Ministers: gemeente coördineert zorg voor kinderen

De ministers Rouvoet van Jeugd en Gezin en Klink van Volksgezondheid onderschrijven de conclusies en aanbevelingen uit het deelrapport van de Inspecties voor de Gezondheidszorg 'Zorgverlening aan Gessica door jeugdgezondheidszorg, GGD en huisartsen' dat op 4 september openbaar is geworden.

De keten van hulpverlening en zorg aan gezinnen waar meerdere problemen zijn, moet worden versterkt.


Dit is het laatste rapport in het kader van het gezamenlijke onderzoek naar de kwaliteit van de keten van zorgverlening aan het overleden meisje Gessica dat is verricht door de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid, de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de Inspectie jeugdzorg en de Inspectie voor het Onderwijs. In mei 2007 is hierover het gezamenlijke inspectierapport 'Brede zorgcoördinatie noodzakelijk' verschenen.

Duidelijke afspraken

De gemeente is verantwoordelijk voor de zorgcoördinatie. Dat blijkt ook uit de brief die Rouvoet mede namens zijn collega Klink naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Rouvoet geeft in de brief aan dat de gemeente de wettelijke taak heeft zorg te dragen dat er duidelijke afspraken zijn over de coördinatie van de zorg voor kinderen.

Zoals ook de IGZ constateert, ligt het voor de hand dat de jeugdgezondheidszorg het aangrijpingspunt vormt voor het coördineren van de zorg, voordat sprake is van geïndiceerde jeugdzorg. Vooral als het jonge kinderen betreft. Dit sluit tevens aan bij de ontwikkeling van de Centra voor Jeugd en Gezin die in gang is gezet.

Meldcodes

Om professionals te helpen bij het tijdig signaleren van kindermishandeling zijn in de diverse sectoren meldcodes en richtlijnen ontwikkeld, of zijn deze in ontwikkeling. Ook huisartsen en instellingen voor de geestelijke gezondheidszorg moeten letten op de veiligheid van de kinderen in een gezin van een patiënt. De bestaande wetgeving vormt ook voor hen geen belemmering om relevante gegevens uit te wisselen wanneer zij menen dat er een signaal is van kindermishandeling.