Overhandiging advies Commissie Leraren (Rinnooy Kan)
• Bedankt voor uw presentatie. Hoewel we wisten dat de problemen fors waren, is het toch flink schrikken als je alles op een rijtje ziet. Alle alarmbellen rinkelen. Dit bevestigt eens te meer dat we er goed aan hebben gedaan om uw commissie in te stellen en om advies te vragen.
• U heeft met uw commissie deze zomer - terwijl iedereen op vakantie of met reces was - bergen werk verzet en ik ben u heel dankbaar dat u dit zo voortvarend heeft gedaan. U heeft daarvoor met heel veel mensen gepraat.
• De analyse van uw commissie is helder. Er komt een enorm probleem op ons af: een kwantitatief en kwalitatief lerarentekort. Hoe we het komende lerarentekort kunnen aanpakken, hoe we de kwaliteit van het beroep van de leraar kunnen verbeteren, dat zijn de kernpunten waar het de komende jaren om draait. Het lerarenbeleid staat helemaal bovenaan mijn agenda.
• Volgens het protocol heb ik nu een paar minuten om te reageren, maar dat is weinig, daarmee doe ik deze zaak te kort, ik heb meer tijd nodig. Zoals we ook tijd nodig zullen hebben om de hoofdelementen van de adviezen goed te bestuderen op uitvoering en maatvoering.
• We hebben tegelijk geen dag te verliezen. We gaan niet uitstellen. We komen eind oktober met onze beleidsreactie op uw advies. Maar één ding wil ik nu alvast kwijt: we moeten dit advies gaan uitvoeren. Wat in de loop van decennia is gegroeid kunnen we niet binnen vier jaar oplossen, maar in deze kabinetsperiode moeten grote stappen worden gezet. In oktober wordt duidelijk welke maatregelen we direct zullen nemen, en welke adviezen we verder gaan uitwerken. Dan maken we ook duidelijk wat er financieel prioriteit krijgt.
• We gaan het hoe dan ook niet alleen doen. Dit probleem is zo groot, en het speelt op alle niveaus in het onderwijs: po, vo, mbo en hbo, dat kunnen we alleen samen oplossen: samen met leraren, schoolbesturen, ouders, lerarenopleidingen, sociale partners én andere overheden. Er worden nu afspraken gemaakt om met sociale partners in overleg te komen. En natuurlijk wil ik rechtstreeks in gesprek blijven met leraren.
• Het nieuwe lerarenbeleid zal veel inzet kosten, maar ook geld. Ik heb het al eerder gezegd bij de opening van het academisch jaar in Utrecht: met de inkt voor de begroting voor volgend jaar nog maar net droog, is het niet uitgesloten dat ik prioriteiten in het bestaande onderwijsbeleid zal moeten heroverwegen.
• U heeft bouwstenen aangeleverd voor de lange termijn, daar hebben we ook om gevraagd. Toch is belangrijk dat iedereen meteen merkt dat er iets gebeurt, dat eraan gewerkt wordt. Ik zal daarom nadrukkelijk ook kiezen voor maatregelen, die op korte termijn al resultaat opleveren. Om de eerste nood te lenigen, maar ook als duidelijk signaal dat er iets gebéúrt, dat we dit heel serieus nemen, dat we er iets aan doen.
• De focus op de leraar is belangrijk omdat het onderwijs beter moet, daar zijn we het allemaal over eens; en de kwaliteit van het onderwijs wordt uiteindelijk in de klas bepaald, de leraren máken de school. Goede, bevlogen leraren verdienen dan ook meer waardering en respect, zij mogen weer op een voetstuk. Het vak van de leraar moet zijn glans terugkrijgen.
• De ‘Vereniging Beroepsgroep Leraren’ en ‘Stichting van het Onderwijs’ voor de beroepsgroep leraren vind ik een interessant idee.
• Een goede leraar blijft je je hele leven bij. Een goede leraar is leermeester, mentor, klankbord, inspirator, geweten en wegwijzer tegelijk. Jonge mensen die op zoek zijn naar talent in zichzelf worden daarin vanzelfsprekend bijgestaan door hun ouders, hun vrienden, maar een bijzondere taak ligt er toch voor onderwijsgevenden.
• Terug naar uw advies. Het is hoe dan ook belangrijk dat er weer perspectief is, dat we de onderwijsarbeidsmarkt aantrekkelijker kunnen maken, dat we het vak van de leraar meer inhoud, meer kwaliteit, meer prestige en meer waardering kunnen geven.
• Ik kan nu nog niet op alle details van uw adviezen ingaan. Maar om toch alvast een paar punten aan te stippen:
1. Zoals gezegd ben ik blij met alle aandacht voor de leraar en met de ambitie van de commissie om de balans tussen schoolleiding en leraar te herstellen, en de autonomie van de professionele leraar te versterken.
2. Ik ben positief over het streven naar een sterkere koppeling tussen opleiding en beloning. Maar, de werkgevers moeten ook hun rol houden en afwegingen kunnen maken in het kader van hun eigen personeelsbeleid. Bijvoorbeeld in het mbo en vmbo verdienen niet alleen de opleiding, maar ook bijzondere inzet en elders verworven competenties extra honorering.
3. Fundatie (scholingsfonds) is een uitstekende manier om (op)scholing van leraren te stimuleren. Ik heb dit idee al eerder geopperd bij het AOb congres, toen noemde ik het een scholingstas. We vinden het van belang dat de leraar wordt uitgedaagd om zijn/haar eigen ontwikkeling op hoger peil te brengen. Als een leraar bijvoorbeeld een masteropleiding wil volgen, of wil promoveren, dan moet er ruimte zijn voor zo’n persoonlijke ontwikkeling.
4. De kwaliteit van de lerarenopleidingen is een speerpunt. We horen nog te vaak klachten over de kwaliteit, niet in de laatste plaats van studenten. We zullen zeker scherp toezien op uitvoering van de lopende beleidsagenda lerarenopleidingen 2005-2008. Wanneer dat echter onvoldoende oplevert dan vinden we – met de commissie - dat er aanvullend iets moet gebeuren. Maar met de hbo-raad en VSNU werken we hard aan verbeteringen.
5. Ten slotte – om een professionele school te realiseren zijn sterke schoolleiders en besturen nodig.
• Nogmaals dank aan u, de heer Rinnooy Kan én de commissie voor uw advies, mede namens mijn staatssecretarissen Sharon Dijksma en Marja van Bijsterveldt. Uw werk zit erop: ons werk kan nu beginnen!