Brief minister-president aan Tweede Kamer inzake nevenfuncties en onverenigbare belangen van de bewindslieden van het nieuwe kabinet

Tijdens de kabinetsformatie 2007 heeft de formateur met alle kandidaat-ministers- en staatssecretarissen gesprekken gevoerd aan de hand van de regels die daarvoor zijn vastgelegd in de brief aan uw Kamer d.d. 20 december 2002 (28 754, nr.1). Conform deze brief meld ik u hierbij welke regelingen bewindspersonen hebben getroffen ten aanzien van onverenigbare financiële, zakelijke en andere persoonlijke belangen en ten aanzien van nevenfuncties.

Alle ministers en staatssecretarissen hebben verklaard dat zij alle betaalde en onbetaalde (neven-) functies hebben neergelegd voorafgaand aan de beëdiging van het kabinet. Ik heb geoordeeld dat het lidmaatschap van de KNAW van de heren Hirsch Ballin en Plasterk, waaraan geen bestuurlijke functie is verbonden, niet als nevenfunctie is te kwalificeren. Minister Plasterk heeft aangegeven gedurende zijn ambtsperiode het lidmaatschap niet actief te zullen invullen.

Door de volgende bewindspersonen is een regeling getroffen ten aanzien van relevante financiële en zakelijke belangen die het risico in zich dragen van (schijnbare) belangenverstrengeling:

• Minister Plasterk heeft verzocht zijn participatie in een aantal wetenschappelijke patenten te beëindigen.
• Minister Cramer heeft aangegeven haar belang in haar zakelijke onderneming en van enkele financiële aandelen op afstand te hebben geplaatst.
  Minister Verburg heeft de zeggenschap en het beheer over enkele vermogensbestanddelen op afstand geplaatst.
• Staatssecretaris De Jager heeft middels een stichting het beheer en de zeggenschap van zijn zakelijke activiteiten en deelnemingen op afstand geplaatst en zijn aandelen en aandelenfondsen verkocht, tenzij het gaat om fondsen welke gekoppeld zijn aan pensioen of lijfrente. Deze laatste worden op verzoek van de afdeling compliance van het ministerie van Financiën aan hen overlegd.
• Staatssecretaris Huizinga heeft toegezegd aandelen en certificaten in het gezamenlijke bezit met haar echtgenoot in beginsel niet te zullen vervreemden gedurende haar ambtsperiode. Mocht, door bijzondere omstandigheden, de wens ontstaan de aandelen en certificaten toch te vervreemden, dan zal zij hierover vooraf overleg met mij over plegen.
• Enkele bewindslieden hebben inmiddels aandelen in bedrijven omgezet in aandelen in openbare beleggingsfondsen waarmee geen sprake meer is van relevante financiële of zakelijke belangen.

• Voorts hebben minister Van der Hoeven, minister Klink en staatssecretaris Dijksma gemeld dat zij ieder een tweede woning bezitten die (mogelijk) verhuurd wordt, en dat minister Vogelaar en minister Cramer de eigen woning deels onder (willen) verhuren. Staatssecretaris Aboutaleb is doende twee eigen woningen te verkopen. Ik heb als formateur geoordeeld dat dit geen relevant zakelijk belangen zijn die een bijzondere regeling vergen.