I-dag Rijk: 'Grenzeloos Samenwerken'
Speech staatssecretaris van Economische Zaken, Frank Heemskerk, t.g.v. I-dag Rijk 'Grenzeloos Samenwerken', 17 september, WTC Rotterdam.
Alleen gesproken woord geldt.
Dames en heren,
'Grenzeloos samenwerken'. Een prachtig thema voor deze I-dag Rijk. Want het doet er steeds minder toe waar en wanneer je wilt werken, ICT verbindt mensen door tijd en ruimte heen. Een voorbeeld uit de praktijk: toen ik in juli tijdens een handelsmissie China bezocht, kon vanuit mijn hotel - via Skype - dagelijks even praten met mijn twee jonge kinderen. Dat maakt het leven een stuk aangenamer.
Maar ik ben niet alleen een enthousiast gebruiker. Als staatssecretaris van Economische Zaken heb ik natuurlijk een speciale verantwoordelijkheid om de inzet van ICT te stimuleren en daarmee economische groei te bevorderen.
Als econoom ben ik geneigd om ICT vooral te benaderen als een 'enabling technology'. Een technologische doorbraak met grote maatschappelijke consequenties. Daarvan zijn er in de wereldgeschiedenis niet zoveel geweest: het vuur, het wiel, de landbouw. Of recenter: elektriciteit, de benzinemotor. En dus ook: ICT.
Wereldwijd heeft ICT gezorgd voor een enorme groei-impuls. En voor een revolutie in de manier waarop wij samenwerken. De ICT-revolutie is nog lang niet voorbij. U bent bevoorrecht dat u die van zo dichtbij mag meemaken. En u bent ook een beetje het haasje.
Want revoluties verlopen nooit netjes, maar altijd met horten en stoten, met vallen en opstaan. Afgelopen weken hebben we daarvan weer een aantal voorbeelden gezien. Zoals de automatiseringsproblemen bij het UWV en de Belastingdienst. Of het rapport Nationale Veiligheid waaruit blijkt dat onze ICT-infrastructuur kwetsbaar is.
Serieuze zaken die vragen om serieuze aandacht van ICT'ers, van journalisten, van politici. Maar in zekere zin hoort vallen en opstaan ook bij een technologische doorbraak.
Wat kunnen we doen om de valpartijen te beperken? Hoe kunnen we binnen het Rijk beter samenwerken op ICT-gebied? Daarover wil ik vandaag spreken. Ik doe dat aan de hand van twee onderwerpen:
- Beter samenwerken door open standaarden en open source software;
- Beter samenwerken bij aanbesteden en uitvoeren.
Beter samenwerken door open standaarden en open source software
Om met het eerste te beginnen, vandaag stuur ik samen met staatssecretaris Bijleveld van Binnenlandse Zaken een actieplan naar de Tweede Kamer. Met als doel het gebruik van open standaarden en open source software door het Rijk te bevorderen.
Bij open standaarden draait het om ICT-standaarden die iedereen mag gebruiken en waarvoor geen licenties betaald hoeven worden. Bij open source software gaat het om software met vrije toegang tot de bronbestanden. Beide zullen helpen om de overheid minder afhankelijk te maken van ICT-leveranciers en innovatie te bevorderen. Ook maken ze de overheid transparanter en daardoor beter controleerbaar. Daarnaast wordt de gegevensuitwisseling tussen overheden, bedrijven en burgers eenvoudiger. Naar een open overheid, dat is de kern van het plan.
Wat betekent het actieplan voor u? Allereerst, dat vanaf april 2008 alle Rijksdiensten bij de aanschaf of modernisering van software moeten uitgaan van open standaarden. Alleen in een aantal uitzonderingsgevallen mag daarvan worden afgeweken, bijvoorbeeld wanneer de bedrijfsvoering in gevaar komt. Met provincies, gemeenten, waterschappen en ZBO's maakt de minister van Binnenlandse Zaken vergelijkbare afspraken.
Verder moeten vanaf 1 januari 2009 alle departementen een strategie hebben voor de aanbesteding, inkoop en het gebruik van open source software.
Ten slotte komt er een speciaal programmabureau om u te ondersteunen bij de overgang naar open standaarden en open source software.
Complexiteit ICT-projecten bij overheid én bedrijfsleven
Het moge duidelijk zijn dat de overgang naar open standaarden en open source software een complexe operatie is. En dat geldt voor praktisch alle ICT-projecten binnen de rijksoverheid: veel spelers en zwaarwegende belangen.
Het Rijk is nu eenmaal een grote organisatie met veel verschillende subculturen. Dat kan je natuurlijk ook van Shell zeggen. Maar het Rijk is bovendien een publieke organisatie die werkt met publiek geld. Wij moeten onze beslissingen en uitgaven democratisch verantwoorden. Dat is een goede zaak, maar zorgt voor extra complexiteit.
Zo zijn onze programmeurs vaak al maanden bezig om de invoering van een nieuwe wet voor te bereiden door de benodigde informatiesystemen te bouwen. Terwijl tot de laatste stemming in de Eerste Kamer de specificaties kunnen wijzigen. Wanneer dat gebeurt, kost aanpassing vanzelfsprekend extra tijd en extra geld.
Toch is het goed dat de politiek zich bemoeit met ICT. Het is niet alleen een technologisch middel, maar ook een wezenlijk onderdeel van de moderne Nederlandse samenleving. Bovendien kan de politiek ook ICT-trajecten versnellen die ambtelijk in het slop zitten, zoals bij de invoering van de Zorgwet.
Hoe groot Shell, ABN Amro of Ahold ook zijn, er is daar altijd één meneer of mevrouw die de leiding heeft over ICT. Dat maakt het leven een stuk overzichtelijker. Toch kampen ook bedrijven met de complexiteit van ICT-projecten. Onderzoek van Ernst & Young onder managers wijst uit dat zij één op de twee ICT-projecten als gedeeltelijk mislukt ervaren. En zelfs één op de tien als een volledige misser. Denk aan het handelshuis Hagemeijer dat in 2003 bijna failliet ging door een ICT-strop van 300 miljoen euro. Jammer voor de aandeelhouders. Een berichtje in de Financiële Telegraaf, daar blijft het bij.
In de politiek gaat dat anders, zoals staatssecretaris de Jager afgelopen zomer heeft ervaren. Dan vliegen de Kamervragen je om de oren en staan de kranten vol. Zo zijn nu eenmaal de spelregels van de democratie.
Beter samenwerken bij aanbesteden
Ik ben ervan overtuigd dat we als Rijk problemen bij grote ICT-projecten nooit geheel kunnen uitsluiten. Wél kunnen we een flink aantal ervan ondervangen door goed aan te besteden en goed uit te voeren. Wat versta ik daaronder?
Goed aanbesteden betekent dat de Europese regels moeten worden nageleefd. Dat is geen sinecure. Tegelijkertijd dwingen ze je om heel gestructureerd je specificaties in kaart te brengen. Dat is weer het voordeel. Bovendien vormen ze natuurlijk een bescherming tegen onderhands gunnen.
De Europese regels zijn een gegeven. Leuker kunnen we het niet maken. Makkelijker wel. Zo kunnen we u adviseren en ondersteunen bij het proces van Europees aanbesteden. Daarvoor heeft EZ twee jaar geleden het bureau Pianoo opgericht. Dat houdt zich bezig met professioneel en innovatief inkopen en aanbesteden door overheidsorganisaties.
Pianoo biedt u ondermeer een besloten webforum waar overheidsinkopers kunnen 'chatten' over hun ervaringen en problemen met Europees aanbesteden. Daarnaast is er Tenderned, een elektronisch systeem dat het Europees aanbesteden voor zowel inkopers als leveranciers een stuk makkelijker maakt. Tendernetd 2.0 is in de maak. Ik verwacht er veel van.
Goed aanbesteden bij ICT-projecten houdt ook in dat we onze kennis op het gebied van inkopen én ICT meer moeten bundelen. Dit zijn nog te veel gescheiden werelden. Gelukkig komt er - op initiatief van de rijksdirecteuren POI en inkoop - een kwartiermaker die de kennis en expertise van beide beroepsgroepen bij elkaar zal brengen.
Beter samenwerken bij uitvoeren
Beter samenwerken bij aanbesteden is belangrijk, maar beter samenwerken bij uitvoeren ook. Dat geldt allereerst voor interdepartementale projecten. Maar ook wanneer slechts één departement de ICT-kar trekt, is het op zijn minst van belang om van elkaar te leren. Denk aan projecten als SPEER bij Defensie, WALVIS bij SZW en Financiën, GPS bij Justitie en P-direct bij BZK.
Samen met minister Ter Horst laat ik momenteel inventariseren welke grote ICT-projecten er binnen het Rijk lopen Deze maand spreken wij daarover in de Ministerraad. Uiteraard zullen we ook kijken naar wat er goed gaat en wat er beter moet. Daarvoor putten we ook uit het onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar ICT-projecten vanaf 2007. De Rekenkamer komt komend voorjaar met resultaten en aanbevelingen.
Waar ik ten slotte nog bij wil stilstaan, is het belang van goede samenwerking met het ICT-bedrijfsleven. Dat is iets heel anders dan de strategische allianties die tijdens de discussie met de Tweede Kamer de revue passeerden. Die zouden er vooral op gericht zijn geweest om de regels te omzeilen.
Nee, ik sta voor concurrentie; voor een sterk en vitaal bedrijfsleven. Maar het lijkt mij een goede zaak als overheid en sector regelmatig overleggen over hoe het Rijk zijn opdrachtgeverschap kan gebruiken om innovatie en marktwerking te bevorderen.
De verklaring 'Verbetering samenwerking overheid en ICT-bedrijfsleven' - die vandaag van kracht wordt - dient precies dat doel. Namens de sector heeft ICT Office al getekend. Samen met EZ als eerste departement. Straks zal Sandor Gaastra namens de I-directeuren van het Rijk zijn handtekening zetten.
De verklaring omvat onder andere een ICT-haalbaarheidtoets om in een vroeg stadium de levensvatbaarheid van ICT-plannen te testen. Verder wil zij het proces van aanbesteden vereenvoudigen om zo MKB'ers te stimuleren in te schrijven op overheidsopdrachten. En zij voorziet een regelmachtig overleg op hoog niveau tussen ambtenaren en ICT-sector. Dat overleg zal zich onder andere bezighouden met de overgang naar open standaarden.
Dames en heren,
Ik begon mijn speech met de ICT-revolutie die wij momenteel doormaken. Die revolutie is voorlopig niet ten einde. Hetzelfde geldt voor het proces van vallen en opstaan dat ermee gepaard gaat.
We kunnen het risico op vallen niet uitsluiten. Maar dat mag nooit een reden zijn om te stoppen met leren lopen. We moeten er wél voor zorgen dat we als organisatie - als Rijk - leren van onze valpartijen.
Als wij dat doen, dan zullen de woorden van de schrijver Kafka niet uitkomen. Die beweerde dat elke revolutie in rook opgaat. En als enig blijvend spoor een nieuwe bureaucratie achterlaat. Ik ben ervan overtuigd dat de ICT-revolutie bij het Rijk uiteindelijk zal leiden tot een efficiëntere, betere en dus waarschijnlijk ook kleinere overheid. Ik reken op uw inzet en uw betrokkenheid.
Dank u wel.