Boete oneerlijke handelspraktijken tot 450.000 euro
Minister Hirsch Ballin van Justitie en staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken stellen voor de maximumboete die de Consumentenautoriteit (CA) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) kunnen opleggen bij overtreding van de via het bestuursrecht te handhaven bepalingen in het wetsvoorstel oneerlijke handelspraktijken, vast te stellen op 450.000 euro. Dit blijkt uit een nota van wijziging bij dit wetsvoorstel die de bewindslieden naar de Tweede Kamer hebben gestuurd.
In de Kamer is op dit moment het wetsvoorstel oneerlijke handelspraktijken in behandeling. Deze nieuwe regeling is een gevolg van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van mei 2005 gericht op maatregelen tegen oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen uit binnen- en buitenland, zoals misleidende en agressieve verkoopmethoden van ondernemers jegens consumenten.
De CA en de AFM kunnen op dit moment op grond van de Wet handhaving consumentenbescherming (Whc) bij overtreding van de via deze wet te handhaven bepalingen een bestuurlijke boete van maximaal 67.000 euro opleggen. De bewindslieden stellen voor om bij overtredingen van de Whc te handhaven bepalingen in het wetsvoorstel oneerlijke handelspraktijken een hogere boete vast te stellen.
De bewindslieden doen dit voorstel omdat de CA en de AFM bij de handhaving van deze bepalingen – meer dan bij de handhaving van de andere consumentenbepalingen – behalve met bonafide ondernemingen, die incidenteel wellicht een overtreding begaan, ook te maken krijgen met ondernemingen van wie de gehele praktijk erop is gericht om door middel van misleidende of agressieve methoden consumenten geld afhandig te maken. Het gaat dan bijvoorbeeld om ondernemingen die door middel van foutieve of onvolledige informatie consumenten tot een aankoop bewegen (bijvoorbeeld door het aanbieden van ‘gratis’ producten waarvoor uiteindelijk toch moet worden betaald) of door middel van intimidatie of dwang consumenten een keus laten maken die zij anders niet zouden maken. Bij deze laatste groep ondernemingen zal reputatieschade naar verwachting onvoldoende werken, maar een hoge boete zal zowel een specifiek (de overtreder voelt het) als een generiek (preventief) effect hebben.
Daarnaast biedt het nieuwe boetemaximum de CA en de AFM ook meer mogelijkheden om de boete te variëren naar gelang de omstandigheden van het geval, bijvoorbeeld de grootte van de desbetreffende overtreder.
De voorgestelde boete is in lijn met het maximum dat geldt voor overtredingen van consumentenbepalingen in de Telecomwet, Electriciteitswet 1998 en de Gaswet.