Antwoorden op kamervragen van Agema over wantoestanden in het ziekenvervoer

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ-K-U-2790584

26 september 2007

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker en mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, op kamervragen van het Kamerlid Agema over aanhoudende wantoestanden in het ziekenvervoer (2060722440).

Vraag 1
Kent u het bericht dat het ziekenvervoer in ons land zo slecht is dat zieken, gehandicapten en ouderen te laat op hun afspraak in ziekenhuis, revalidatiecentrum of bij hun therapeut komen waardoor afspraken vaak moeten worden verzet en dat gehandicapten soms zelfs op de grond in het busje moeten zitten?

Antwoord 1
Ja. Ik heb kennisgenomen van het betreffende artikel in Trouw van 2 augustus 2007.

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft in haar thematisch onderzoek ‘Zorgplicht; hoe geven
zorgverzekeraars invulling aan hun zorgplicht’ onder meer het zittend ziekenvervoer nader
bekeken. Dit naar aanleiding van berichten eerder dit jaar over vermeende wantoestanden in
het zittend ziekenvervoer. De NZa geeft aan dat meerdere zorgverzekeraars de geschetste
problemen in het zittend ziekenvervoer herkennen en dat zij maatregelen hebben genomen
om de kwaliteit van zorg weer voldoende te waarborgen. Op basis van dit gegeven, ziet de
NZa momenteel geen aanleiding om in te grijpen. Wel gaat de NZa deze maatregelen
monitoren. Ik zal het rapport van de NZa voorzien van mijn standpunt voor Prinsjesdag aan
de Tweede Kamer zenden.

Vraag 2
Bent u voornemens de aanbesteding in het ziekenvervoer te beëindigen wegens voortdurende wanprestaties en omdat ziekenvervoerders niet aan de aanbestedingseisen (kunnen) voldoen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2
Nee. De gemeenten (Wmo-vervoer) en zorgverzekeraars (zittend ziekenvervoer binnen de
Zorgverzekeringswet) zijn verantwoordelijk voor de inkoop van vervoer. Zij bepalen op welke
wijze zij dit vervoer inkopen en welke (kwaliteits)eisen aan het vervoer gesteld worden. Het
is ook aan de gemeenten en de zorgverzekeraars om de gecontracteerde vervoerders aan te
spreken als die de gemaakte afspraken niet nakomen.

Vraag 3
Deelt u de mening dat u een coördinerende rol op zich moet nemen om de problemen met het ziekenvervoer die zich in het hele land voordoen op te lossen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 3
Nee, die mening deel ik niet. Zoals bij vraag 2 is aangegeven heeft elke gemeente en/of
zorgverzekeraar een eigen beleidsverantwoordelijkheid bij het inkopen van vervoer voor hun
cliënten. Als er klachten over het vervoer zijn, ga ik ervan uit dat gemeenten en verzekeraars
serieus actie ondernemen om deze klachten op te lossen en/of te voorkomen voor de
toekomst.

Vraag 4
Bent u bereid een richtlijn in te stellen dat ziekenvervoerders maximaal 10 minuten te laat mogen zijn op straffe van een fikse boete? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4
Nee. Het past niet binnen mijn verantwoordelijkheid om richtlijnen op te stellen, over zaken
waar anderen – in dit geval gemeenten en zorgverzekeraars – verantwoordelijk voor zijn.