Onderzoeksrapport gevolgen Dienstenrichtlijn voor decentrale overheden
Hierbij bieden wij u het onderzoeksrapport aan over de gevolgen van de Europese Dienstenrichtlijn voor de decentrale overheden in Nederland. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de ministeries van Economische Zaken (EZ) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) tezamen. EZ vanwege haar eindverantwoordelijkheid voor de implementatie van deze richtlijn en BZK vanwege haar verantwoordelijkheid voor een goed binnenlands bestuur en het waarborgen van de belangen en de betrokkenheid van alle bestuurslagen.
De Europese Dienstenrichtlijn is op 28 december 2006 in werking getreden en de lidstaten dienen deze binnen drie jaar te implementeren. Het doel van de richtlijn is het bevorderen van het vrije dienstenverkeer in de Europese Unie. Dit is gunstig voor de Nederlandse economie. Om te zorgen dat Nederland tijdig aan de richtlijn voldoet, brengt een interdepartementale projectgroep van de ministeries van EZ, BZK en Justitie alle verplichtingen in kaart en zorgt zij dat de noodzakelijke aanpassingen en acties worden uitgevoerd om de richtlijn optimaal haar beslag te laten krijgen. Over de voortgang in het implementatietraject wordt u in het najaar van 2007 geïnformeerd.
Bijgaand onderzoeksrapport past bij het in kaart brengen van de implementatieverplichtingen. Het rapport schetst een beeld van de aard en omvang van de werkzaamheden die decentrale overheden, vanuit hun eigen verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van Europese regelgeving, dienen te verrichten en geeft een raming van de financiële gevolgen.
Conform artikel 2 van de Financiële Verhoudingswet is deze raming gebruikt om inzicht te geven in de wijze waarop de gevolgen kunnen worden opgevangen. Het rapport gaat uit van de noodzakelijk geachte invulling binnen de reikwijdte van de Dienstenrichtlijn en de mogelijkheid aan te sluiten bij reeds lopende trajecten zoals de vereenvoudiging van vergunningen en initiatieven in het kader van de e-overheid. Deze huidige inzichten leiden ertoe dat EZ als leidend vakdepartement de gemeenten, provincies en waterschappen nog in 2007 compenseert via respectievelijk het Gemeentefonds, het Provinciefonds en een rechtstreekse betaling aan de Unie van Waterschappen voor een totaalbedrag van 1.008.000 euro. De compensaties via Gemeente- en Provinciefonds zijn na te lezen in de komende September-circulaire van BZK.
Naast de financiële raming is het onderzoeksrapport een handvat om te bevorderen dat de decentrale overheden de noodzakelijke werkzaamheden verrichten met het oog op een goede invoering, uitvoering en handhaving van de Dienstenrichtlijn. Aan de hand van een uitgewerkt en interdepartementaal en interbestuurlijk afgestemd implementatietraject wordt de participatie van de decentrale overheden door de Rijksoverheid gefaciliteerd. Het rapport dient daarbij als onderbouwing en draagt op die manier bij aan een goede invoering van de Dienstenrichtlijn in het binnenlands bestuur, zodat belemmeringen in het dienstenverkeer binnen de Europese Unie daadwerkelijk worden weggenomen en de economie in Nederland wordt gestimuleerd.
DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN,
Mevrouw M.J.A. van der Hoeven
en
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
Mevrouw dr. G. ter Horst