Campussen: een routebeschrijving
Een landelijk dekkend netwerk van campussen voor probleemjongeren in 2011. Dat is het doel. In een kamerbrief omschrijven de ministers Rouvoet van Jeugd en Gezin en Hirsch Ballin van Justitie de weg ernaartoe.
Waarom ook al weer die campussen? Er zijn nog steeds teveel jongeren die aan de kant blijven staan. Het is van belang te voorkomen dat deze jongeren hun toekomst vergooien door gebrek aan diploma`s of werk. Of dat zij afglijden in de criminaliteit.
Via campussen kunnen deze jongeren van 12 tot 27 toch weer perspectieven op een goede toekomst krijgen. De campussen proberen hen te motiveren, te scholen en naar werk toe te leiden. Maar de campussen moeten een laatste redmiddel zijn. Het heeft de voorkeur om jongeren via het reguliere onderwijs ‘bij de les’ te houden, al dan niet in combinatie met werk.
Vragen
Om te komen tot landelijke invoering van campussen in 2011 heeft het kabinet het project Campussen opgezet dat antwoord moet geven op drie hoofdvragen:
- Op welke doelgroepen gaan campussen zich richten?
- Wat is het inhoudelijke programma van deze campussen?
- Op basis van welke juridische kaders worden jongeren naar een campus geleid?
De eerste stap in het project is al gezet. Er lopen een aantal pilotprojecten voor de campussen, waarin wordt bekeken wat wel en niet werkt. Een onafhankelijk onderzoeksbureau zal deze pilots evalueren.
Werkritme
Voor de zomer van 2008 zal het kabinet aangeven welke doelgroepen in de pilots daadwerkelijk een plek hebben gekregen. Ook experimenteren deze projecten met het inhoudelijk programma van campussen. Jongeren brengen er lange dagen door. Eén van de pilotprojecten is zelfs een 24-uursvoorziening. Zo wennen de jongeren aan een werkritme en is er weinig tot geen tijd voor ongewenst gedrag en negatieve invloeden. Ze kunnen ook de kans krijgen een startkwalificatie of diploma te halen.
Er zijn op dit moment verschillende manieren denkbaar om jongeren in een campus te plaatsen: vrijwillig, onder drang of onder dwang. Het kabinet bestudeert de verschillende mogelijkheden. In overleg met de bestuurlijke partners in de jeugdketen én met de partners in de rechtshandhaving zal naar antwoorden op deze en andere vragen worden gezocht.