Verruiming gebruik persoonsgegevens door politie
De Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Hirsch Ballin waardoor de politie meer armslag krijgt voor de verwerking van persoonsgegevens. Er komt meer duidelijkheid en een aantal regels wordt geschrapt om de administratieve lasten voor de politie te verminderen.
Van veel burgers verwerkt de politie gegevens, niet alleen van verdachten maar ook van andere personen, bijvoorbeeld van degenen die betrokken zijn bij openbare ordeverstoringen, overlast melden, aangifte doen of om hulp vragen. De politie moet al deze persoonsgegevens kunnen verwerken omdat ze onmisbaar zijn voor het politiewerk.
De gegevens die worden verwerkt voor de uitvoering van de dagelijkse politietaak blijven voortaan een jaar lang binnen de politie vrij beschikbaar om ze, waar mogelijk, met elkaar in verband te kunnen brengen. Daarna zijn de gegevens gedurende vier jaar beschikbaar voor raadpleging, indien daarvoor aanleiding bestaat.
Verder is het van belang dat de politie gegevens over personen uit de ene zaak zo nodig ook voor een andere zaak kan gebruiken. Nu is dat slechts beperkt mogelijk. Het voorstel verruimt de zoekmogelijkheden in beschikbare politiegegevens.|
De mogelijkheden voor de verstrekking van persoonsgegevens door de politie aan derden worden eveneens verruimd, bijvoorbeeld aan instanties die betrokken zijn bij de lokale aanpak van jeugdcriminaliteit of van huiselijk geweld, zoals hulpverleningsinstellingen.