Antwoorden op kamervragen over de benoeming van de heer Van Baal tot voorzitter van het College van bestuur van de Politieacademie
Antwoorden op kamervragen van het lid Van Raak (SP) over de benoeming van de heer Van Baal tot voorzitter van het College van bestuur van de Politieacademie.
Vraag 1
Kent u het bericht dat oud-generaal Van Baal door zijn benoeming tot voorzitter van het College van bestuur van de Politieacademie een inkomen krijgt dat hoger is dan het ministersalaris?1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het feit dat zijn inkomen boven de gestelde grens van het salaris van een minister uitkomt? Hoe rijmt u dit met de aangenomen motie Irrgang m.b.t. topinkomens? 2)
Antwoord 2
De heer Van Baal heeft in het kader van de Uitkeringswet Gewezen Militairen recht op 73% van zijn laatste genoten salaris uit zijn vroegere dienstbetrekking bij Defensie. Het feit dat het inkomen van de heer Van Baal uit zijn vroegere dienstbetrekking bij Defensie niet wordt geanticumuleerd is het gevolg van een arbeidsvoorwaardenakkoord van de sector Defensie. De heer Van Baal is als voorzitter van het College van bestuur van de Politieacademie conform het salarishuis van de sector Politie ingeschaald op een maximum van schaal 18 zonder extra beloningen. Dit inkomen blijft binnen de grenzen van het beleidskader Arbeidsvoorwaarden politietop, waarin is bepaald dat het inkomen van een politieambtenaar onder het niveau van een ministersalaris moet blijven.
Ik acht een dergelijke cumulatie echter ook ongewenst en wil mij er in overleg met de minister van Defensie voor inspannen dat een dergelijke samenloop zich in de toekomst niet meer voor kan doen.
Vraag 3
Wat wordt het totale inkomen van de heer Van Baal?
Antwoord 3
Zie antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het salaris van de heer Van Baal niet boven dat van een minister uit mag komen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit realiseren?
Antwoord 4
Het inkomen van de heer Van Baal uit tegenwoordige arbeid komt niet boven het salaris van een minister uit.