrigeerd worden, ook niet achteraf.
Voor wanbetalers die door het CVZ na november 2007 bij de Belastingdienst worden aangemeld kan de zorgtoeslag dus niet worden stopgezet; zij hebben geluk. Zij blijven gedurende 2008 zorgtoeslag ontvangen.
Bij een wanbetaler in een gezin, waarvan één van de partners of alleen de aanvrager wanbetaler is, wordt de zorgtoeslag in zijn geheel (dus voor het hele gezin) stopgezet.
Het vorenstaande is voor mij aanleiding de maatregel tot het stopzetten van de zorgtoeslag niet met ingang van 1 januari 2008 te laten plaatsvinden, maar deze maatregel te betrekken bij de structurele maatregel van ‘bronheffing’ met ingang van 1 januari 2009. De Belastingdienst krijgt dan een nieuw, flexibeler automatiseringssysteem waarin bij voorbaat rekening kan worden gehouden met de wensen terzake van het stopzetten van de zorgtoeslag. Afstemming hierover vindt nu reeds plaats.
Uit het tweede CBS-onderzoek naar kenmerken van wanbetalers in het kader van Zorgverzekeringswet, dat op 22 augustus jl. is gepubliceerd, kwam naar voren dat de mensen die een zorgtoeslag ontvangen slechts in beperkte mate vaker wanbetaler zijn dan mensen die geen zorgtoeslag ontvangen. Van ontvangers van zorgtoeslag betaalt 1,8% geen nominale premie aan zijn zorgverzekeraar; voor de totale bevolking ligt dat percentage op 1,5%. Dit gegeven, dat het niet om extreme aantallen gaat, maakt het wat minder bezwaarlijk dat stop zetten van de zorgtoeslag voor wanbetalers niet gerealiseerd kan worden per 1 januari 2008. Dat neemt niet weg dat ik er alles aan zal doen om te voorkomen dat wanbetalers na 1 januari 2009 nog profiteren van een zorgtoeslag.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink