Antwoorden op kamervragen over illegale scholen op St. Maarten
Antwoorden van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Dijksma, over de illegale scholen op St. Maarten.
1. Vraag
Hebt u kennisgenomen van het artikel over de illegale scholen op Sint Maarten?
1. Antwoord
Ja.
2. Vraag
Kunt u de Kamer op korte termijn informeren over de feitelijke situatie op dit eiland wat betreft het recht op (primair) onderwijs van de kinderen van illegale werknemers?
2. Antwoord
In de praktijk volgen kinderen van illegale werknemers gewoon onderwijs op St. Maarten. Volgens het jaarprogramma 2007 van AMFO (Antilliaanse MedeFinancieringsOrganisatie) zijn er op Sint Maarten naast de reguliere onderwijsinstellingen (35 crèches, 18 basisscholen waarvan 1 voor speciaal onderwijs, 13 richtingen voor middelbaar onderwijs en 1 commerciële ‘universiteit’) 10 scholen voor ongedocumenteerde kinderen om te voorzien in de onderwijsbehoeftes van de illegale kinderen. Deze scholen worden gedoogd. Deze 10 scholen bieden onderwijs aan ongeveer 700 kinderen. Desalniettemin ontvangen ongeveer 100 kinderen geen opvang en geen onderwijs. De reguliere scholen hebben simpelweg onvoldoende capaciteit voor de opvang van kinderen van illegale werknemers.
Wat betreft de verantwoordelijkheden is de situatie als volgt.
Het onderwijsbeleid is een aangelegenheid van het Land, maar de uitvoering hiervan is de verantwoordelijkheid van de eilandgebieden. Dit betekent concreet dat het eilandgebied Sint Maarten verantwoordelijk is voor de bouw van de scholen, het aantrekken van de leraren en de controle op de leerplicht.
Het vreemdelingenbeleid is eveneens een landsaangelegenheid met wederom eilandelijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering.
3. Vraag
Deelt u de mening dat het op zijn minst merkwaardig is te noemen dat een eiland de tewerkstelling van illegale arbeiders gedoogt, terwijl de kinderen van die illegale arbeiders de toegang tot onderwijs wordt onthouden?
3. Antwoord
Ja.
4. Vraag
Bent u bereid om in het regulier overleg met uw counterparts in de landsregering van de Antillen deze zaak aan de orde te stellen en hun te vragen om voor de wijziging van het Koninkrijksstatuut de situatie op Sint Maarten in overeenstemming te brengen met de bepalingen van het VN-Verdrag ter bescherming van de rechten van het kind?
4. Antwoord
Er staat in oktober een bestuurlijk overleg gepland met zowel het Land als de eilandgebied over een nieuw onderwijs- en jeugdprogramma. Ik zal bij deze gelegenheid deze kwestie zowel bij minister Leeflang als bij de gedeputeerde onderwijs van Sint Maarten, mevrouw Wescot aankaarten.