Brief minister-president over de Rijksbegroting 2008 en de embargoregeling Prinsjesdag
Antwoord n.a.v verzoek Tweede Kamerlid Van Beek (VVD).
Tijdens de regeling van werkzaamheden van uw Kamer van dinsdag 4 september heeft de heer Van Beek gevraagd om een brief waarin de regering informatie geeft over de rijksbegroting 2008. Specifiek wordt gevraagd om een beoordeling van de publicaties over de rijksbegroting, om de samenhang tussen de voorstellen, en om een uitbreiding van de embargoregeling.
Met u heb ik moeten constateren dat over de begrotingsbesluitvorming door een aantal media vroegtijdig is gepubliceerd. Dat heeft het kabinet niet beoogd en wordt door het kabinet betreurd. Het is goed vast te stellen dat - zoals uw Kamer is toegezegd - bewindslieden niet met plannen of voornemens in de openbaarheid zijn getreden.
De gepubliceerde informatie, vaak toegeschreven aan "ingewijden"en "Haagse kringen", is fragmentarisch, miskent de samenhang in de kabinetsplannen, en is op onderdelen onjuist. De berichtgeving geeft daarmee een incorrect, onvolledig en vertroebeld beeld van het voorgenomen beleid. Reacties op basis van dit vertekende beeld dragen niet bij aan duidelijkheid, maar vergroten de onduidelijkheid. Daar wordt geen burger in dit land echt wijzer van. Ook dat betreurt het kabinet.
Over de informatievoorziening rond de Prinsjesdagstukken is met uw Kamer meermalen gedebatteerd. Hierbij stonden twee punten centraal: het verstrekken van stukken op een wijze die recht doet aan de positie van uw Kamer, en de wenselijkheid van een samenhangende presentatie van het voorgenomen beleid op Prinsjesdag. Tussen deze uitgangspunten is in onderling overleg een delicate balans gevonden. Met uw Kamer is afgesproken dat de fractievoorzitters de vrijdag voor Prinsjesdag onder embargo een exemplaar van Miljoenennota en MEV ontvangen.
Alle Kamerleden krijgen op dinsdag 18 september om 07.00 uur de volledige set begrotingsstukken. Afspraken die tot gevolg hebben dat deze stukken eerder op ruimere schaal worden verspreid verstoren dit subtiele evenwicht tussen twee legitieme uitgangspunten. Argumenten die dit onderbouwen zijn de afgelopen jaren van kabinetszijde meermalen met uw Kamer gedeeld.