Antwoorden op kamervragen van Brinkman en Wilders over de ontsnapping van een verdachte van de moord op een Amstelveense avondwinkelmedewerker uit een jeugdinrichting

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DJB-K-U-2794643

12 september 2007

Antwoord van minister Rouvoet op de vragen van de leden Brinkman en Wilders (beiden PVV) over de ontsnapping van een verdachte van de moord op een Amstelveense avondwinkelmedewerker uit een jeugdinrichting (2060723150).

Vraag 1
Kent u het bericht ‘Verdachte was ontsnapt uit jeugdinrichting’? 1)

Antwoord 1
Ja.

Vraag 2
Is het waar dat een van de verdachten van de moord op een medewerker van een Amstelveense avondwinkel vorige maand tijdens een verlof van een justitiële jeugdinrichting wist te ontsnappen aan het toezicht van zijn begeleider? Zo ja, hoe is dit mogelijk?

Antwoord 2
Nee, één van verdachten is tijdens een begeleid verlof van jeugdzorginstelling de Koppeling weggelopen. De begeleider is er niet in geslaagd om de jongen tegen te houden. Meteen daarop heeft de Koppeling de weggelopen jeugdige, conform protocol, gemeld bij de politie.
De Koppeling is geen justitiële jeugdinrichting, maar één van de nieuwe zorginitiatieven voor gesloten jeugdzorg, die, vooruitlopend op de wijziging van de “Wet op de jeugdzorg met betrekking tot jeugdzorg waarop aanspraak bestaat ingevolge de wet in gesloten setting (gesloten jeugdzorg)”, als experiment begonnen zijn met het bieden van gesloten jeugdzorg.
De Koppeling heeft het incident gemeld bij de Inspectie jeugdzorg. Conform de procesafspraken doet de instelling eerst zelf onderzoek naar het eigen handelen. Dat onderzoek moet minimaal voldoen aan standaardvragen en op de casus toegesneden vragen van de Inspectie.
Op dit moment laat de Koppeling dit onderzoek verrichten door een externe deskundige. Na afronding hiervan zal de Inspectie jeugdzorg de situatie beoordelen. De inspectie rapporteert over haar bevindingen aan de Stadsregio Amsterdam en in dit specifieke geval eveneens aan mij.

Vraag 3
Deelt u de mening dat dit nooit had mogen gebeuren en bent u bereid de regels voor verlof aan te scherpen? Zo ja, op welke wijze? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 3
Ik ben het met u eens dat wat er gebeurd is, zeer betreurenswaardig is en dat alle inspanningen erop gericht behoren te zijn dit te voorkomen. De Koppeling is dezelfde mening toegedaan en laat mede daarom het onderzoek in de instelling verrichten door een externe deskundige.
Verlof wordt individueel bepaald, hetgeen wil zeggen dat een jeugdzorginstelling per jeugdige bepaalt of deze aan verlof toe is, in welke vorm en welke mate. De regels voor verlof worden opgesteld door de jeugdzorginstelling zelf. Indien uit het onderzoek van de Koppeling blijkt dat er aanleiding is om de regels voor verlof te wijzigingen, dan is het aan de Koppeling om hier uitvoering aan te geven.

De standaardvragen van de Inspectie jeugdzorg voor het instellingsonderzoek bevatten onder meer vragen naar structurele verbetermaatregelen. De inspectie houdt toezicht op de noodzakelijke verbeteringen.

1) http://www.parool.nl/nieuws/2007/AUG/14/p1.html