Voorstel maatschappelijke onderneming in consultatie
Minister Hirsch Ballin van Justitie heeft een proeve van een wetsvoorstel dat de maatschappelijke onderneming als nieuwe rechtsvorm introduceert voor advies naar verschillende instanties gestuurd.
Minister Hirsch Ballin van Justitie heeft een proeve van een wetsvoorstel dat de maatschappelijke onderneming als nieuwe rechtsvorm introduceert voor advies naar verschillende instanties gestuurd.
Met een wettelijke regeling kunnen de mogelijkheden van instellingen in de semi-publieke sector om slagvaardiger op te treden, worden verruimd. De rechtsvorm voor de maatschappelijke onderneming moet dan ook aantrekkelijk zijn voor een breed palet aan instellingen zoals scholen, universiteiten, ziekenhuizen, zorginstellingen en woningcorporaties.
De consultatie moet leiden tot antwoorden op principiële vragen; zo leeft in de zorgsector de vraag naar de wenselijkheid van andere financieringsmogelijkheden en het doen van winstuitkeringen. Ook de rol van de overheid moet nader worden bezien, alsmede de afbakening van het begrip “maatschappelijke onderneming”.
Met dit voorontwerp wordt een mogelijke invulling gegeven aan het coalitieakkoord, waarin de ontwikkeling van een rechtsvorm voor instellingen in de semi-publieke sector is aangekondigd. Na kennis genomen te hebben van de opvattingen van de verschillende instanties, zal een wetsvoorstel worden voorbereid waarover het kabinet een besluit zal nemen. Het is de bedoeling dat dit eind dit jaar zal plaatsvinden.
De maatschappelijke onderneming heeft volgens het voorstel naast een bestuur een raad van toezicht en een belanghebbendenvertegenwoordiging. Het bestuur vertegenwoordigt de maatschappelijke onderneming en is belast met het besturen ervan. De raad van toezicht controleert en benoemt het bestuur en staat het bestuur met advies terzijde. Daarnaast zijn belangrijke bestuursbesluiten aan de goedkeuring van de raad van toezicht onderworpen.
De belanghebbendenvertegenwoordiging heeft het recht advies te geven over een aantal wettelijk vastgelegde bestuursbesluiten en voorts over besluiten die daartoe in de statuten zijn aangewezen. Er kan een beroep op een geschillenregeling worden gedaan als het advies van de belanghebbendenvertegenwoordiging niet wordt opgevolgd of een besluit wordt genomen zonder de instemming van de belanghebbendenvertegenwoordiging terwijl dit wel is vereist. Verder krijgt deze vertegenwoordiging het recht een enquête uit te lokken.