Toespraak staatssecretaris Bijleveld opening digitaal archief raadsstukken Den Haag
Toespraak | 06-07-2007
Letterlijk, een historische dag voor Den Haag. Niet eerder maakte een Nederlandse gemeente al haar historische raadsdocumenten via het web toegankelijk.
Een bron voor historici. Het maakt de ontwikkeling van het publieke debat zichtbaar. Grappig is dat er veel verschillen zijn, maar ook vergelijkbare thema’s van debat, zoals het verkeer.
Nu gaat het debat vooral over de luchtkwaliteit en het verkeer. In die jaren na 1850 ging het ook over verkeer, maar dan over drukte en verloedering. Dat is ook wel logisch, want destijds verviervoudigde de Haagse bevolking. Rond het Spui en de Wagenstraat werd het drukker en drukker. Het personen- en goederenvervoer nam toe. En in 1881 kwamen ruim dertigduizend schepen Den Haag binnen. De gemeenteraad kampte met andere woorden met een groot logistiek probleem. Interessant om te lezen.
Ook interessant is dat de gemeenteraad in de jaren vijftig van de vorige eeuw debatteerde over het vervangen van de 'niet zeer gerieflijke zitplaatsen' op de publieke tribune. Een stadsbewoner beklaagt zich hier over. Hij stelt dat een stoel met rugleuning en een kopje koffie toch wel het minste is wat men de burger kan bieden. 'naar goed democratische rede zou men toch minstens het gevoel moeten krijgen dat men welkom was', aldus de klagende burger.
De stoelen zijn tegenwoordig beter. Sterker nog, mensen kunnen in veel gemeenten thuis blijven. Want in ruim tachtig gemeenten is de raadsvergadering ook via internet te volgen.
Het zijn andere tijden, en nieuwe vormen van openheid. Dat stelt ook nieuwe eisen aan de overheid. Op twee punten wil ik kort iets zeggen. Ten eerste ons eigen archief, en ten tweede de elektronische overheid.
Het eerste punt. Het archief van de rijksoverheid. Daarmee zijn we nog lang niet zover dat we dit geordend kunnen presenteren aan de buitenwereld. Dat is wel de bedoeling. Maar we kampen met een forse achterstand die we nu aan het inhalen zijn.
Om een idee te geven: voor de periode 1975 tot 1995 gaat het om minstens 200 kilometer papier die nog moet worden geordend. Wat bewaren we wel en wat niet? Vervolgens moeten we dit toegankelijk maken voor publiek.
Maar ook onze digitale informatie hebben we niet op orde. Er is weliswaar veel geïnvesteerd in nieuwe technieken, maar weinig in de manier waarop we deze moeten ordenen, bewaren en toegankelijk maken. Een rapport van de Rijksarchiefinspectie uit 2005 had als veelzeggende titel: ‘een dementerende overheid’.
We lopen met andere woorden nog te veel achter de feiten aan. We moeten meer investeren in ons geheugen. Waarom? Omdat het geheugen van de overheid nooit iets vluchtigs mag krijgen. Een goed archief draait om de uitgangspunten: verantwoording, bedrijfsvoering en cultureel erfgoed. Vandaar dat we nu druk bezig zijn met het moderniseren van ons rijksarchief.
Het tweede punt is de elektronische overheid. De techniek biedt prima mogelijkheden om te communiceren met het publiek. Voorop staat dat de kwaliteit van dienstverlening beter wordt.
We hebben daar ook een streefcijfer voor. Bijvoorbeeld voor het elektronisch aanbieden van dienstverlening. Ik verwacht dat we dit jaar het streefcijfers van 65% kunnen halen.
De ene gemeente is verder dan de ander. Bij veel gemeentes kun je op hun website je verhuizing doorgeven, het bestemmingsplan inzien of digitaal een vergunning aanvragen. Hier in Den Haag kun je zelfs trouwen via internet. Dat wil zeggen, als je met je unieke persoonlijke naam en wachtwoord combinatie - je DigiD dus - inlogt, kun je je trouwdatum, tijdstip, locatie en ambtenaar regelen. Je partner moet je nog wel zelf uitzoeken.
Binnen het ministerie volgen we natuurlijk ook nieuwe ontwikkelingen op ICT terrein. De online-verslaggeving van de vergaderingen van de gemeenteraad, bijvoorbeeld. De vraag is wat dat betekent voor de democratie en de toegankelijkheid van overheidsinformatie. We onderzoeken of het rijk gemeenten daarbij moet ondersteunen.
De gemeente is de overheid die het dichtst bij de burger staat. In de nabije toekomst zal de gemeente ook dè instantie zijn die je kunt bellen, mailen of faxen met een vraag aan de overheid. Dat wordt vanuit Binnenlandse Zaken verder gestimuleerd.
Terug naar het gemeentearchief in Den Haag. Gefeliciteerd met deze mijlpaal. U heeft uw geheugen op orde. Dat doet me denken aan een bekend gezegde over het geheugen. En die luidt: ‘Wie zoveel kan onthouden, heeft niet veel beleefd.’
U bewijst dat die uitspraak niet geldig is, in ieder geval niet voor het voor het internet-tijdperk.
Uw werk schept verwachtingen voor de toekomst. Ik hoop dat veel andere gemeentes zich laten inspireren en uw voorbeeld volgen.