Wethoudersconferentie minister
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
De dis is hier vandaag rijk voorzien, maar er wordt ook meer dan genoeg gedachtevoedsel wordt uitgeserveerd. We horen veel inspirerends, maar wat er ook ter tafel komt – en dat bedoel ik vanzelfsprekend niet letterlijk – het is duidelijk dat er in ons land nog heel wat problemen op te lossen zijn.
Eén van de grootste problemen waar we in Nederland tegen aanlopen is trage besluitvorming. Het duurt eindeloos lang voordat projecten echt worden uitgevoerd, of ze nu liggen in de sfeer van ruimtelijke ordening, mobiliteit of welke andere portefeuille ook. Dat breekt ons op.
U, als wethouders, kent dit probleem ongetwijfeld uit uw eigen praktijk. U hebt prachtige plannen bedacht waarmee u concrete problemen wilt aanpakken, maar dan ineens wordt er een stokje voor gestoken. Neem de recente uitspraak waarmee de Raad van State de plannen om de A4 bij Leiderdorp te verbreden terugverwees naar de tekentafel. Er zullen hier mensen in de zaal zitten die hun hoofd hebben geschud. Aan alles was toch gedacht? Niet alleen de doorstroming werd beter, er was ook aandacht voor luchtkwaliteit en beperking van de geluidsoverlast. Natuurlijk, soms is extra onderzoek nodig, maar door de uitspraak van de Raad verliezen we veel tijd en blijft een reëel probleem voorlopig liggen.
In overleg met de regio heb ik daarom besloten naar een reparatie van het Tracébesluit toe te werken. Dat scheelt in elk geval een half jaar, vergeleken met het opstarten van een nieuwe procedure. Ik waardeer de goede samenwerking met de regio op dit punt enorm. Ik vind die een goed voorbeeld van de manier waarop we samen kunnen proberen vaart te zetten achter de oplossing van problemen. Zo maken we korte metten met trage besluitvorming.
Korte metten met trage besluitvorming maken is ook de gedachte achter het Urgentieprogramma Randstad, waar dit kabinet toe heeft besloten. Ik wil dat programma gebruiken als illustratie voor de manier waarop we wat mij betreft in Nederland te werk moeten gaan om bestuurlijke rompslomp te bestrijden. Laat ik de contouren van het programma nog eens voor u schetsen.
Zoals u weet, willen we met het Urgentieprogramma knopen doorhakken, zodat belangrijke projecten écht van de grond komen. Dat doen we allereerst door te selecteren. We hebben 33 projecten in de Randstad uitgekozen die geen langer uitstel dulden. Bestuurlijke slagkracht betekent keuzes maken, al weten we dat andere problemen daardoor misschien later kunnen worden aangepakt. Tijdens de zogeheten 100 dagen werd me vaak gezegd: neem gewoon een besluit, ook al is het niet naar de zin van iedereen. Dat is beter dan blijven voortmodderen. En zo is het: geen besluit is ook een besluit, maar wel het slechtst mogelijke.
Behalve selectie is samenhang belangrijk. Het Urgentieprogramma moet de samenhang in de Randstad versterken. Deelprojecten staan niet los van elkaar. Komen er in Almere 60.000 woningen bij, dan gaat dat niet zonder wegen en rails aan te leggen, voor recreatieve voorzieningen en groene longen te zorgen, en werkgelegenheid in de buurt te scheppen om woon-werkverkeer over langere afstanden te voorkomen. We werken aan deelprojecten door ze op het niveau van de Randstad te bekijken. We moeten verder kijken dan onze neus lang is.
Het derde steekwoord is samenwerking. Die wordt in het Urgentieprogramma in de vorm van zogeheten bestuurlijke duo’s gegoten, die zullen worden samengesteld uit een van de ministers of staatssecretarissen die hier vandaag spreken. Per project trekken ze op met een regionale bestuurder. De bestuurlijke duo’s zorgen voor effectieve besluitvorming, creëren draagvlak bij collega-bestuurders en andere belanghebbenden en bewaken de afgesproken deadlines. Doordat we op deze manier boven op de projecten te zitten, kunnen we beleid daadwerkelijk omzetten in besluiten.
Als het dán nog niet lukt, wordt het tijd voor drastische maatregelen. Afspraak is afspraak, en daarom ben ik niet vies van naming and shaming, als het nodig is. En als besluiten door bestuurlijk gehannes uitblijven, zullen het Rijk en de provincies van hun veelbesproken doorzettingsmacht gebruikmaken.
Laat ik, voor ik verder ga, benadrukken dat het Urgentieprogramma niet alleen goed is voor de Randstad. Onderdeel ervan is de verbetering van de bereikbaarheid van Schiphol en van de Rotterdamse haven. Die zijn net als de Brainport Eindhoven belangrijk voor onze economie. We willen de toestroom van hoogwaardige kennis geen strobreed in de weg leggen, dus moet Eindhoven via een snelle verbinding vanaf Schiphol worden ontsloten. Daarnaast schept een betere ontsluiting van de Rotterdamse haven via de A4 richting Antwerpen kansen voor logistieke bedrijven in West-Brabant. Oftewel: voorrang voor de Randstad is ook goed voor de economie en de bereikbaarheid van andere regio’s.
Ook wat de gedachte erachter betreft gaat het Urgentieprogramma verder dan de Randstad alleen. Het gaat mij om een mentaliteit, om een omslag in het denken. We moeten lef en daadkracht tonen, we moeten creatief en innovatief zijn om een doorbraak te forceren in problemen die al veel te lang op een oplossing wachten. We moeten besluiten durven nemen, niet alleen in de Randstad, maar in heel Nederland.
De vraag is nu hoe u als wethouder kunt handelen in de geest van het Urgentieprogramma. Allereerst door uw steentje bij te dragen aan de zogeheten netwerkaanpak, waarin gemeenten, regio’s en rijksoverheid samenwerken om verkeers- en vervoersproblemen in een gebied onder de loep te nemen en op te lossen. Op die manier kijkt u over de grens van uw eigen gemeente heen.
Laat ik u een mooi voorbeeld noemen van waar de netwerkaanpak toe kan leiden. Vorig jaar is de netwerkanalyse van de Zuidvleugel uitgevoerd. Daaruit bleek dat het verkeer vooral dáár vastloopt waar het rijkswegennet is verknoopt met het onderliggende wegennet. Iedere automobilist herkent dit: vertragingen ontstaan vaak op- en afritten van de hoofdwegen.
Met de netwerkaanpak willen we het denken in afzonderlijke vervoersystemen doorbreken. De kwaliteit van verbindingen van deur tot deur staat centraal. Daarom hebben we vorig jaar afgesproken een programma op te stellen voor de top-5 van zulke notoire knelpunten. Het gaat bijvoorbeeld om verbeteringen op de aansluiting tussen de A16 en de N3, die van de A16 op de Mijlweg – de afslag richting Dordrecht Centrum – en die van de aansluiting tussen de N57 en de Groene Kruisweg in Rotterdam.
Inmiddels is de top-5 uitgewerkt in concrete plannen. Dit najaar maak ik met de provincie Zuid-Holland en de stadsregio’s Rotterdam en Haaglanden afspraken over de manier waarop we aanpak van de knelpunten financieren. Die afspraken laten zien dat het alle partijen menens is. De helft van de kosten komt namelijk voor rekening van het rijk, de andere helft voor die van de regionale overheden.
Een andere manier waarop u aan de netwerkaanpak kunt bijdragen, is door in te spelen op de markt- en capaciteitsanalyses voor het spoor en het regionaal openbaar vervoer. Die bieden inzicht in de mogelijkheden om de kwaliteit van het openbaar vervoer voor reizigers te verbeteren, bijvoorbeeld door te kijken of de frequenties van de treinen omhoog kunnen. Verder moeten het voor- en natransport beter met de rest van de reis worden verknoopt. Daar liggen kansen voor u. Bedenk dat bijvoorbeeld van comfortabele fietsenstallingen en P&R-voorzieningen bij bepaalde haltes een grote wervende kracht van voor het openbaar vervoer als geheel kan uitgaan. Iemand die weet dat de bus om de hoek hem garandeert dat hij zonder te stressen op tijd in de trein zit, zal er eerder toe geneigd zijn auto te laten staan.
Nu komen we bij de netwerkaanpak veel problemen tegen die hadden kunnen worden voorkomen. Eigenlijk is het allemaal een kwestie van ‘bezint eer ge begint’. U speelt allemaal een cruciale rol in de ruimtelijke ontwikkeling, want bent als wethouders verantwoordelijk voor de invulling ervan. Daarbij maakt u eigen keuzes, waarmee u inspeelt op wat de inwoners van uw gemeente willen. U past bijvoorbeeld de bestemmingsplannen aan als u ruimte wilt geven aan een bedrijventerrein, een sporthal of een nieuwe woonwijk, inclusief de ontsluiting ervan. Kiest u voor een woonwijk, denk dan ook na over ontsluiting en luchtkwaliteit. Kortom: uw keuzes op het gebied van ruimtelijke economische ontwikkeling hebben invloed op de mobiliteit in de regio. Het verdient dus aanbeveling dat wethouders van alle portefeuilles zich voor een integrale aanpak over nieuwe ruimtelijke plannen buigen.
Dames en heren,
Stel niet tot morgen uit wat je vandaag kunt doen, luidt het bekende adagium. Niet alleen ben ik een voorstander van de verfrissende, taboes en hokjes doorbrekende aanpak waar het Urgentieprogramma voor staat, het kan mij bovendien niet snel genoeg gaan. Sommige problemen slepen al veel te lang. Toon lef, wees creatief en duw door. Bedenk dat we achterop raken in Europa, en bedenk dat u daar iets aan kunt doen, niet per se door grote initiatieven te nemen, maar vaak door gewoon te beginnen met de problemen in uw eigen gemeente op te lossen. Ik hoop dat dit gedachtevoedsel u goed mag bekomen.
Ik dank u voor uw aandacht.