Antwoorden op kamervragen van Kant over orthomanuele geneeskunde

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

CZ-K-U-2784402

3 september 2007

Antwoorden van minister Klink en mede namens de Minister van Justitie, op Kamervragen van het Kamerlid Kant over orthomanuele geneeskunde (2060720090).

Vraag 1
Bent u met de Federatie Nederlandse Verenigingen van Artsen voor Manuele Geneeskunde van mening dat orthomanuele geneeskunde niet helpt bij ziekten als depressie of schizofrenie? 1)

Antwoord 1
Mij is niet gebleken dat orthomanuele behandelingen op enigerlei wijze als behandelmodaliteit in de professionele richtlijnen van de voor deze aandoeningen representatieve beroepsgroepen zijn opgenomen.

Vraag 2
Wat is uw reactie op het handelen van orthomanueel arts, mevrouw M.S. die stelt dat orthomanuele geneeskunde helpt bij depressie of schizofrenie, terwijl niet is aangetoond dat het werkt, en ook de beroepsgroep van mening is dat het niet werkt?

Antwoord 2
Mijn conclusie is dat de opvattingen hieromtrent uiteenlopen.

Vraag 3
Wat is volgens u de definitie van ‘kwakzalverij’?

Antwoord 3
Het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, 14e editie 2005 geeft als omschrijving 1) iem. die nutteloze middelen toepast ter genezing van de een of andere ziekte, of middelen beweert te kennen tegen alle mogelijke ziekten, ofwel iem. die zulke middelen, meestal met veel ophef, te koop aanbiedt; synoniem: lapzalver 1a) onbevoegd beoefenaar van de geneeskunst 2) (figuurlijk) iem. die het publiek wat op de mouw wil spelden; synoniem: boerenbedrieger, oplichter, knoeier.

Vraag 4
Kent u het proefschrift waarop het gerechtshof zich baseert in de zaak van mevrouw M.S. tegen de Vereniging tegen de Kwakzalverij, en klopt het dat het hier om een proefschrift gaat dat zeker naar de huidige maatstaven niet voldoet?

Antwoord 4
Ja. Ik wil mij hier beperken tot de opmerking dat de conclusies van het proefschrift niet zijn terug te vinden zijn in de professionele richtlijnen van de voor deze aandoeningen representatieve beroepsgroepen. Hiervoor kunnen verschillende oorzaken zijn, waarvan de toegepaste onderzoeksmethodiek er inderdaad één kan zijn.

Vraag 5
Deelt u de mening dat evidence based de norm is voor het toetsen van medische behandelingen?

Antwoord 5
Ik kan mij goed vinden in de omschrijving van het Smits Peerbooms arrest van het Europees Hof van 12 juli 2001, zaak C-157/99, 1) dat stelt dat “alleen de uitlegging waarbij wordt uitgegaan van hetgeen door de internationale medische wetenschap voldoende is beproefd en deugdelijk is bevonden, aan de in de punten 89 en 90 van het onderhavige arrest genoemde vereisten kan voldoen”.
De uitwerking van dit uitgangspunt is bovendien op verschillende manieren nader geconcretiseerd. Het wordt bijvoorbeeld ook door het College voor zorgverzekeringen gehanteerd bij relevante beoordelingen.

Vraag 6
Zijn rechters voldoende deskundig in medische zaken? Zo neen, hoe gaat u stimuleren dat rechters zich voldoende medische expertise eigen maken?

Antwoord 6
Op individuele rechterlijke uitspraken kan ik niet ingaan. In zijn algemeenheid heb ik geen aanleiding te veronderstellen dat rechters onvoldoende medische expertise hebben om hun taak naar behoren te vervullen. Overigens kan de rechter, wanneer hij meent dat daarvoor aanleiding bestaat, het oordeel van een deskundige inwinnen.

1)
http://www.europa.eu.int