Burgerschap en Burgerzin
Het boekje 'Burgerschap en burgerzin' werd in de jaren vijftig en (begin) jaren zestig via de gemeentebesturen gegeven aan iedereen die de kiesgerechtigde leeftijd (destijds 23 jaar) had bereikt.
Het boekje staat vol adviezen over de verantwoordelijkheden en plichten die de Nederlandse burger heeft. "Zonder gemeenschapszin wordt vrijheid een chaos", en, "De burger moet actief zijn en mee handelen in zijn gemeente, provincie en land".
Het boekje spreekt burgers aan op hun sociale verantwoordelijkheid, hun mede-eigenaarschap van De Publieke Zaak. "Uw opdracht", zo werd de jonge kiezer gezegd, "is het erfdeel der vaderen dat onze voorouders met zoveel moeite hebben geschapen, gevormd, en gepolijst te behoeden en tot verdere ontplooiing te brengen, opdat ook volgende geslachten hier een veilige, gelukkige en vredige woonplaats kunnen vinden." Dit alles met verwijzing naar een oeroude Hollandse wet: "wie niet meedijkt in nood, verbeurt zijn erf".