NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 1

Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse ministerraad, over de donorshow en een nieuw Europees verdrag

SCHILHAM:

Ongepast en onethisch noemde minister Plasterk afgelopen week de Grote Donorshow die BNN vanavond uitzendt, waarin uit drie nierpatiënten één nierpatiënt wordt uitgekozen die een donornier krijgt. Waren dat de kwalificaties die ook in uw hoofd opkwamen?


BALKENENDE:

Ja, ik vind dat minister Plasterk dat goed heeft gezegd, dat iedereen enorm moeite heeft met dit type uitzending.


SCHILHAM:

Is het niet een beetje voorbarig om al voor de uitzending te zeggen dat het ongepast en onethisch is?


BALKENENDE:

Even los van hoe de uitzending eruit zal zien en wat er in beeld wordt gebracht. Maar het idee, het concept van deze uitzending vind ik inderdaad ongepast. En dan hoef ik de uitzending niet eens te zien om te weten waar het echt om gaat. En ik vind het best erg, want het thema orgaandonatie is heel erg belangrijk. We hebben meer donoren in Nederland, het is belangrijk dat er organen ter beschikking worden gesteld aan mensen die het zo nodig hebben.


SCHILHAM:

Precies de reden waarom BNN de uitzending maakt.


BALKENENDE:

Maar de vraag is of je op deze manier aandacht moet vragen voor een thema. Want het thema is erg belangrijk. Het verdient ook ons aller aandacht. Alleen op deze manier zaken aan de orde stellen is wat mij betreft niet de goede weg.


SCHILHAM:
Uw partijgenoot, Joop Atsma, Tweede Kamerlid van het CDA, wilde zelfs de show laten verbieden. Dat heeft Plasterk van de hand gewezen met een verwijzing naar de Grondwet: dat kan gewoon niet. Kunt u zich wel die gevoelens voorstellen? Vantevoren verbieden, als het zou kunnen was u daarvoor geweest?


BALKENENDE:
Ik denk dat u en ik daar ongeveer hetzelfde over denken. Er zijn soms uitzendingen waarvan je zegt: nou je hebt de vrijheid om het te brengen. Want we hebben die vrijheid ook krachtens onze Grondwet. En de vraag is altijd; of hoewel je die vrijheid hebt of je er dan ook op die manier mee om moet gaan. En ik heb een en andermaal aangegeven: vrijheid van meningsuiting is een groot goed in een land, alleen die vrijheid moet altijd wel worden gekenmerkt wel door verantwoordelijkheid. En de vraag is of dit nu een voorbeeld is van een verantwoordelijke opstelling, en wat mij betreft echt niet.


SCHILHAM:

Er zijn ook mensen die denken dat het allemaal toch anders gaat lopen in die uitzending dan vantevoren wordt voorspeld. Dat het misschien een opzetje blijkt te zijn en dat er misschien wel heel veel nieuwe donoren bijkomen vanavond. Zou het dan kunnen zijn dat u uw mening achteraf bijstelt?


BALKENENDE:

Nee, we hebben het nu over de formule dat iemand een aantal kandidaten kiest. Op zichzelf is die vraag buitengewoon pijnlijk en die roept ook wrevel op. En even los van de uitzending, want ik weet niet wat er gaat gebeuren, alleen dat gegeven is ernstig genoeg en het is ook goed dat erover wordt gepraat. Je merkt trouwens ook dat het opvalt; in Nederland en in het buitenland. Er zijn veel vragen over gesteld.


SCHILHAM:

Er komen geloof ik cameraploegen uit tientallen landen vanavond.


BALKENENDE:
Dat geeft tegelijkertijd aan hoe zo'n boodschap gaat landen en de vraag is of wij als Nederland nu gelukkig moeten zijn met zo'n uitstraling.


SCHILHAM:

U bent het niet zo te horen. Denkt u dat het echt schade doet aan onze reputatie?


BALKENENDE:
Wat ik echt erg vind is dat de goede dingen die Nederland kenmerken; we zijn actief bij vredesmissies, geven 0,8% van ons nationaal inkomen uit aan ontwikkelingssamenwerking, we doen het heel goed op het gebied van watermanagement,..


SCHILHAM:
En de krantenkoppen in het buitenland gaan over de Donorshow.


BALKENENDE:

En het is natuurlijk wel zo dat een beeld van Nederland dat alleen wordt geassocieerd met dit soort onderwerpen, of nou die vreselijke gebeurtenis in Noord-Nederland met HIV-besmetting, dat zijn geen profileringspunten waar we trots op kunnen zijn.


SCHILHAM:

Wat doet u eraan is dan natuurlijk de vraag?


BALKENENDE:

Ten aanzien van wat er in Noord-Nederland is gebeurd is het openbaar ministerie bezig, minister Klink is bezig om te kijken van heeft een vereniging goed gehandeld of juist niet en wat betekent dat voor subsidies die worden verstrekt. Dat is zijn verantwoordelijkheid. Misschien ook goed dat we met elkaar een debat hebben over een uitzending als die van vanavond.


SCHILHAM:

Wat doet u aan de imagoschade? L:egt u dit uit aan uw collega's in het buitenland die vragen stellen ongetwijfeld.


BALKENENDE:

Ja, dan leg je natuurlijk uit hoe het zit. Dat we een vrije pers hebben, dat de vrijheid van meningsuiting een groot goed is, alleen dat sommigen daarvan op een bepaalde manier gebruik van maken. En dat is een beetje het punt; juist als je een grote vrijheid hebt en er zijn zoveel landen waar die vrijheid niet bestaat, dan is het ook goed om die vrijheid op een goede manier te gebruiken. En dat vind ik wel eens te betreuren dat wij soms die vrijheid echt op een verkeerde manier gebruiken.


SCHILHAM:

BNN zegt: okay, het is een smakeloos idee, dat geven we toe. Maar de werkelijkheid is nog smakelozer, namelijk het enorme tekort aan donoren wat almaar groeit. U zegt dat zelf ook: we vinden het ook een probleem. Heeft het kabinet al plannen om daar wat aan te gaan doen?


BALKENENDE:

Dat is natuurlijk duidelijk een gesprek dat wij als kabinet voeren, maar goed ik vind dit niet het moment voor mij om erop in te gaan. Maar het punt heeft onze nadrukkelijke aandacht, ook die van minister Klink, want het gaat echt niet goed genoeg. Er is al jarenlang gevraagd om aandacht voor deze thematiek en juist om de mensen om wie het gaat, die behoefte hebben aan organen, die zo lang hebben moeten wachten, die hebben behoefte aan duidelijke stappen. Nou, daar zijn we als kabinet natuurlijk mee bezig om te kijken van wat zijn de mogelijkheden die je kunt benutten. Maar het nu even over de uitzending en het doel snap ik wel. Alleen het is niet zo dat het doel elk middel kan heiligen.


SCHILHAM:
U wilt het niet met elkaar in verband brengen dus daarom wilt u nu niet praten over wat gaat het kabinet doen aan het tekort aan donoren. Maar het urgentiegevoel is er wel? Minister Klink riep eerder dit jaar nog een campagne terug omdat er halfnaakte mensen afgebeeld waren. Dan zou je kunnen afvragen: is die urgentie, dat gevoel er wel genoeg?


BALKENENDE:
Die urgentie is heel nadrukkelijk aanwezig bij het kabinet, ook bij minister Klink. Want er is een punt van grote zorg. Maar dat is wel goed om tegen elkaar te zeggen: het doel, namelijk meer aandacht vragen voor orgaandonatie, dat is een perfect doel. Alleen doe dat op een goede en verstandige manier.


SCHILHAM:
Heeft u zelf een codicil?


BALKENENDE:

Ik heb tegen mijn familie aangegeven dat ik mijn organen ter beschikking stel, iedereen weet dat.


SCHILHAM:

Dan was u van de week in Spanje en Portugal om te praten over een nieuw Europees Verdrag dat in de plaats moet komen van de Grondwet waartegen Nederlanders onder andere nee hebben tegen gezegd twee jaar geleden. Zien ze u eigenlijk graag komen in die landen waar ze wel ja hebben gezegd en waar u moet zeggen: wij willen het anders.


BALKENENDE:

Het was natuurlijk best even spannend hoe het zou gaan met mijn collega Zapatero. Spanje is een land waar de bevolking door middel van een referendum ja heeft gezegd, met een grote meerderheid. Nederland had een referendum waarvan de uitkomt duidelijk was: een nee. We hebben overigens wel een heel goed gesprek gehad. Kijk je bent daar niet om de verschillen te gaan etaleren. Je bent daar vooral om te kijken van, wetend hoe de landen er verschillend inzitten, om te komen tot een oplossing.


SCHILHAM:

En dat zal niet makkelijk zijn, want er zijn achttien landen die wel ja hebben gezegd tegen die Grondwet. Die zullen toch de houding hebben: veel veranderen hoeft voor ons niet.


BALKENENDE:

Dat is het grote probleem als we zouden praten in termen van achttien landen die ja hebben gezegd en twee landen die nee hebben gezegd en dan heb je een aantal die het nog niet weten. Als we zo tegen de discussie aan blijven kijken, dan komen we niet uit. Dus wat nu nodig is dat is dat degene die ja hebben gezegd, die nee hebben gezegd en de anderen, dat die gezamenlijk werken aan een oplossing. Maar u hebt gelijk met uw vraag; het is verre van eenvoudig. Ik heb ook steeds gezegd: dit wordt een pittig gevecht. En ik merk wek dat er meer begrip bestaat voor Nederland, voor dat wij bijvoorbeeld een wijzigingverdrag willen en niet een Grondwet. En dat een wijzigingsverdrag ook niet het karakter heeft van een grondwetswijziging om het zo maar te noemen. Die boodschap is helder, alleen wij begrijpen wel best die landen die hechten aan hun eigen standpunt en dat die ook zeggen: wij willen ook dat onze visie wordt gehonoreerd. Dis dat wordt een pittig gevecht.


SCHILHAM:
Het zou kunnen zijn dat Nederland helemaal niet zoveel voor elkaar krijgt, niet zoveel wijzigingen ten opzichte van die verworpen Grondwet.


BALKENENDE:

Dat is ook de reden waarom de minister van Buitenlandse Zaken, de heer Verhagen, de staatssecretaris, de heer Timmermans en ik heel veel contact hebben met andere landen juist om te werken aan een gemeenschappelijk positie. Ik ben in het Europees Parlement geweest om daar een te praten over de visie van Nederland.


SCHILHAM:
Daar bent u ook niet met applaus onthaald.


BALKENENDE:

Maar het was wel heel goed dat ik er was. Ik ben niet iemand die snel wegloopt. En het is juist als je weet dat heel veel partijen daar anders denken dan de meerderheid van de Nederlandse bevolking, dan kun je maar beter daar aanwezig zijn om aan te geven: wat betreft Nederland. En onze toekomst die ligt in Europa. Ook heb ik daar gezegd: we kunnen niet alles bij het oude laten, het Verdrag van Nice is niet toereikend voor een Europa van 27 lidstaten. We moeten werken aan een slagvaardige Unie. Dus ook wij zijn bereid om te kijken naar veranderingen, maar dan moeten wel goed aangeven wat Nederland voor ogen staat. En daarom ben ik wel blij dat ik er ben geweest.


SCHILHAM:

Ik neem aan de Nederlandse bevolking daar zich opnieuw over mag uitspreken?


BALKENENDE:

Dat is natuurlijk de vraag van het referendum, dat vind ik nog te vroeg hoor. Ik vind het zo merkwaardig dat op het ogenblik er allerlei discussies zijn over het referendum.


SCHILHAM:

Maar dat is niet zo gek, want wat er ook uitkomt, het zal om grote veranderingen in Europa gaan. Kunt u niet bij voorbaat zeggen: het is zo groot, daar moet de bevolking zich over uitspreken.


BALKENENDE:

Als we praten over een wijzigingsverdrag, dan zou je ook kijken naar wat er in het verleden gebeurde met wijzigingsverdragen. Bijvoorbeeld het Verdrag van Amsterdam, dat heeft ook niet geleid tot een referendum. En waar ik aan hecht is zorgvuldigheid. We hebben gezegd: we willen eerst een resultaat boeken dat recht doet aan de gevoelens van de Nederlandse bevolking en dan zullen we de Raad van State om advies vragen en dan zullen we kijken wat ons te doen staat.


SCHILHAM:
Is het niet gewoon dat jullie bang zijn voor een nieuw nee van Nederland?


BALKENENDE:
Daar gaat het mij helemaal niet om. Het gaat erom dat wij nu eens een keer praten over de inhoud. Het valt mij op; niemand heeft het echt over wat is goed voor Europa, wat is goed voor Nederland, in wat voor een resultaat kunnen we ons herkennen? Het gaat alleen om, in veel discussies, over de vraag: wel of geen referendum?


SCHILHAM:

Dat is niet zo gek, want er is vrij dramatisch nee gezegd bij het referendum.


BALKENENDE:

En wat hebben wij u de afgelopen jaren gedaan?Ik vind dat je nooit voorbij mag gaan gevoelens en opvattingen bij de Nederlandse bevolking. En dat hebben we gedaan. Bijvoorbeeld: de uitbreidingscriteria, dat de Europese Unie groter wordt; die zijn aangescherpt. We hadden te maken met de enorme betalingspositie van Nederland, een excessieve betalingspositie. We hebben nu één miljard minder te betalen. Ook dat is een antwoord. We hebben ook gezegd: op een aantal terreinen moet Europa duidelijk zijn gezicht laten zien. Bijvoorbeeld het thema klimaat en het thema van energie. Op al die terreinen hebben de afgelopen jaren vooruitgang weten te boeken. We hebben het nu over een verdragswijziging, met andere woorden: je doet er alles aan om juist in te spelen op opvattingen bij de Nederlandse bevolking.


SCHILHAM:
En u zegt: het is te vroeg om te zeggen of er een referendum komt, maar ik sluit het niet uit.


BALKENENDE:

Laten we gewoon eerst maar eens goed naar de inhoud kijken en die andere vragen komen dan wel.


(Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, EB)