Extra geld voor informatie en advies over seksualiteit voor jongeren
De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid, Welzijn en Sport besloten 3,5 miljoen euro per jaar beschikbaar te stellen voor laagdrempelige eerstelijns seksualiteitshulpverlening voor jongeren. Het doel van deze hulpverlening is het voorkomen van (latere) problemen op het gebied van seksualiteit, zoals seksueel overdraagbare aandoeningen (soa), ongewenste zwangerschap en seksueel geweld. Voor de bestaande laagdrempelige voorzieningen op het gebied van seksualiteit bestond tot nu toe een beperkte financieringsregeling. De nieuwe regeling richt zich op informatie en advies over seksualiteit voor jongeren tot en met 24 jaar, als aanvulling op de reguliere curatieve gezondheidszorg door de huisarts en specialist.
De regeling zal worden uitgevoerd door acht coördinerende GGD'en. Deze GGD'en ontwikkelen vanaf 1 januari 2008 een aanbod van seksualiteitshulpverlening voor jongeren in hun regio (een deel van de vroegere Rutgershulpverlening). Op deze manier ontstaat een landelijk dekkend netwerk van voorzieningen. In samenwerking met andere GGD'en en samenwerkingpartners realiseert de coördinerende GGD een optimaal aanbod van seksualiteitshulpverlening in hun regio. Op deze manier wordt preventie en hulpverlening dichter bij elkaar gebracht. Tevens kunnen voorzieningen op het gebied van het testen voor soa, die reeds georganiseerd worden door de acht GGD'en, gekoppeld worden aan de nieuwe algemene consulten seksualiteitshulpverlening voor jongeren.
In elke regio is er minimaal één laagdrempelige voorziening waar jongeren kosteloos en anoniem terecht kunnen met vragen of problemen op het gebied van seksualiteit. De hulpverlening hoeft niet uitsluitend te worden geboden door de GGD, ook andere partners kunnen dit leveren. Iedere regio krijgt een vast subsidiebedrag, aangevuld met een subsidie per uitgevoerd consult (tot een maximum per regio, gebaseerd op het inwonersaantal).