1,3 miljard voor kindgebonden budget in 2011

Bijna zes miljard euro besteedt minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin het komende jaar aan inkomensondersteuning van gezinnen, gezond opgroeien van kinderen en de zorg en bescherming die zij nodig hebben. Daarmee wil hij bereiken dat kinderen gezond en veilig opgroeien, hun steentje kunnen bijdragen aan de maatschappij, hun talenten kunnen ontwikkelen, plezier hebben en goed voorbereid zijn op de toekomst. Doelen zoals verwoord in het beleidsprogramma ‘Alle Kansen voor Alle Kinderen’, dat in juni 2007 is gepresenteerd.

In de beleidsagenda bij de begroting voor 2007 is een aantal beleidsmaatregelen nader uitgewerkt.

Kindgebonden budget

Met ingang van 2008 komt er een inkomensafhankelijk kindgebonden budget, waarin de huidige fiscale kinderkorting opgaat. Volgend jaar zullen ouders met een minimum inkomen er vooral daardoor 5 á 6 procent in koopkracht op vooruit gaan.

In verband met de koopkrachtpositie van huishoudens met kinderen in de laagste inkomenscategorieën is vanaf 2008 41 miljoen euro aan het kindgebonden budget toegevoegd. Vanaf 2009 wordt het kindgebonden budget per kind uitgekeerd. De bedragen zullen de komende jaren gaan stijgen. Ook zal er in 2010 een beperkte overheveling tussen de kinderbijslag en kindgebonden budget plaatsvinden. In datzelfde jaar gaat de tegemoetkoming voor de schoolkosten op in het kindgebonden budget. Op die manier worden gezinnen met lagere en middeninkomens de komende jaren naar draagkracht ondersteund.

In totaal worden extra middelen oplopend tot ca. 0,6 miljard euro in 2011 structureel aan het kindgebonden budget toegevoegd. Zij komen bovenop de bestaande middelen voor de kindertoeslag. Voor het kindgebonden budget wordt in 2011 ruim 1,3 miljard euro uitgetrokken.

Aanpak wachtlijsten Jeugdzorg

Volgend jaar is 97 miljoen extra beschikbaar om aan de groeiende vraag naar jeugdzorg te kunnen voldoen. Dat bedrag komt bovenop de 40 miljoen extra die vanaf 2007 structureel beschikbaar is gesteld. Het bedrag komt toe aan de hele keten van de jeugdzorg; 9 miljoen voor de Advies en Meldpunten Kindermishandeling, 56 miljoen voor het zorgaanbod, 6,3 miljoen voor de Raden voor de Kinderbescherming en 25,7 miljoen voor de ondertoezichtstellingen (OTS). Daarnaast wordt ook 52 miljoen extra uitgetrokken voor de gesloten jeugdzorg.

In 2008 neemt de minister voor Jeugd en Gezin actie om meer greep te krijgen op de groei van de jeugdzorg en samen met de sector te werken aan vereenvoudiging en doelmatigheid van de werkwijze. Ook werkt hij toe naar een betere financieringssystematiek.

Daarnaast wordt de bureaucratie in de jeugdsector aangepakt. Ouders, kinderen en professionals moeten dat aantoonbaar gaan merken; snellere hulp, niet steeds hetzelfde verhaal hoeven te vertellen en minder formulieren om in te vullen. Doel is dat met 25 procent te hebben verlaagd in 2011. De minister van Jeugd en Gezin wil dat bereiken door betere inzet van ICT, harmonisatie van indicatiestellingen, minder registratielast en een andere wijze van verantwoording.

Voor de jaren 2009 en verder is een bedrag oplopend tot 110 miljoen in 2011 indicatief gereserveerd. Daarmee wordt beoogd dat de beleidsintensiveringen op het terrein van zorg en bescherming structureel beschikbaar blijven.

Aanpak kindermishandeling

Met ingang van dit najaar wordt een nieuwe manier van werken in de hulpverlening ingevoerd; de RAAK-aanpak, waarbij hulpverleners gezamenlijk optrekken bij het voorkomen van kindermishandeling, het vroeg signaleren van problemen en het zoeken van oplossingen. In 2011 moet de aanpak in heel Nederland zijn ingevoerd.

In 2008 start een periodieke publiekscampagne tegen kindermishandeling. Ook worden alle beroepskrachten die met kinderen werken voorgelicht over de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld. De doorlooptijden van de onderzoeken bij Advies en Meldpunten Kindermishandeling worden verder teruggebracht.

Campussen

Jongeren zonder zicht op opleiding of baan die met de gebruikelijke instrumenten niet worden bereikt, wil de minister voor Jeugd en gezin perspectief bieden door een start te maken met de landelijke invoering van campussen die gericht zijn op scholing en het leiden naar werk. In afwachting van onderzoek naar de doelgroep, methoden en juridisch kader zijn middelen gereserveerd oplopend tot 20 miljoen in 2011.