Werkgevers kunnen kosten re-integratie makkelijker verhalen op derden
In geval van ziekte, bijvoorbeeld naar aanleiding van een ongeval waarvan de oorzaak bij een derde ligt, moet onduidelijkheid over de aansprakelijkheid voor de kosten van re-integratie geen belemmering vormen voor het onmiddellijk starten met de nodige re-integratiemaatregelen. Met het oog daarop zullen werkgevers die hun zieke werknemers weer aan de slag helpen, de kosten daarvan makkelijker kunnen verhalen op de eventuele veroorzaker van de ziekte of handicap, de zogenoemde aansprakelijke derde. De kosten van re-integratiemaatregelen moeten wel redelijk zijn. Ook het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en werkgevers die zelf het risico dragen van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid kunnen deze kosten bij arbeidsongeschiktheid straks gemakkelijker verhalen op een mogelijke veroorzaker.
Dit is de kern van een wetsvoorstel waarmee de ministerraad heeft ingestemd op voorstel van minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mede namens minister Hirsch Ballin van Justitie en minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het wetsvoorstel geeft meer juridische duidelijkheid en stimuleert daarmee snellere re-integratie van zieke en arbeidsongeschikte werknemers.
Het kabinet vindt een betere verhaalmogelijkheid nodig, omdat het helpt om zieke of (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte werknemers zo snel mogelijk weer aan de slag te krijgen. Tot nu toe bestaat er in de prakrijk veel onduidelijkheid over. Werkgevers doen naar verwachting meer aan re-integratie als ze weten dat kosten makkelijker te verhalen zijn. Snellere re-integratie beperkt ook het inkomensverlies van de betrokken werknemers. Dat is ook in het belang van veroorzakers. Die hoeven minder inkomensschade te vergoeden wanneer de betreffende werknemers minder lang langs de kant staan.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het Wetsvoorstel regresrecht (overheids)werkgever en UWV voor advies naar de Raad van State te sturen. De tekst van het wetsvoorstel en het advies worden openbaar op het moment van indiening bij de Tweede Kamer.