Hirsch Ballin: geen lekenrechtspraak in Nederland

Minister Hirsch Ballin van Justitie zal geen voorstellen doen om in Nederland lekenrechtspraak in te voeren. Dat schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. Het invoeren van lekenrechtspraak zou een grote breuk betekenen met de Nederlandse rechtstraditie en nopen tot een ingrijpende wijziging van het strafprocesrecht met aanzienlijke financiële en organisatorische gevolgen. Daarvoor bestaat geen noodzaak.

De minister sluit met zijn standpunt aan bij de belangrijkste bevindingen van professor De Roos, die de mogelijkheden van lekenrechtspraak op verzoek van het ministerie van Justitie onderzocht. Dit rapport ‘advies over de mogelijke invoering van lekenrechtspraak in Nederland’ is op 17 november 2006 aan de Tweede Kamer gezonden.

Belangrijkste conclusie uit het rapport is dat er weliswaar geen principiële bezwaren zijn die pleiten tegen het invoeren van lekenrechtspraak in Nederland, maar er wel aanzienlijke consequenties aan zijn verbonden. Lekenrechtspraak maakt nauwelijks onderdeel uit van de Nederlandse geschiedenis en invoering daarvan impliceert tevens een ingrijpende wijziging van het Nederlandse strafprocesrecht. Zo is de toepassing van lekenrechtspraak in strafzaken onlosmakelijk verbonden met een geheel andere wijze van behandeling van die zaken ter zitting. Dit zou een toename betekenen van de behandelduur van zaken, en daarmee van het aantal benodigde rechters en financiële middelen. Daarom zou het invoeren van lekenrechtspraak slechts dan overwogen moeten worden indien er een dwingende noodzaak bestaat. Daarvan is op dit moment geen sprake, aldus minister Hirsch Ballin in zijn brief aan de Tweede Kamer.

Vertrouwen
Uit recent onderzoek (SCP) blijkt dat het vertrouwen van de burger in de rechtspraak redelijk hoog en stabiel is. Het is de vraag of invoering van lekenrechtspraak leidt tot toename van het vertrouwen in de rechtspraak bij burgers. In Duitsland bijvoorbeeld, waar wel lekenrechtspraak bestaat, is het vertrouwen in de rechtspraak niet hoger. Dat betekent niet dat er geen redenen zijn voor verbetering van de kwaliteit van de rechtspraak in het algemeen. Professor De Roos pleit voor verhoging van de transparantie, kwaliteit en toegankelijkheid van de rechtspraak. Bijvoorbeeld door het geven van een heldere toelichting op het vonnis, waarbij de rechter onder meer in kan gaan op de selectie van het bewijsmateriaal en de keuze en weging van factoren die voor de straftoemeting van belang zijn.

De rechtspraak in Nederland heeft al de nodige initiatieven ondernomen op dit gebied. Zo worden de komende periode landelijk verbeteringen in de wijze van bewijs- en strafmotivering in vonnissen ingevoerd bij alle rechtbanken. Ook onderzoekt de rechtspraak de mogelijkheden om opvattingen in de samenleving te betrekken bij de normering van de straftoemeting. Ook heeft het kabinet in de reactie op het rapport van de commissie evaluatie modernisering rechterlijk organisatie voorstellen gedaan om de toegankelijkheid, transparantie en kwaliteit van de rechtspraak te bevorderen.