Problemen loonaangifte geleidelijk oplossen

Nieuwsbericht | 18-09-2007 | 00:00

De problemen rond de loonaangifte kunnen niet in één klap, maar alleen stapsgewijs worden opgelost. Dat concluderen minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris De Jager van Financiën op basis van de probleemanalyse die zij vandaag naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. De analyse geeft aan dat wat werd beoogd met de veranderingen in de loonaangifte enorm complex was. De conclusie is dat eerst een werkende keten, dan een stabiele keten en tenslotte een robuuste keten kan worden bereikt. Een robuuste keten vergt nadere politieke beslissingen.

Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de Belastingdienst treffen nu eerst maatregelen om te komen tot een werkende loonaangifteketen. Een onafhankelijke derde, Het Expertisecentrum, en de Inspectie voor Werk en Inkomen beschouwen deze als stappen in de goede richting. De bewindslieden verwachten dat de maatregelen geleidelijk zullen leiden tot een werkende keten.

In de gezamenlijke analyse van Belastingdienst en UWV, die wordt onderschreven door onafhankelijke deskundigen van Het Expertise Centrum, ligt de nadruk op de getroffen maatregelen. Het gaat hierbij allereerst om technische maatregelen. Zo worden onverwerkbare gegevens voortaan al direct bij aangifte geweigerd. Daarnaast krijgen inhoudingsplichtigen (werkgevers, maar bijvoorbeeld ook pensioenfondsen) de mogelijkheid meer controles in hun software in te bouwen. Verder bleek er bij de uitwisseling van grote berichten tussen Belastingdienst en UWV vaak iets mis te gaan. De oorzaak is gevonden en maatregelen zijn genomen. Daarnaast zal scherp in de gaten worden gehouden of het gegevensverkeer goed verloopt.

Ook de organisatie is aangepast. Belastingdienst en UWV hebben een ketenbureau opgezet dat toeziet op aangifte, uitwisseling en verwerking van loongegevens. Het bureau staat onder leiding van een ketenmanager met vergaande bevoegdheden. Deze rapporteert aan het Management Team van de Belastingdienst, de Raad van Bestuur van het UWV en de beide betrokken bewindspersonen.

Door de getroffen maatregelen zal het naar verwachting veel minder vaak nodig zijn loongegevens opnieuw op te vragen. Over 2008 zal dat naar verwachting bij maximaal vijf procent van de inhoudingsplichtigen (onder wie degenen die niets hebben aangeleverd) het geval zijn. Over 2006 ging het nog om 108.000 (18 procent) van de circa 590.000 inhoudingsplichtigen.