Ruimtelijk Planbureau rapport prijsbeleid
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
Dit rapport van het Ruimtelijk Planbureau komt op een uitgelezen moment. U weet dat het kabinet heeft besloten om wat betreft de invoering van de kilometerprijs in deze kabinetsperiode een eerste, betekenisvolle en onomkeerbare stap te zetten. We zijn op dit moment bezig te onderzoeken hoe we invulling aan die eerste stap kunnen geven, en dus komen de gegevens uit het rapport uitstekend van pas. Ik dank het Planbureau dat u deze waardevolle gegevens voor de discussie over de invulling heeft aangedragen.
Als er één ding duidelijk is, dan is het dat we nu echt moeten handelen. Actie is geboden, want we staan elke dag in de file, en elke dag alleen maar vaker en lánger. Het is in ons land inmiddels zo ver gekomen dat zelfs de kleinste verstoringen op onze wegen ingrijpende gevolgen hebben. Hier op het ministerie doen we er alles aan om met extra maatregelen én met nieuwe maatregelen te komen, op korte en op lange termijn.
De mobiliteit terugdringen is geen optie. De groei van de mobiliteit is een gegeven, of we het nu leuk vinden of niet. Het is daarom beter om ervoor te zorgen dat we de mobiliteit verduurzamen. We doen dat door nieuwe wegen aan te leggen en bestaande wegen beter te benutten. En behalve bouwen en benutten, verwachten we ook heil van beprijzen. Ik ben ervan overtuigd dat we met deze ijzersterke trits – bouwen, benutten en beprijzen – de bereikbaarheid op de Nederlandse wegen kunnen verbeteren.
Gaat de kilometerprijs werken? We verwachten van wel. Dat bleek al uit onze eigen cijfers, en het blijkt nu ook uit het rapport van het Ruimtelijk Planbureau. Daar staat klip en klaar in dat beprijzen zin heeft.
De cijfers die het rapport heeft opgeleverd, tonen aan dat de gevolgen van een vlakke kilometerprijs voor het verkeersvolume en voor de doorstroming het grootst zijn op snelwegen die zwaar zijn belast. Combineren we zo’n vlakke kilometerprijs met een congestieheffing, dan wordt de doorstroming nog beter.
Een tweede conclusie uit het rapport is dat beprijzen niet alleen de bereikbaarheid vergroot, maar ook van invloed is op de keuze voor mobiliteit. Met andere woorden: beprijzen leidt tot een verandering in het mobiliteitsgedrag van automobilisten. Het stimuleert hen om op een ander tijdstip te gaan rijden, brengt hen ertoe schone en zuinige auto’s aan te schaffen en zorgt ervoor dat ze bewust kiezen voor de auto, de fiets of het openbaar vervoer. Bovendien weten we dat mensen het eerlijker vinden om te moeten betalen naar de mate waarin ze hun auto gebruiken, in plaats van naar het bezit ervan.
Een derde conclusie is dat beprijzen alleen zin heeft als we daarnaast investeren in infrastructuur. Dat strookt uiteraard volledig met de basis van ons beleid, namelijk dat we naast beprijzen ook willen blijven bouwen.
Duidelijke conclusies, allemaal, maar laten we er geen misverstand over bestaan dat het hier om ramingen gaat. We moeten ons niet bij voorbaat rijk rekenen en de verwachte effecten van het beleid nu al als succes incasseren. Anders betalen voor mobiliteit werkt, dat staat vast, maar er is verschil van inzicht in de mate waarin. En er vallen nog wel wat vragen te beantwoorden eer we aan beprijzen toekomen. Voor welk systeem kiezen we? Hoe richten we het technisch in? En last, but not least: wat gaat het allemaal kosten?
Maar toch, de hoofdconclusie is duidelijk: de kilometerprijs werkt. Daarom moeten we die zo snel mogelijk invoeren. Invoering betekent een ongekend grote operatie, waarbij we vooral de ontwikkeling van de kosten blijvend in de gaten moeten houden. Daarom komen deze berekeningen op zo’n goed moment.
Dames en heren,
Nogmaals dank voor dit rapport. We zullen er ons voordeel mee doen bij de formulering van het beleid voor de eerste stap. Hoe die stap eruit gaat zien, valt op dit moment nog niet precies te zeggen. Voor mij is in ieder geval duidelijk dat de eerste stap gepaard moet gaan met een variabilisatie van vaste belastingen. Bovendien moet de eerste stap vooral makkelijk kunnen doorgroeien naar het eindbeeld: een landelijke kilometerheffing, gedifferentieerd naar tijd, plaats en milieukenmerken.
Over zo’n heffing voeren we momenteel intensief contact met alle betrokken partijen. Binnenkort spreken we erover in de ministerraad, dus ik kom er snel op terug. Ik heb de Kamer namelijk beloofd om vóór de begrotingsbehandeling van dit ministerie met voorstellen te komen, en daar houd ik mij aan.