Antwoorden op kamervragen van Depla, Bouchibti en Dijsselbloem over een probleemgezin in de Amsterdamse wijk Slotervaart

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DJB-K-U-2769033

17 juli 2007

Antwoorden van minister Rouvoet, mede namens de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie, op kamervragen van de Kamerleden Depla, Bouchibti en Dijsselbloem over een probleemgezin in de Amsterdamse wijk Slotervaart (2007206713990).

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de aanpak van twintig instanties van een probleemgezin in de Amsterdamse deelgemeente Slotervaart? Deelt u de mening dat het resultaat van deze aanpak onvoldoende is?

Antwoord 1
Ja, wij hebben kennisgenomen van de persberichten.
Wij delen de mening dat het resultaat van de aanpak niet voldoende lijkt te zijn.

Vraag 2
Deelt u de mening dat de voortdurende overlast tot onaanvaardbare aantasting van het woongenot van de omwonenden leidt?

Antwoord 2
Ja. Het woongenot van omwonenden is onaanvaardbaar aangetast; drie gezinnen hebben in de overlast aanleiding gezien om te verhuizen.

Vraag 3
Is de onwil van de instanties er de oorzaak van dat de overlast van dit gezin voortduurt en dat de problemen van het gezin niet adequaat zijn opgelost?

Vraag 4
Is de onmacht van de instanties er de oorzaak van dat de overlast van dit gezin voortduurt en dat de problemen van het gezin niet adequaat zijn opgelost?

Vraag 5
Missen instanties bevoegdheden waardoor ze deze problemen niet adequaat hebben kunnen oplossen?

Antwoord 3, 4 en 5
Onwil is niet de oorzaak van het probleem.
Ten aanzien van de coördinatie van zorg hebben partijen voldoende bevoegdheden.
Onmacht is in zekere zin wel aan de orde, namelijk om bij het zoeken naar een gezamenlijke oplossing de juiste balans te vinden tussen enerzijds de primaire insteek van zorg- en welzijnsinstellingen om het gezin te helpen en anderzijds de primaire insteek van de partijen die betrokken zijn bij de ‘buitenkant’ van het gezin (politie, justitie en corporatie) om overlast hard aan te pakken.
De gemeente heeft de regierol op zich genomen. Burgemeester Cohen heeft inmiddels maatregelen genomen om op korte termijn tot een bevredigend resultaat te komen.
Om deze regierol in dit soort situaties waarin sprake is van een complexe zorg- en overlastproblematiek in gezinnen adequaat in te kunnen vullen bepleit hij extra bevoegdheden om snel knopen te kunnen doorhakken. Ik zal dit voorstel zorgvuldig onderzoeken. In dat kader ga ik onder andere in gesprek met de burgemeesters van de G4-gemeenten.

Vraag 6
Deelt u de opvatting dat geldgebrek niet de oorzaak is van het feit dat het probleem niet is opgelost?

Antwoord 6
Ja.

Vraag 7
Deelt u de mening dat bij het helpen van probleemgezinnen, en als dat niet helpt bij het aanpakken van probleemgezinnen, uitgegaan moet worden van de kracht van mensen? Deelt u de mening dat dat in deze situatie onvoldoende gebeurd is? Leidt deze aanpak niet tot hospitaliseren van probleemgezinnen in plaats van dat ze zich verantwoordelijk gaan voelen voor hun eigen leven en dat van hun kinderen?

Antwoord 7
Ja, wij gaan uit van de eigen kracht van mensen. Maar waar dat nodig is, kan geholpen worden met interventies in het kader van opvoedondersteuning.

Vraag 8
Klopt het dat dit probleemgezin een auto en rijbewijs is aangeboden? Deelt u onze opvatting dat een dergelijk aanbod voor mensen die hun problemen zelf proberen op te lossen en geen overlast veroorzaken, niet uit te leggen is dat mensen die zo veel problemen veroorzaken op een dergelijke manier in de watten worden gelegd?

Antwoord 8
Nee, het klopt niet dat dit gezin een auto en rijbewijs is aangeboden. Dat zou inderdaad een heel verkeerd signaal zijn.

Vraag 9
Welke instanties zijn bij de aanpak van dit probleemgezin betrokken

Antwoord 9
Bij het betreffende gezin zijn direct betrokken het Bureau Jeugdzorg (coördinatie van alle zorgactiviteiten gericht op jeugdigen, de scholen voor regulier en speciaal onderwijs van de negen kinderen alsmede de uitvoering van de onder toezicht stellingen die over twee kinderen zijn uitgesproken), vier zorginstellingen voor de levering van specifieke zorg gericht op kinderen en gezin (waaronder een gezinswerkster die 24 uur per week in het gezin werkt en instellingen voor kinder- en jeugdpsychiatrie). Daarnaast hebben stadsdeel, politie en woningbouwvereniging als voornaamste niet zorg gerelateerde instellingen contact met het gezin.
Burgemeester Cohen heeft een coördinator aangesteld, die partijen bijeen brengt om op zeer korte termijn tot een oplossing te komen.