Brief aan de Tweede Kamer over resultaten bestuurlijk overleg Curaçao en Nederlandse Antillen en Aruba
Op 28 augustus 2007 vond een bestuurlijk overleg plaats met Curaçao en het Land Nederlandse Antillen. Dit overleg heeft geresulteerd in een akkoord waarin is vastgelegd dat Curaçao toetreedt tot het Overgangsakkoord van 12 februari 2007. In het akkoord zijn evenals in het Overgangsakkoord afspraken gemaakt over het proces tot inwerkingtreding van de nieuwe staatkundige verhoudingen, de invulling van de schuldsanering en de Nederlandse bijdrage aan het Sociaal Economische Initiatief van Curaçao. Voor inhoud van de afspraken verwijs ik u kortheidshalve naar het akkoord dat ik bij deze brief heb gevoegd.
Voor de voortgang van het proces is het goed dat Curaçao zich weer heeft aangesloten. Om de ambitieuze doelstellingen uit de diverse akkoorden te kunnen realiseren is wel de blijvende inzet en constructieve opstelling van alle betrokkenen vereist.
Op 29 augustus jl. heb ik overleg gevoerd met minister-president Oduber. Wij hebben tijdens dat overleg een aantal afspraken gemaakt inzake sluiting van de politiecellen te Oranjestad en de deelname van Aruba aan de politieke stuurgroep staatkundige vernieuwing. Tevens heb ik met minister Wever gesproken over de voortgang van de uitvoering van het protocol inzake de vreemdelingenketen en vergunningverlening aan uitgezonden Nederlandse ambtenaren en hun gezinnen, daarover heb ik afgesproken dat minister Wever met voorrang de behandeling van deze aanvragen ter hand neemt. Tevens hebben wij gesproken over de opbrengst van de Nederlandse deelneming in Plant Hotel N.V. als vervolg op de gesprekken die ik in juli hierover voerde met minister-president Oduber en minister van Financiën Swaen. Wat mij betrof konden de afspraken over de verdeling van de opbrengst van de verkoop van de deelneming worden gefinaliseerd. Jammer genoeg bleek dat uiteindelijk nog niet mogelijk. Ik heb aangegeven dat Nederland bereid is ambtelijk een nadere toelichting te geven op de voorgestelde verdeling.
DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten