Brief aan Tweede Kamer over de precariobelasting
In een brief aan de Tweede Kamer reageert staatssecretaris Bijleveld op de uitnodiging aan het kabinet de heffing van precariobelasting op (ondergrondse) infrastructuur van nutsbedrijven te betrekken bij de verkenning decentraal belastinggebied c.q. deze heffing af te schaffen.
Aanleiding voor deze uitnodiging was de uitvoering van de motie De Pater – van der Meer (Kamerstukken II 2004/05, 29.800 B, nr. 9), die in de Tweede Kamer op 14 december 2004 met algemene stemmen is aangenomen, alsmede de motie van Van Beek en Knops van 29 november 2005 (Kamerstukken II 2005/06, 30 300 VII, nr 15).
De opstellers voorzagen het risico van een aanzienlijke lastenverzwaring voor burgers als gevolg van doorberekening van deze belasting aan de klanten van de nutsbedrijven.
Staatssecretaris Bijleveld geeft te kennen dat ze sympathie koestert voor de achterliggende gedachte van de moties. Toch is ze om juridische en technische redenen tot de conclusie gekomen dat deze lijn niet moet worden gevolgd. Invoering van een nieuwe vrijstelling in de precariobelasting zou leiden tot een ongewenste lastendrukverschuiving.