Onderzoek naar verbod op zware stookolie zeeschepen
De Internationale Maritieme Organisatie (IMO), het VN-orgaan voor de zeevaart, werkt aan nieuwe maatregelen om de luchtvervuiling door zeeschepen terug te dringen. Nederland stelt zich binnen de IMO actief op om de internationale regels aan te scherpen. Veel internationale aandacht gaat uit naar een voorstel om het gebruik van zware stookolie te verbieden. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft de economische gevolgen van dit voorstel laten onderzoeken. Daarnaast doet het Milieu en Natuur Planbureau (MNP) in opdracht van het ministerie onderzoek naar de milieu-effecten van een verbod. Het onderzoek naar de economische gevolgen wordt vandaag in Londen gepresenteerd tijdens een nieuwe overlegronde van de IMO over aanscherping van de regelgeving.
Zeeschepen varen op zware stookolie, een afvalprodukt van de raffinage-industrie. Deze bevat veel zwavel. Als gevolg hiervan stoten zeeschepen veel zwaveloxide en fijnstof uit en dragen daarmee in belangrijke mate bij aan een slechte luchtkwaliteit. Intertanko, de belangenorganisatie van de tankerreders, heeft vorig jaar in de IMO voorgesteld om het gebruik van zware stookolie door de zeevaart te verbieden en met ingang van 2012 verplicht over te schakelen op lichtere oliesoorten.
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) opdracht gegeven te onderzoeken wat de economische gevolgen zijn van dit verbod. Uit het onderzoek blijkt dat het technisch mogelijk is om de Nederlandse raffinage-industrie zodanig aan te passen dat de jaarlijkse productie van ca. 8 miljoen ton stookolie geheel wordt omgezet in lichtere producten. Dit vraagt een investering van 1,5 tot 2,0 miljard euro. Uit de onderzoeksresultaten blijkt ook dat een snelle invoering leidt tot marktverstoringen en prijspieken. Bovendien moet er rekening worden gehouden met een krimp van de werkgelegenheid in de scheepsbrandstoffen-sector. Deze effecten kunnen beperkt worden door een geleidelijke invoering.
Dit voorjaar heeft TNO onderzoek gedaan naar de totale omvang van de emissies van schepen. Wat de effecten zijn van een mogelijk verbod van zware stookolie op de lokale luchtkwaliteit in het Rijnmondgebied, wordt op dit moment onderzocht door het Natuur en Milieuplanbureau. Eind augustus 2007 worden de resultaten hiervan openbaar. De resultaten van de onderzoeken van ECN, MNP en TNO zal Nederland inbrengen in het IMO-overleg. Het is de bedoeling dat de IMO in 2008 definitieve besluiten neemt over scherpere emissienormen voor zeeschepen.