Reactie op resultaten "Ga voor Gezond"
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
VGP-CB-U 2773651
18 juli 2007
In antwoord op het verzoek d.d. 23 mei 2007 van de algemene commissie voor Jeugd en Gezin om te reageren op de resultaten van de ‘Ga voor gezond!’-test, bericht ik u mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport als volgt.
De resultaten komen voort uit een test die onderdeel uitmaakte van de door het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ) georganiseerde, scholencompetitie ‘Ga voor Gezond!’ voor het primair onderwijs in het schooljaar 2006-2007. De op 25 april gepresenteerde resultaten zijn tot stand gekomen op basis van zelftesten van aan de scholencompetitie deelnemende kinderen (11.643) en voor een deel ook hun ouders (1.095) en leerkrachten (425).
Aangezien het een zelftest betreft zijn de resultaten dan ook niet als representatief maar als indicatief te beschouwen. Het betrof immers geen onderzoek dat door onafhankelijke derden is verricht. Dat neemt niet weg dat de meest in het oogspringende resultaten van deze zelftest zoals het niet halen van de landelijke beweegnorm, te veel snoepen, ademhalingsproblemen, gepest worden en last van een vieze school, in indicatieve zin relevant zijn. De resultaten komen namelijk grotendeels overeen met de resultaten van twee andere onderzoeken onder de jeugd.
De indicatieve resultaten van de ‘Ga voor gezond!’-test beschouw ik als een bevestiging van mijn opvatting dat gezond opgroeien niet iets vanzelfsprekend is en dat scholen een belangrijke intermediair zijn om kinderen en hun ouders/opvoeders bewust te maken om gezonder te leven. Het op 1 juni jl. gestarte Centrum Gezond Leven bij het RIVM werkt met negen, door de minister van VWS gefinancierde, gezondheidsbevorderende instellingen waaronder het NIGZ, binnen de Werkgroep Gezonde School aan maatregelen die scholen kunnen inzetten op de volgende ‘gezond leven’ thema’s: roken, alcohol, drugs, seksuele gezondheid, voeding en bewegen.
De Minister voor Jeugd en Gezin,
mr. A. Rouvoet
. Zeijl, E., Crone, M., Wiefferink, K., Kreuzenkamp, S. & Reijneveld, M. (2005). Kinderen in Nederland. Sociaal cultureel planbureau, Den Haag en Zeijl, E. (2007). Gezondheidsgedrag en mediagebruik. Trimbos instituut, Utrecht. In: Van Dorsselaer, S., Zeijl, E., Van den Eeckhout, S., Ter Bogt, T. & Volleberg, W. (2007), HBSC 2005: Gezondheid en welzijn van jongeren in Nederland. Trimbos instituut, Utrecht (HBSC-studie zich richt op kinderen van groep 8 en ouder). Binnen deze onderzoeken is net als bij de ‘Ga voor gezond!’-test gekeken naar de onderwerpen beweging, voeding en sociale omgeving. Hierdoor konden de resultaten goed vergeleken worden.
. De negen betrokken instellingen zijn: Stivoro (roken), Voedingscentrum, het NISB (sport & bewegen), Trimbos Instituut (geestelijke gezondheidszorg, drugs- en alcoholverslaving), Consument & Veiligheid, SOA Aids Nederland / Schorer Stichting / Rutgers Nisso Groep (seksuele gezondheid) en het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ),