Sterk & Cörüz (CDA) aan de minister voor Jeugd en Gezin over de wachtlijst jeugdzorg in de provincie Groningen
Kamerstuk, 6 september 2007
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DJB-K-U-2789622
6 september 2007
Antwoorden op kamervragen van de kamerleden Sterk & Cörüz (CDA) aan de minister voor Jeugd en Gezin over de wachtlijst jeugdzorg in de provincie Groningen (ingezonden 23 juli 2007, nr. 2060721770)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat het bureau jeugdzorg Groningen heeft besloten geen indicaties meer te stellen voor jeugdigen met een zorgbehoefte? 1)
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Deelt u de mening dat deze cliëntenstop onaanvaardbaar is? Is deze stop strijdig met de Wet op de jeugdzorg? Wat is uw oordeel over deze genomen maatregel?
Antwoord 2
De provincie Groningen heeft mij op de hoogte gesteld van de problematiek. Echter op basis van de Wet op de jeugdzorg zijn provincies en grootstedelijke regio’s verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdzorg in hun provincie. De provincie Groningen overlegt dan ook momenteel met haar bureau jeugdzorg over de wijze waarop deze situatie structureel opgelost kan worden. Ik zal de situatie nauwlettend in de gaten houden.
Vraag 3
Hoe rijmt u dat er meer dan 200 jeugdigen op de wachtlijst staan en dat daarom besloten is tot een cliëntenstop, gelet op uw brief van 20 juni 2007 waaruit bleek dat er in Groningen op 1 januari 2007 geen wachtlijst was en er op 1 april 2007 61 jeugdigen op de wachtlijst stonden? 2) Welke verklaring kunt u geven voor deze explosieve toename?
Antwoord 3
In mijn brief van 20 juni 2007 heb ik aangegeven wat de mogelijke oorzaken zijn van de gestegen wachtlijsten. Enerzijds meldden zich er relatief veel ouders en kinderen voor zorg aan en is er sprake van een hoge instroom bij bureau jeugdzorg. Mogelijk heeft ook het effect van de positieve publiciteit over de jeugdzorg naar aanleiding van de teruggedrongen wachtlijst geleid tot de toename van de instroom bij bureau jeugdzorg. Anderzijds is er sprake van minder dan normale in- en doorstroom bij de zorgaanbieders als gevolg van (meer dan) volledig bezet zorgaanbod.
Vraag 4
Is de provincie Groningen één van de in de brief van 20 juni 2007 bedoelde provincies die de extra middelen niet hadden aangewend? Verklaart dit mogelijk de ontstane situatie?
Antwoord 4
Nee
Vraag 5
Is de provincie Groningen niet in aanmerking gekomen voor de extra toegezegde middelen, gelet op de uitspraak van de verantwoordelijke gedeputeerde dat er geen extra middelen beschikbaar zijn gesteld voor deze provincie? 3) Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 5
Nee, dat is niet juist. Ook de provincie Groningen komt in aanmerking voor de extra toegezegde middelen.
1) RTV Noord, 18 juli 2007
2) Kamerstuk 29 815 en 31 015, nr. 106, vergaderjaar 2006-2007
3) Idem