Meer geld voor aanpak radicalisering

Het kabinet stelt deze kabinetsperiode in totaal 28 miljoen beschikbaar voor het tegengaan van polarisatie en radicalisering. Het gaat daarbij zowel om islamitische als om rechts-extremistische radicalisering. Het geld gaat voornamelijk naar gemeenten ter ondersteuning van de lokale aanpak, voor trainingen voor jongeren, docenten en jongerenwerkers, voor ondersteuningsprogramma’s bij de opvoeding, interculturele dialoog en voor het opzetten van een signaleringssysteem voor radicalisering.

Minister Ter Horst (BZK) stuurt het actieplan, mede namens onder meer Minister van Justitie Hirsch Balin, naar de Tweede Kamer.

In het actieplan gaat bijzondere aandacht uit naar het vergroten van weerbaarheid van individuen en groepen die vatbaar zijn voor polarisatie en radicalisering. Daarnaast is het actieplan gericht op het vergroten van vaardigheden van ouders, lokaal bestuur en professionals die veel met jongeren werken. Onder meer door training aan te bieden aan ouders, politie, jeugdwerkers, onderwijzers, reclasseringambtenaren en leerplichtambtenaren. Het plan is ook om teams van deskundigen, imams en islamgeleerden in te zetten die professionals ondersteunen bij het vinden van een passende aanpak.

Verder staat het vroegtijdig signaleren, indammen en keren van polarisatie en radicalisering centraal. Een voorbeeld daarvan is het tegengaan van haatzaaiende en radicale boodschappen in gebedshuizen, gevangenissen, scholen en jeugdcentra, maar ook via lectuur, cd-roms en internet. Ook noemt het actieplan de aanpak van (de financiële of verbale steun aan) radicale netwerken en het ontwikkelen van de-radicaliseringtrajecten.

Polarisatie en radicalisering lijken in Nederland in omvang, snelheid en intensiteit toe te nemen.
Voor Nederland vormt op dit moment de islamitische radicalisering en de rechts-extremistische radicalisering de grootste maatschappelijke bedreiging. Andere vormen van radicalisering zijn dierenrechtenactivisme en extreem links/antiglobalisten.