Verbod op handel in zeehondenbont
De ministerraad heeft op voorstel van minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit besloten om invoer, handel en bezit van bont, huiden, olie of andere producten van zeehonden te verbieden. Het gaat om producten van twee soorten zeehonden: de zadelrob en de klapmuts. De invoer van huiden of daarvan gemaakte producten van zeer jonge zeehonden (tot ongeveer 12 dagen) van deze soorten is in de hele Europese Unie al verboden. De grootschalige jacht is echter verschoven naar dieren die net ouder zijn dan 12 dagen. Het kabinet maakt zich zorgen vanwege onder meer de stand van de populatie, de achteruitgang van het leefgebied van de zeehonden en de gehanteerde jachtmethoden.
Met deze algemene maatregel van bestuur wordt alle invoer, handel en bezit van alle producten van zadelrobben en klapmutsen verboden, ongeacht de leeftijdscategorie. Een uitzondering geldt voor producten die afkomstig zijn van de traditionele jacht van de Inuit, voor levende dieren en voor producten die al eerder rechtmatig in Nederland zijn gebracht. Met dit besluit wordt invulling gegeven aan de toezegging aan de Tweede Kamer tijdens de behandeling van het initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Waalkens (PvdA) en Snijder-Hazelhoff (VVD).
Uit opiniepeilingen en handtekeningenacties blijkt dat een handelsverbod op zeer brede steun in de Nederlandse samenleving kan rekenen. De maatregelen hebben uiteindelijk tot doel dat de grootschalige zeehondenjacht met de daarbij gehanteerde jachtmethoden wordt beëindigd. In België is een vergelijkbaar handelsverbod van kracht en ook Duitsland bereidt een dergelijk verbod voor. De Nederlandse regering blijft aandringen op een verbod op Europees niveau, maar tot op heden is daar onvoldoende steun voor.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het ontwerpbesluit voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het besluit wordt openbaar bij publicatie in het Staatsblad.