Voetbalvandalisme en ernstige overlast harder aangepakt
De burgemeester en de officier van justitie krijgen extra bevoegdheden om preventief in te grijpen bij voetbalvandalisme en aanhoudende ernstige overlast. Zo kunnen zij voetbalvandalen strenger aanpakken die stelselmatig bij voetbalwedstrijden of bij voetbalgerelateerde evenementen de openbare orde verstoren, zoals bij huldigingen. Verder kunnen zij sneller ingrijpen als raddraaiers regelmatig buurtbewoners treiteren, zich hinderlijk gedragen of de boel vernielen, maar ook als slachtoffers of getuigen van strafbare feiten worden geïntimideerd. Dit staat in het wetsvoorstel Maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast waarmee de ministerraad op voorstel van minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en minister Hirsch Ballin van Justitie heeft ingestemd. Een aantal wensen vanuit de Tweede Kamer op het gebied van voetbalvandalisme is in het wetsvoorstel meegenomen. De maatregelen uit het wetsvoorstel kunnen ook van pas komen bij het bestrijden van geweld tegen homo's en bij radicaal dierenrechtenactivisme.
Burgemeesters krijgen de bevoegdheid een gebiedsverbod op te leggen van maximaal drie maanden, met de mogelijkheid tot verlenging als iemand herhaaldelijk groepsgewijs de openbare orde heeft verstoord. Overlastplegers of voetbalvandalen mogen dan niet in een bepaalde straat of buurt komen. In ernstige gevallen van stelselmatige overlast is direct ingrijpen nodig om verdere verstoringen van de openbare orde te voorkomen. Ook kan de burgemeester dit voor notoire lastpakken combineren met een meldingsplicht. De bevoegdheden zijn vooral gericht op kleine groepen voetbalvandalen of jongeren, die verantwoordelijk zijn voor ernstige overlast.
De officier van justitie kan een verdachte direct een gedragsaanwijzing opleggen, bijvoorbeeld als het gaat om strafbare feiten waardoor de openbare orde ernstig is verstoord en grote vrees bestaat voor herhaling, zoals bij aanhoudende vernielingen. De gedragsaanwijzing loopt vooruit op de strafrechtelijke afdoening door de rechter. Het kan gaan om een gebiedsverbod en/of een meldingsplicht, maar ook een contactverbod en het volgen van een therapie of behandeling tegen agressie of verslaving. Op lokaal niveau zullen de burgemeester en de officier van justitie afstemmen wie in welk geval optreedt.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.